5 Daarna zei David tegen A̱chis: ‘Als u het goedvindt, laat me dan in een van de steden op het platteland wonen. Want waarom zou uw dienaar bij u in de koningsstad wonen?’ 6 Daarom gaf A̱chis hem die dag Zi̱klag.+ Vandaar dat Zi̱klag tot op de dag van vandaag van de koningen van Juda is.