7 Zodra de brief was ontvangen, werden de zonen van de koning gegrepen en afgeslacht, alle 70.+ Hun hoofden werden in manden gedaan en naar Jehu in Ji̱zreël gestuurd.
17 Toen Jehu in Sama̱ria aankwam, doodde hij iedereen van Achabs huis die daar nog was. Hij roeide ze uit,+ in overeenstemming met het woord dat Jehovah tot Eli̱a had gesproken.+