-
1 Koningen 16:30-33Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
30 Achab, de zoon van O̱mri, was nog slechter in Jehovah’s ogen dan al zijn voorgangers.+ 31 Alsof het nog niet erg genoeg was dat hij dezelfde zonden beging* als Jero̱beam,+ de zoon van Ne̱bat, trouwde hij ook nog eens met Izebel,+ de dochter van Ethba̱äl, de koning van de Sidoniërs,+ en ging hij Baäl dienen+ en zich voor hem neerbuigen. 32 Bovendien richtte hij voor Baäl een altaar op in het huis* van Baäl+ dat hij in Sama̱ria had gebouwd. 33 Achab maakte ook de heilige paal.+ Hij deed meer om Jehovah, de God van Israël, te tergen dan alle koningen van Israël vóór hem.
-