28 Als belasting voor Jehovah moet je de soldaten die aan de strijd hebben deelgenomen, vragen één ziel* op de 500 af te staan van de mensen, de runderen, de ezels, de schapen en de geiten.
19 Maar al het zilver, het goud en de koperen en ijzeren voorwerpen zijn heilig en zijn van Jehovah.+ Ze moeten naar de schatkamer van Jehovah gebracht worden.’+