-
2 Koningen 12:4, 5Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
4 Joas zei tegen de priesters: ‘Neem al het geld dat als heilige offergave naar het huis van Jehovah wordt gebracht:+ het vastgestelde bedrag dat iedereen moet betalen,+ het geld dat wordt gegeven als vastgestelde waarde van een persoon* en al het geld dat iemand in zijn hart besluit naar het huis van Jehovah te brengen.+ 5 De priesters moeten het zelf van de gevers* aannemen en het gebruiken om het huis te herstellen, overal waar schade* wordt ontdekt.’+
-
-
2 Kronieken 34:9, 10Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
9 Ze kwamen bij hogepriester Hilki̱a en gaven hem het geld dat naar het huis van God was gebracht. De Levieten die dienst deden als deurwachter hadden dat ingezameld van Manasse, Efraïm en de rest van Israël,+ en ook van Juda, Benjamin en de inwoners van Jeruzalem. 10 Ze gaven het vervolgens aan degenen die waren aangesteld over het werk in het huis van Jehovah. De werkers in het huis van Jehovah gebruikten het om het huis op te knappen en te herstellen.
-