14 De Levieten verlieten hun weidegrond en hun bezittingen+ en kwamen naar Juda en Jeruzalem omdat Jero̱beam en zijn zonen ze als priesters van Jehovah hadden ontslagen.+
16 Uit alle stammen van Israël gingen mensen die Jehovah, de God van Israël, met hun hele hart wilden zoeken naar Jeruzalem — in navolging van de priesters en de Levieten — om slachtoffers te brengen aan Jehovah, de God van hun voorvaders.+