2 Ik zeg: ‘Gehoorzaam de bevelen van de koning+ uit eerbied voor de eed aan God.+3 Haast je niet om bij hem vandaan te gaan.+ Neem geen stelling voor iets slechts.+ Hij kan immers doen wat hij wil, 4 want het woord van de koning is bindend.+ Wie kan tegen hem zeggen: “Wat doet u?”’
20 Vervloek* de koning niet,+ zelfs niet in gedachten,* en vervloek de rijke niet in je slaapkamer, want een vogel* kan het geluid* meevoeren, wat vleugels heeft kan herhalen wat gezegd is.