16 En de 24 oudsten,*+ die vóór God op hun tronen zaten, bogen zich diep neer en aanbaden God. 17 Ze zeiden: ‘We danken u, Jehovah* God, Almachtige, die is en die was,+ omdat u uw grote macht hebt uitgeoefend en als koning bent gaan regeren.+
6 En ik hoorde iets dat klonk als een stem van een grote menigte en als bulderend water en als zware donderslagen. Ze zeiden: ‘Loof Jah,+ want Jehovah,* onze God, de Almachtige,+ is als koning gaan regeren!+