19 Als je bij het binnenhalen van de oogst per ongeluk een schoof op je akker laat staan, ga dan niet terug om die op te halen. Je moet hem achterlaten voor de vreemdelingen die bij jullie wonen, voor de vaderloze kinderen en voor de weduwen.+ Dan zal Jehovah, je God, alles zegenen wat je doet.+