8 De inwoners van Sidon en van A̱rvad+ waren je roeiers.
Vaardige mannen uit je midden waren je scheepslieden,+ Tyrus.
9 Ervaren, vaardige mannen uit Ge̱bal+ breeuwden je naden.+
Alle schepen van de zee en de zeelieden kwamen bij je om handel te drijven.