14 ‘Ga toch terug, Israël, naar Jehovah, je God,+
want je bent gestruikeld door je zonde.
2 Ga terug naar Jehovah met de volgende woorden.
Zeg tegen hem: “Vergeef alstublieft onze zonden+ en aanvaard wat goed is.
Dan zullen wij de lof van onze lippen offeren+ als jonge stieren.