Deuteronomium 33:2 Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave) 2 Hij zei: ‘Jehovah — van de Sinaï kwam hij+en hij scheen op hen vanuit Se̱ïr. Hij straalde in zijn glorie vanaf het bergland van Pa̱ran+en bij hem waren heilige myriaden,*+aan zijn rechterhand zijn strijders.+ Rechters 5:4 Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave) 4 Jehovah, toen u wegging uit Se̱ïr,+toen u optrok uit het gebied van Edom,schudde de aarde en stortte er water uit de hemel,er stroomde water uit de wolken. Psalm 68:7, 8 Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave) 7 O God, toen u uw volk leidde,*+toen u door de woestijn trok, (sela) 8 beefde de aarde.+ Door God stortte* er regen uit de hemel. Deze Sinaï beefde door God, de God van Israël.+
2 Hij zei: ‘Jehovah — van de Sinaï kwam hij+en hij scheen op hen vanuit Se̱ïr. Hij straalde in zijn glorie vanaf het bergland van Pa̱ran+en bij hem waren heilige myriaden,*+aan zijn rechterhand zijn strijders.+
4 Jehovah, toen u wegging uit Se̱ïr,+toen u optrok uit het gebied van Edom,schudde de aarde en stortte er water uit de hemel,er stroomde water uit de wolken.
7 O God, toen u uw volk leidde,*+toen u door de woestijn trok, (sela) 8 beefde de aarde.+ Door God stortte* er regen uit de hemel. Deze Sinaï beefde door God, de God van Israël.+