10 Hij maakte ook To̱feth+ in het Dal van de Zonen van Hi̱nnom*+ ongeschikt voor aanbidding, zodat niemand zijn zoon of dochter als offer kon verbranden* voor Mo̱lech.+
31 Ze hebben de offerhoogten van To̱feth gebouwd, in het Dal van de Zoon van Hi̱nnom,*+ om hun zonen en hun dochters in het vuur te verbranden,+ iets wat ik niet had geboden en wat zelfs nooit in mijn hart was opgekomen.”+
28 En wees niet bang voor degenen die wel het lichaam maar niet de ziel kunnen doden.+ Wees eerder bang voor degene die zowel ziel als lichaam kan vernietigen in Gehenna.+
5 Maar ik zal jullie vertellen voor wie je bang moet zijn: voor degene die de autoriteit heeft om mensen niet alleen te doden maar ook in Gehenna+ te gooien. Ja, ik zeg jullie: voor hem moet je bang zijn.+