-
Mattheüs 8:28, 29Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
28 Toen hij aan de overkant was gekomen, in het gebied van de Gadarenen, kwamen hem vanuit de begraafplaats* twee mannen tegemoet.+ Ze waren door demonen bezeten en waren zo gewelddadig dat niemand langs die weg durfde te gaan. 29 Ze schreeuwden en zeiden: ‘Zoon van God, wat hebben we met jou te maken?+ Ben je hier gekomen om ons vóór de vastgestelde tijd pijn te doen?’+
-
-
Markus 5:2-10Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
2 Onmiddellijk nadat Jezus uit de boot was gestapt, kwam hem vanuit de begraafplaats een man tegemoet die in de macht was van een onreine geest. 3 Hij woonde tussen de graven, en tot op dat moment had niemand hem kunnen vastbinden, zelfs niet met kettingen. 4 Hij was al vaak met voetboeien en kettingen vastgebonden, maar hij had de kettingen uit elkaar getrokken en de voetboeien kapotgemaakt. Niemand was sterk genoeg om hem in bedwang te houden. 5 Hij was altijd, dag en nacht, tussen de graven en in de bergen aan het schreeuwen, terwijl hij zichzelf met stenen diepe wonden toebracht. 6 Maar toen hij Jezus in de verte zag, rende hij naar hem toe en boog zich voor hem neer.+ 7 Hij schreeuwde: ‘Wat heb ik met jou te maken, Jezus, Zoon van de allerhoogste God? Zweer bij God dat je me geen pijn zult doen.’+ 8 Want Jezus had tegen hem gezegd: ‘Ga uit de man weg, onreine geest.’+ 9 Jezus vroeg hem: ‘Hoe heet je?’ Hij antwoordde: ‘Mijn naam is Legioen, want we zijn met velen.’ 10 En hij bleef Jezus smeken de geesten niet uit die streek weg te sturen.+
-