Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • Psalm 16:10
    Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
    • 10 Want u zult me niet achterlaten in* het Graf.*+

      U zult niet toelaten dat wie loyaal is aan u, de kuil ziet.*+

  • Psalm 22:16-18
    Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
    • 16 Honden staan om mij heen.+

      Als een meute boosdoeners sluiten ze mij in.+

      Als een leeuw vallen ze mijn handen en voeten aan.+

      17 Ik kan al mijn botten tellen.+

      Ze kijken toe, ze staren me aan.

      18 Ze verdelen mijn kleren onder elkaar,

      ze verloten mijn kleding.+

  • Psalm 34:20
    Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
    • 20 Hij beschermt al zijn botten,

      niet één ervan is gebroken.+

  • Psalm 41:9
    Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
    •  9 Zelfs de man met wie ik in vrede leefde, die ik vertrouwde,+

      die mijn brood at, heeft zijn hiel tegen me opgeheven.*+

  • Psalm 69:21
    Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
    • 21 Als voedsel gaven ze me vergif,*+

      voor mijn dorst gaven ze me azijn te drinken.+

  • Jesaja 53:1-12
    Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
    • 53 Wie heeft geloofd in wat hij van ons heeft gehoord?*+

      En aan wie is de arm van Jehovah+ geopenbaard?+

       2 Als een twijgje+ zal hij voor hem* opschieten, als een wortel uit dorre grond.

      Geen statige gestalte heeft hij en geen pracht.+

      Als we hem zien worden we niet door zijn uiterlijk aangetrokken.*

       3 De mensen keken op hem neer en ontweken hem,+

      een man bestemd voor lijden,* die bekend was met ziekte.

      Het was alsof zijn gezicht voor ons verborgen was.*

      Hij werd veracht en we vonden hem waardeloos.+

       4 Maar hij heeft onze ziekten gedragen+

      en ons leed op zich genomen.+

      En wij bezagen hem als gekweld, door God geslagen en getroffen.

       5 Toch werd hij doorstoken+ voor onze overtredingen.+

      Hij werd verbrijzeld voor onze fouten.+

      Hij onderging straf ter wille van onze vrede,+

      zijn wonden brachten ons genezing.+

       6 Als schapen hebben we allemaal rondgedwaald,+

      iedereen is zijn eigen weg gegaan

      en Jehovah heeft de fouten van ons allemaal op hem laten neerkomen.+

       7 Hij kreeg het zwaar te verduren+ en liet zich kwellen,+

      maar hij deed zijn mond niet open.

      Hij werd als een schaap naar de slacht geleid,+

      als een ooi die stil is bij haar scheerders,

      en hij deed zijn mond niet open.+

       8 Door een onrechtvaardig vonnis* werd hij weggenomen.

      Wie zal zich met de bijzonderheden van zijn generatie* bezighouden?

      Want hij werd verwijderd uit het land der levenden.+

      Vanwege de overtredingen van mijn volk werd hij geslagen.*+

       9 Hij kreeg een graf* bij slechte mensen+

      en na zijn dood werd hij bij de rijken* begraven,+

      hoewel hij niets verkeerds had gedaan*

      en er geen bedrog in zijn mond was.+

      10 Maar het was Jehovah’s wil* om hem te verbrijzelen, hij liet hem ziek worden.

      Als u zijn leven* als een schuldoffer aanbiedt,+

      dan zal hij zijn nageslacht* zien, hij zal zijn dagen verlengen,+

      en door hem zal Jehovah’s wil* succes hebben.+

      11 Vanwege zijn lijden* zal hij tevreden zijn met wat hij ziet.

      Door middel van zijn kennis zal mijn dienaar,+ de rechtvaardige,

      veel mensen in een rechtvaardige positie brengen+

      en hij zal hun fouten dragen.+

      12 Om die reden zal ik hem een deel toewijzen onder de velen

      en hij zal de buit verdelen met de machtigen,

      omdat hij zijn leven* heeft uitgestort in de dood+

      en tot de overtreders werd gerekend.+

      Hij droeg de zonden van veel mensen+

      en hij bemiddelde voor de overtreders.+

  • Micha 5:1
    Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
    • 5 ‘Nu snijd je jezelf,

      belaagde dochter.

      We worden belegerd.+

      Met een stok slaan ze Israëls rechter op de wang.+

  • Zacharia 9:9
    Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
    •  9 Jubel van vreugde, dochter Sion.

      Juich in triomf, dochter Jeruzalem.

      Kijk! Je koning komt naar je toe.+

      Hij is rechtvaardig en brengt redding,*

      hij is nederig+ en rijdt op een ezel,

      op een veulen,* het jong van een ezelin.+

  • Zacharia 11:12
    Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
    • 12 Toen zei ik tegen ze: ‘Als het goed is in jullie ogen, geef me dan mijn loon. Zo niet, houd het dan in.’ Ze betaalden* me mijn loon: 30 zilverstukken.+

  • Zacharia 13:7
    Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
    •  7 ‘O zwaard, ontwaak tegen mijn herder,+

      tegen de man die mijn vriend is’, verklaart Jehovah van de legermachten.

      ‘Sla de herder+ en laat de kudde* uiteengejaagd worden.+

      Ik zal mijn hand opheffen tegen wie onbeduidend zijn.’

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen