14 Maar wie van het water drinkt dat ik hem zal geven, zal nooit meer dorst krijgen.+ Het water dat ik hem zal geven, zal in hem een bron worden van water dat opborrelt om eeuwig leven te geven.’+
35 Jezus zei tegen ze: ‘Ik ben het brood van het leven. Wie bij mij komt zal geen honger meer krijgen, en wie in mij gelooft zal nooit meer dorst krijgen.+