55 Is hij niet de zoon van de timmerman?+ Zijn moeder heet toch Maria, en zijn broers zijn toch Jakobus, Jozef, Simon en Judas?+

13 Nadat ze waren uitgesproken, zei Jakobus:+ ‘Mannen, broeders, luister.+

18 De volgende dag ging Paulus met ons naar Jakobus,+ en alle ouderlingen waren aanwezig.*

7 Vervolgens is hij aan Jakobus verschenen,+ daarna aan alle apostelen.+

19 Maar ik heb geen van de andere apostelen gezien, alleen Jakobus,+ de broer van de Heer.

9 Toen ze beseften hoe mij onverdiende goedheid was getoond,+ hebben Jakobus,+ Ce̱fas* en Johannes, degenen die als steunpilaren golden, Barnabas en mij+ de rechterhand gegeven als teken van partnerschap: wij zouden naar de heidenen* gaan en zij naar de besnedenen.