21 Daarna liet hij de families van de stam Benjamin naar voren komen, en de familie van de Matrieten werd aangewezen. Uiteindelijk werd Saul, de zoon van Kis, aangewezen.+ Maar toen ze hem gingen zoeken, was hij nergens te vinden.
15 Het hele volk ging dus naar Gi̱lgal, en daar maakten ze Saul in aanwezigheid van Jehovah koning. Toen brachten ze vredeoffers voor Jehovah,+ en Saul en heel Israël vierden een groot feest.+