15 Toen zegende hij Jozef en zei:+
‘De ware God, die mijn voorvaders Abraham en Isaäk hebben gediend,+
de ware God, die mijn leven lang mijn herder is geweest tot nu toe,+
16 de engel die mij uit alle ellende heeft bevrijd,+ mag hij de jongens zegenen.+
Ik wens dat mijn naam en ook de naam van mijn voorvaders, Abraham en Isaäk, door hen voortleeft,
en dat ze op aarde uitgroeien tot een grote menigte.’+