3Van alle wilde dieren op het land die Jehovah God had gemaakt, was de slang+ het behoedzaamst.* De slang zei tegen de vrouw: ‘Heeft God echt gezegd dat jullie niet van alle bomen in de tuin mogen eten?’+
3 Maar ik ben bang dat, zoals Eva op een sluwe manier door de slang werd verleid,+ jullie denken op de een of andere manier verdorven zou kunnen worden en jullie de oprechtheid en de eerbaarheid* zouden verliezen waar de Christus recht op heeft.+