Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • 2 Kronieken 26
  • Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

Inhoud 2 Kronieken

      • Uzzia koning Juda (1-5)

      • Uzzia’s militaire macht (6-15)

      • Trotse Uzzia melaats (16-21)

      • Uzzia sterft (22, 23)

2 Kronieken 26:1

Verwijsteksten

  • +Mt 1:8
  • +2Kon 14:21

2 Kronieken 26:2

Voetnoten

  • *

    D.w.z. zijn vader Amazia.

Verwijsteksten

  • +1Kon 9:26; 2Kon 16:6
  • +2Kon 14:22

2 Kronieken 26:3

Verwijsteksten

  • +Jes 1:1; 6:1
  • +2Kon 15:2

2 Kronieken 26:4

Verwijsteksten

  • +2Kon 14:1, 3

2 Kronieken 26:5

Verwijsteksten

  • +2Kr 14:7; Ps 1:2, 3

Index

  • Studiehulp

    De Wachttoren,

    15/12/2007, blz. 10

  • Publicatie-index

    w07 15/12 10

2 Kronieken 26:6

Verwijsteksten

  • +2Sa 8:1; 2Kr 21:16; Jes 14:29
  • +1Kr 18:1
  • +Joz 15:11, 12
  • +Joz 15:20, 46; 1Sa 5:1

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 1, blz. 691

  • Publicatie-index

    it-1 691

2 Kronieken 26:7

Verwijsteksten

  • +2Kr 17:11

2 Kronieken 26:8

Voetnoten

  • *

    Zie Woordenlijst.

Verwijsteksten

  • +Ge 19:36, 38; Re 11:15

2 Kronieken 26:9

Verwijsteksten

  • +2Kr 14:2, 7
  • +2Kon 14:13; Jer 31:38; Za 14:10
  • +Ne 3:13

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 2, blz. 625

  • Publicatie-index

    it-2 625

2 Kronieken 26:10

Voetnoten

  • *

    Of ‘hieuw veel waterreservoirs uit’, waarschijnlijk in rotsen.

  • *

    Of ‘hoogvlakte’.

Verwijsteksten

  • +2Kon 9:17

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 2, blz. 1143

  • Publicatie-index

    it-2 1143;

    si63 271

2 Kronieken 26:11

Verwijsteksten

  • +Nu 1:2, 3; 2Sa 24:9
  • +2Kr 24:11

2 Kronieken 26:13

Verwijsteksten

  • +2Kr 11:1; 13:3; 14:8; 17:14; 25:5

2 Kronieken 26:14

Voetnoten

  • *

    Of ‘maliënkolders’, ‘wapenrokken’.

Verwijsteksten

  • +2Kr 11:5, 12
  • +1Sa 17:4, 5
  • +Re 20:16; 1Sa 17:49; 1Kr 12:1, 2

Index

  • Publicatie-index

    si63 118

2 Kronieken 26:15

Verwijsteksten

  • +2Kr 14:2, 7

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 1, blz. 1253

  • Publicatie-index

    it-1 1253;

    si63 118

2 Kronieken 26:16

Verwijsteksten

  • +Nu 1:51

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 1, blz. 1089-1090

  • Publicatie-index

    it-1 1089-1090;

    w65 556; w64 604; g64 8/6 6; w61 588; w58 754

2 Kronieken 26:17

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 1, blz. 204

  • Publicatie-index

    it-1 204

2 Kronieken 26:18

Verwijsteksten

  • +Nu 16:39, 40; 18:7
  • +Ex 30:7; 1Kr 23:13

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 1, blz. 204

  • Publicatie-index

    it-1 204

2 Kronieken 26:19

Voetnoten

  • *

    Zie Woordenlijst.

Verwijsteksten

  • +2Kr 16:10; 25:15, 16
  • +Nu 12:10; 2Kon 5:27

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 2, blz. 1183

    Nieuwewereldvertaling, blz. 1714

  • Publicatie-index

    it-2 1183; nwt 1714;

    w65 556

2 Kronieken 26:20

Index

  • Studiehulp

    Nieuwewereldvertaling, blz. 1707

  • Publicatie-index

    nwt 1707;

    w65 556

2 Kronieken 26:21

Voetnoten

  • *

    Of ‘paleis’.

Verwijsteksten

  • +Le 13:45, 46; Nu 5:2; 12:14, 15
  • +2Kon 15:5-7

2 Kronieken 26:22

Verwijsteksten

  • +Jes 1:1; 6:1

2 Kronieken 26:23

Verwijsteksten

  • +2Kon 15:32

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 1, blz. 265

    Inzicht, Deel 2, blz. 1079

  • Publicatie-index

    it-1 265; it-2 1079

Andere Bijbelvertalingen

Klik op een versnummer om hetzelfde vers in andere Bijbelvertalingen weer te geven.

Algemeen

2 Kron. 26:1Mt 1:8
2 Kron. 26:12Kon 14:21
2 Kron. 26:21Kon 9:26; 2Kon 16:6
2 Kron. 26:22Kon 14:22
2 Kron. 26:3Jes 1:1; 6:1
2 Kron. 26:32Kon 15:2
2 Kron. 26:42Kon 14:1, 3
2 Kron. 26:52Kr 14:7; Ps 1:2, 3
2 Kron. 26:62Sa 8:1; 2Kr 21:16; Jes 14:29
2 Kron. 26:61Kr 18:1
2 Kron. 26:6Joz 15:11, 12
2 Kron. 26:6Joz 15:20, 46; 1Sa 5:1
2 Kron. 26:72Kr 17:11
2 Kron. 26:8Ge 19:36, 38; Re 11:15
2 Kron. 26:92Kr 14:2, 7
2 Kron. 26:92Kon 14:13; Jer 31:38; Za 14:10
2 Kron. 26:9Ne 3:13
2 Kron. 26:102Kon 9:17
2 Kron. 26:11Nu 1:2, 3; 2Sa 24:9
2 Kron. 26:112Kr 24:11
2 Kron. 26:132Kr 11:1; 13:3; 14:8; 17:14; 25:5
2 Kron. 26:142Kr 11:5, 12
2 Kron. 26:141Sa 17:4, 5
2 Kron. 26:14Re 20:16; 1Sa 17:49; 1Kr 12:1, 2
2 Kron. 26:152Kr 14:2, 7
2 Kron. 26:16Nu 1:51
2 Kron. 26:18Nu 16:39, 40; 18:7
2 Kron. 26:18Ex 30:7; 1Kr 23:13
2 Kron. 26:192Kr 16:10; 25:15, 16
2 Kron. 26:19Nu 12:10; 2Kon 5:27
2 Kron. 26:21Le 13:45, 46; Nu 5:2; 12:14, 15
2 Kron. 26:212Kon 15:5-7
2 Kron. 26:22Jes 1:1; 6:1
2 Kron. 26:232Kon 15:32
  • Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
  • Lees in Nieuwewereldvertaling (nwt)
  • Lees in Studiebijbel (Rbi8)
  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
2 Kronieken 26:1-23

Het tweede boek Kronieken

26 Het volk van Juda maakte toen Uzzi̱a+ koning in de plaats van zijn vader Ama̱zia.+ Hij was 16 jaar. 2 Hij herbouwde E̱loth+ en bracht het weer onder het bestuur van Juda nadat de koning* was gaan rusten bij zijn voorvaders.+ 3 Uzzi̱a+ was 16 jaar toen hij koning werd en hij regeerde 52 jaar in Jeruzalem. Zijn moeder heette Jecho̱lia en kwam uit Jeruzalem.+ 4 Hij bleef doen wat goed was in Jehovah’s ogen, net zoals zijn vader Ama̱zia.+ 5 Hij zocht God zolang Zachari̱a leefde, die hem leerde ontzag voor de ware God te hebben. In de tijd dat hij Jehovah zocht, liet de ware God hem slagen in alles wat hij deed.+

6 Hij trok ten strijde tegen de Filistijnen+ en brak door de muren heen van Gath,+ Ja̱bné+ en A̱sdod.+ Daarna bouwde hij steden in het gebied van A̱sdod en de Filistijnen. 7 De ware God hielp hem steeds in zijn strijd tegen de Filistijnen, de Arabieren+ die in Gur-Baäl woonden en de Me̱ünim. 8 De Ammonieten+ gaven voortaan schatting* aan Uzzi̱a. Na verloop van tijd bereikte zijn roem zelfs Egypte, want hij werd buitengewoon machtig. 9 Bovendien bouwde Uzzi̱a in Jeruzalem torens+ bij de Hoekpoort,+ de Dalpoort+ en de Steunbeer, en hij versterkte ze. 10 Verder bouwde hij torens+ in de woestijn, en hij groef veel waterputten* (want hij had veel vee). Hij deed dat ook in de Sjefe̱la en op de vlakte.* Hij had boeren en wijnbouwers op de bergen en op de Ka̱rmel, want hij hield van de landbouw.

11 Uzzi̱a kwam ook in het bezit van een leger dat voor de oorlog was toegerust. Georganiseerd in afdelingen ondernamen ze militaire veldtochten. Ze werden geteld en ingeschreven+ door de secretaris+ Jeï̱ël en de ambtenaar Maäse̱ja, onder leiding van Hana̱nja, een van de bestuurders van de koning. 12 In totaal hadden 2600 hoofden van vaderlijke huizen de leiding over deze dappere strijders. 13 Het leger onder hun bevel bestond uit 307.500 mannen, een machtig leger dat paraat stond om de koning te helpen in zijn strijd tegen de vijand.+ 14 Uzzi̱a rustte het hele leger uit met schilden, speren,+ helmen, pantsers,*+ bogen en slingerstenen.+ 15 Verder maakte hij in Jeruzalem oorlogswerktuigen die ontworpen waren door werktuigkundigen. Ze werden op de torens+ en op de hoeken van de muren gezet en konden pijlen en grote stenen afschieten. Zo werd hij overal beroemd, want hij werd enorm geholpen en hij werd machtig.

16 Maar toen hij eenmaal machtig was, werd hij trots in zijn hart. Dat werd zijn ondergang. Hij was ontrouw aan Jehovah, zijn God, door de tempel van Jehovah binnen te gaan om wierook te branden op het reukofferaltaar.+ 17 Meteen ging de priester Aza̱rja hem achterna met 80 andere moedige priesters van Jehovah. 18 Ze gingen voor koning Uzzi̱a staan en zeiden: ‘Het is niet toegestaan, Uzzi̱a, dat u wierook brandt voor Jehovah!+ Alleen de priesters mogen wierook branden, want zij zijn de afstammelingen van Aäron+ en zij zijn geheiligd. Ga weg uit het heiligdom, want u bent ontrouw geweest en Jehovah God zal u hier niet voor eren.’

19 Maar Uzzi̱a, die een wierookvat in zijn hand had om wierook te branden, werd woedend.+ Terwijl hij tegen de priesters tekeerging, verscheen er plotseling melaatsheid*+ op zijn voorhoofd, in het bijzijn van de priesters naast het reukofferaltaar in het huis van Jehovah. 20 Toen de overpriester Aza̱rja en alle priesters naar hem keken, zagen ze dat zijn voorhoofd door melaatsheid was aangetast! Ze joegen hem de tempel uit. Zo snel hij kon ging hij naar buiten, want hij was door Jehovah getroffen.

21 Koning Uzzi̱a bleef melaats tot aan zijn dood. Hij woonde als melaatse in een huis dat apart stond,+ want hij mocht niet meer naar het huis van Jehovah gaan. Zijn zoon Jo̱tham had de leiding over het huis* van de koning en sprak recht over het volk van het land.+

22 De rest van de geschiedenis van Uzzi̱a is van begin tot eind opgeschreven door de profeet Jesaja,+ de zoon van Amoz. 23 Toen ging Uzzi̱a rusten bij zijn voorvaders. Ze begroeven hem bij zijn voorvaders, maar in het veld buiten de begraafplaats van de koningen, want ze zeiden: ‘Hij is melaats.’ Zijn zoon Jo̱tham+ volgde hem als koning op.

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen