Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • Klaagliederen 4
  • Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

Inhoud Klaagliederen

      • Verschrikkelijke gevolgen belegering Jeruzalem

        • Honger (4, 5, 9)

        • Vrouwen koken eigen kinderen (10)

        • Jehovah heeft zijn woede uitgestort (11)

Klaagliederen 4:1

Voetnoten

  • *

    Lett.: ‘aan het hoofd van alle straten’.

Verwijsteksten

  • +1Kon 6:22
  • +1Kon 5:17; 7:9-12
  • +Jer 52:12, 13

Klaagliederen 4:2

Voetnoten

  • *

    Of ‘zo kostbaar waren als gelouterd goud’.

Index

  • Studiehulp

    De Wachttoren,

    1/9/1988, blz. 27

  • Publicatie-index

    w88 1/9 27

Klaagliederen 4:3

Verwijsteksten

  • +Le 26:29; De 28:53-57; Jer 19:9; Klg 4:10
  • +Job 39:14-16

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 1, blz. 1190

    Inzicht, Deel 2, blz. 964-965

    De Wachttoren,

    1/6/2007, blz. 10

    1/9/1988, blz. 27

  • Publicatie-index

    it-1 1190; it-2 964-965; w07 1/6 10; w88 1/9 27;

    g66 22/3 19

Klaagliederen 4:4

Verwijsteksten

  • +Klg 1:11; 2:11, 12
  • +Jer 52:6

Index

  • Publicatie-index

    kj 169

Klaagliederen 4:5

Voetnoten

  • *

    Lett.: ‘verlaten’.

Verwijsteksten

  • +Am 6:4, 7
  • +Jer 6:2, 26

Klaagliederen 4:6

Voetnoten

  • *

    Lett.: ‘dwaling’.

Verwijsteksten

  • +Ez 16:48
  • +Ge 19:24, 25; Da 9:12

Index

  • Studiehulp

    Jeremia, blz. 106-108

  • Publicatie-index

    jr 106-107

Klaagliederen 4:7

Verwijsteksten

  • +Nu 6:2

Klaagliederen 4:8

Voetnoten

  • *

    Lett.: ‘zwartheid’.

Verwijsteksten

  • +Ps 102:5

Index

  • Publicatie-index

    w65 86

Klaagliederen 4:9

Verwijsteksten

  • +Jer 29:17; 38:2

Index

  • Publicatie-index

    w73 102

Klaagliederen 4:10

Verwijsteksten

  • +Le 26:29; Klg 2:20; 4:3
  • +De 28:54-57

Index

  • Studiehulp

    Jeremia, blz. 154-155

    De Wachttoren,

    1/8/1989, blz. 29

  • Publicatie-index

    jr 155; w89 1/8 29;

    w73 102; kj 169

Klaagliederen 4:11

Verwijsteksten

  • +Jer 6:11; 7:20; Ez 22:31
  • +De 32:22; 2Kon 25:9, 10

Index

  • Studiehulp

    Geïnspireerd, blz. 164

  • Publicatie-index

    si 164;

    w73 216; kj 188; si63 164; nh 297; w52 255

Klaagliederen 4:12

Voetnoten

  • *

    Of ‘productieve land’.

Verwijsteksten

  • +De 29:24; 1Kon 9:8

Index

  • Publicatie-index

    w78 1/11 8

Klaagliederen 4:13

Verwijsteksten

  • +Jer 5:31; 14:14; Mi 3:11; Ze 3:4
  • +Jer 26:8; Mt 23:31; Han 7:52

Klaagliederen 4:14

Verwijsteksten

  • +De 28:28; Ze 1:17
  • +Jes 1:15; Jer 2:34

Index

  • Studiehulp

    Geïnspireerd, blz. 164

  • Publicatie-index

    si 164;

    si63 164

Klaagliederen 4:15

Voetnoten

  • *

    Of ‘hier als vreemdelingen wonen’.

Verwijsteksten

  • +De 28:25, 65

Klaagliederen 4:16

Verwijsteksten

  • +Le 26:33; De 28:64; Jer 24:9
  • +2Kon 25:18, 21
  • +Klg 5:12; Ez 9:6

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 2, blz. 62

  • Publicatie-index

    it-2 62;

    kj 169

Klaagliederen 4:17

Verwijsteksten

  • +Klg 1:19
  • +Jer 37:7; Ez 29:6

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 2, blz. 62

  • Publicatie-index

    it-2 62

Klaagliederen 4:18

Verwijsteksten

  • +2Kon 25:5; Klg 3:52

Klaagliederen 4:19

Verwijsteksten

  • +De 28:49, 50; Jes 5:26; Jer 4:13; Hab 1:8

Index

  • Studiehulp

    De Wachttoren,

    15/6/1996, blz. 9-10

  • Publicatie-index

    w96 15/6 9-10;

    w65 381; yw 170; w59 661

Klaagliederen 4:20

Verwijsteksten

  • +Jer 37:1
  • +2Kon 25:5, 6; Jer 39:5

Index

  • Studiehulp

    De Wachttoren,

    1/9/1988, blz. 27

  • Publicatie-index

    w88 1/9 27;

    kj 219, 247; w71 240; w65 90

Klaagliederen 4:21

Verwijsteksten

  • +Ps 137:7; Ob 12
  • +Jer 25:17, 20; Ob 16
  • +Jer 49:10, 12

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 1, blz. 570

  • Publicatie-index

    it-1 570

Klaagliederen 4:22

Verwijsteksten

  • +Le 26:44; Jes 52:1; 60:18
  • +Jes 34:5; Ez 25:13; 35:15; Am 1:11; Ob 13

Andere Bijbelvertalingen

Klik op een versnummer om hetzelfde vers in andere Bijbelvertalingen weer te geven.

Algemeen

Klaagl. 4:11Kon 6:22
Klaagl. 4:11Kon 5:17; 7:9-12
Klaagl. 4:1Jer 52:12, 13
Klaagl. 4:3Le 26:29; De 28:53-57; Jer 19:9; Klg 4:10
Klaagl. 4:3Job 39:14-16
Klaagl. 4:4Klg 1:11; 2:11, 12
Klaagl. 4:4Jer 52:6
Klaagl. 4:5Am 6:4, 7
Klaagl. 4:5Jer 6:2, 26
Klaagl. 4:6Ez 16:48
Klaagl. 4:6Ge 19:24, 25; Da 9:12
Klaagl. 4:7Nu 6:2
Klaagl. 4:8Ps 102:5
Klaagl. 4:9Jer 29:17; 38:2
Klaagl. 4:10Le 26:29; Klg 2:20; 4:3
Klaagl. 4:10De 28:54-57
Klaagl. 4:11Jer 6:11; 7:20; Ez 22:31
Klaagl. 4:11De 32:22; 2Kon 25:9, 10
Klaagl. 4:12De 29:24; 1Kon 9:8
Klaagl. 4:13Jer 5:31; 14:14; Mi 3:11; Ze 3:4
Klaagl. 4:13Jer 26:8; Mt 23:31; Han 7:52
Klaagl. 4:14De 28:28; Ze 1:17
Klaagl. 4:14Jes 1:15; Jer 2:34
Klaagl. 4:15De 28:25, 65
Klaagl. 4:16Le 26:33; De 28:64; Jer 24:9
Klaagl. 4:162Kon 25:18, 21
Klaagl. 4:16Klg 5:12; Ez 9:6
Klaagl. 4:17Klg 1:19
Klaagl. 4:17Jer 37:7; Ez 29:6
Klaagl. 4:182Kon 25:5; Klg 3:52
Klaagl. 4:19De 28:49, 50; Jes 5:26; Jer 4:13; Hab 1:8
Klaagl. 4:20Jer 37:1
Klaagl. 4:202Kon 25:5, 6; Jer 39:5
Klaagl. 4:21Ps 137:7; Ob 12
Klaagl. 4:21Jer 25:17, 20; Ob 16
Klaagl. 4:21Jer 49:10, 12
Klaagl. 4:22Le 26:44; Jes 52:1; 60:18
Klaagl. 4:22Jes 34:5; Ez 25:13; 35:15; Am 1:11; Ob 13
  • Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
  • Lees in Nieuwewereldvertaling (nwt)
  • Lees in Studiebijbel (Rbi8)
  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
Klaagliederen 4:1-22

Klaagliederen

א [alef]

4 Ach, het glanzende goud is dof geworden, het zuivere goud!+

Ach, de heilige stenen+ liggen op alle straathoeken* verspreid!+

ב [beth]

 2 De kostbare zonen van Sion, die hun gewicht in goud waard waren*

— ach, ze worden bezien als aardewerken kruiken,

het werk van de hand van een pottenbakker!

ג [gimel]

 3 Zelfs een jakhals laat haar jongen aan haar tepels drinken.

Maar mijn dochter, mijn volk, is wreed geworden,+ zoals struisvogels in de woestijn.+

ד [daleth]

 4 De tong van de zuigeling kleeft van dorst aan zijn gehemelte.

Kinderen smeken om brood,+ maar niemand geeft ze iets.+

ה [he]

 5 Zij die altijd lekkernijen aten, liggen uitgehongerd* op straat.+

Zij die zijn opgegroeid in scharlaken kleding,+ omarmen nu ashopen.

ו [waw]

 6 De straf* van mijn dochter, mijn volk, is groter dan de straf voor de zonde van Sodom,+

dat in een ogenblik weggevaagd werd, zonder dat iemand een helpende hand toestak.+

ז [zajin]

 7 Haar nazireeërs+ waren reiner dan sneeuw, witter dan melk.

Ze waren roder dan koralen, ze waren als gepolijste saffieren.

ח [cheth]

 8 Hun uiterlijk is donkerder geworden dan roet.*

Ze worden niet herkend in de straten.

Ze zijn vel over been,+ ze zijn als droog hout geworden.

ט [teth]

 9 Zij die sneuvelen door het zwaard zijn beter af dan zij die omkomen door de hongersnood,+

die wegkwijnen en de doodsteek krijgen door gebrek aan voedsel van het veld.

י [jodh]

10 Meelevende vrouwen hebben eigenhandig hun kinderen gekookt.+

Ze zijn hun voedsel van rouw geworden tijdens de ineenstorting van mijn dochter, mijn volk.+

כ [kaf]

11 Jehovah heeft zijn boosheid geuit.

Hij heeft zijn brandende woede uitgestort.+

En hij steekt een vuur aan in Sion, dat haar fundamenten verteert.+

ל [lamedh]

12 De koningen van de aarde en alle bewoners van het land* geloofden niet

dat de tegenstander en de vijand de poorten van Jeruzalem zouden binnenkomen.+

מ [mem]

13 Het kwam door de zonden van haar profeten, de overtredingen van haar priesters,+

die in haar midden het bloed van rechtvaardigen vergoten.+

נ [noen]

14 Ze hebben blind rondgedoold+ op straat.

Ze zijn verontreinigd met bloed,+

zodat niemand hun kleren kan aanraken.

ס [samekh]

15 ‘Ga weg! Onrein!’, roepen ze naar hen. ‘Ga weg! Ga weg! Raak ons niet aan!’

Want ze zijn dakloos geworden en dolen rond.

De mensen van de volken hebben gezegd: ‘Ze kunnen niet hier bij ons blijven.*+

פ [pe]

16 Het gezicht van Jehovah heeft ze verstrooid,+

hij zal niet meer met goedkeuring naar ze kijken.

De mensen zullen geen respect hebben voor de priesters+ en de oudsten geen eer geven.’+

ע [ajin]

17 Zelfs nu nog zijn onze ogen uitgeput omdat we tevergeefs uitkeken naar hulp.+

We bleven uitkijken naar hulp van een volk dat ons niet kon redden.+

צ [tsadhe]

18 Ze hebben ons bij elke stap achtervolgd+ zodat we ons niet op onze pleinen konden vertonen.

Ons einde nadert, onze dagen zijn geteld; ons einde is inderdaad gekomen.

ק [qof]

19 Onze achtervolgers waren sneller dan de arenden in de lucht.+

Ze joegen ons na op de bergen, ze hebben in de woestijn een hinderlaag voor ons gelegd.

ר [resj]

20 De adem in onze neusgaten, de gezalfde van Jehovah,+ is gevangen in hun grote kuil,+

degene van wie we zeiden: ‘In zijn schaduw zullen we bij de volken leven.’

ש [sin]

21 Juich en wees blij, dochter Edom,+ jij die in het land Uz woont.

Maar ook aan jou zal de beker worden doorgegeven.+ Je zult dronken worden en je naaktheid laten zien.+

ת [taw]

22 De straf voor je zonde, dochter Sion, is voorbij.

Hij zal je niet opnieuw in ballingschap wegvoeren.+

Maar hij zal zijn aandacht richten op jouw zonde, dochter Edom.

Hij zal je zonden blootleggen.+

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen