Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • Deuteronomium 1
  • Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

Inhoud Deuteronomium

      • Vertrek bij berg Horeb (1-8)

      • Leiders en rechters aangesteld (9-18)

      • Ongehoorzaamheid in Kades-Barnea (19-46)

        • Israël weigert land in te trekken (26-33)

        • Mislukte poging Kanaän in te nemen (41-46)

Deuteronomium 1:1

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 1, blz. 541

    Inzicht, Deel 2, blz. 965-966

  • Publicatie-index

    it-1 541; it-2 965-966

Deuteronomium 1:2

Verwijsteksten

  • +De 9:23

Index

  • Studiehulp

    De Wachttoren,

    15/9/2004, blz. 25

  • Publicatie-index

    w04 15/9 25

Deuteronomium 1:3

Voetnoten

  • *

    Lett.: ‘zonen van Israël’.

Verwijsteksten

  • +Nu 32:13; 33:38

Deuteronomium 1:4

Verwijsteksten

  • +Nu 21:23, 24; Joz 12:1, 2
  • +Nu 21:33-35
  • +Joz 13:8, 12

Deuteronomium 1:5

Verwijsteksten

  • +De 4:8; 17:18; Ne 8:7

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 1, blz. 493

    Inzicht, Deel 2, blz. 352

  • Publicatie-index

    it-1 493; it-2 352;

    si63 269, 276

Deuteronomium 1:6

Verwijsteksten

  • +Ex 19:1; Nu 10:11, 12

Deuteronomium 1:7

Voetnoten

  • *

    Kennelijk het Libanongebergte.

Verwijsteksten

  • +Ge 15:16
  • +Joz 12:2, 3
  • +Joz 9:1, 2
  • +Joz 13:1, 5; 1Kon 9:19
  • +Ge 15:18

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 1, blz. 143

  • Publicatie-index

    it-1 143

Deuteronomium 1:8

Voetnoten

  • *

    Lett.: ‘zaad’.

Verwijsteksten

  • +Ge 26:3
  • +Ge 28:13
  • +Ge 12:7; 13:14, 15; 17:1, 7

Index

  • Publicatie-index

    w66 48

Deuteronomium 1:9

Verwijsteksten

  • +Ex 18:17, 18

Deuteronomium 1:10

Verwijsteksten

  • +Ge 15:1, 5; Ex 32:13; Nu 26:51; De 10:22

Deuteronomium 1:11

Verwijsteksten

  • +1Kon 3:8
  • +Ge 12:1-3; 22:15, 17; 26:3, 4; Ex 23:25

Index

  • Studiehulp

    De Wachttoren,

    1/3/1988, blz. 18-19

  • Publicatie-index

    w88 1/3 18-19

Deuteronomium 1:12

Verwijsteksten

  • +Ex 18:17, 18; Nu 11:11; 20:3

Deuteronomium 1:13

Verwijsteksten

  • +Ex 18:21

Index

  • Studiehulp

    De Wachttoren,

    1/10/2000, blz. 32

  • Publicatie-index

    w00 1/10 32;

    w79 1/3 16-17

Deuteronomium 1:15

Verwijsteksten

  • +Ex 18:25

Index

  • Studiehulp

    De Wachttoren,

    15/3/2007, blz. 20

  • Publicatie-index

    w07 15/3 20;

    w62 406

Deuteronomium 1:16

Verwijsteksten

  • +Ex 23:8; De 16:18; Jo 7:24
  • +Ex 22:21; Le 19:34; 24:22

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 1, blz. 1156

    Inzicht, Deel 2, blz. 691

    De Wachttoren,

    1/7/1992, blz. 17

  • Publicatie-index

    it-1 1156; it-2 691; w92 1/7 17;

    w77 360; g65 22/2 3

Deuteronomium 1:17

Verwijsteksten

  • +Le 19:15; Ro 2:11
  • +Ex 23:3
  • +Sp 29:25
  • +2Kr 19:6
  • +Ex 18:25, 26

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 2, blz. 691

    De Wachttoren,

    15/9/2004, blz. 25

    1/7/1992, blz. 17

  • Publicatie-index

    it-2 691; w04 15/9 25; w92 1/7 17;

    w77 360; w76 525; g65 22/2 3

Deuteronomium 1:19

Verwijsteksten

  • +Nu 10:12; De 8:14, 15; Jer 2:6
  • +Nu 13:29
  • +Nu 13:26

Index

  • Studiehulp

    ‘Goede land’, blz. 8-9

    Geïnspireerd, blz. 30-31

  • Publicatie-index

    gl 8-9; si 31;

    si63 30

Deuteronomium 1:21

Verwijsteksten

  • +Ex 23:27; De 1:8

Deuteronomium 1:22

Verwijsteksten

  • +Nu 13:1, 2

Deuteronomium 1:23

Verwijsteksten

  • +Nu 13:3

Deuteronomium 1:24

Voetnoten

  • *

    Of ‘Wadi Eskol’.

Verwijsteksten

  • +Nu 13:17

Deuteronomium 1:25

Verwijsteksten

  • +Nu 13:23-27

Deuteronomium 1:26

Verwijsteksten

  • +Nu 14:1-4

Deuteronomium 1:28

Voetnoten

  • *

    Lett.: ‘ons hart laten smelten’.

  • *

    D.w.z. met torenhoge muren.

Verwijsteksten

  • +Nu 32:9; Joz 14:7, 8
  • +Nu 13:28, 33
  • +Nu 13:22; Joz 11:21

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 2, blz. 1142

    De Wachttoren,

    15/8/2013, blz. 11

  • Publicatie-index

    it-2 1142; w13 15/8 11

Deuteronomium 1:29

Verwijsteksten

  • +Nu 14:9

Deuteronomium 1:30

Verwijsteksten

  • +Ex 14:14; Joz 10:42
  • +Nu 14:22

Deuteronomium 1:32

Verwijsteksten

  • +Ps 78:22; 106:24; Heb 3:16, 19; Ju 5

Deuteronomium 1:33

Verwijsteksten

  • +Ex 13:21; 40:36; Nu 10:33, 34; Ps 78:14

Deuteronomium 1:34

Verwijsteksten

  • +Nu 14:28, 35; 32:10-12; De 2:14; Ps 95:11; Heb 3:11

Deuteronomium 1:35

Verwijsteksten

  • +Nu 14:29, 35; 1Kor 10:1, 5; Heb 3:17

Index

  • Publicatie-index

    si63 38; w66 48

Deuteronomium 1:36

Voetnoten

  • *

    Lett.: ‘volledig’.

Verwijsteksten

  • +Nu 14:24; Joz 14:9

Deuteronomium 1:37

Verwijsteksten

  • +Nu 20:12; 27:13, 14; De 3:26; Ps 106:32

Deuteronomium 1:38

Voetnoten

  • *

    Of mogelijk ‘God heeft hem sterk gemaakt’.

Verwijsteksten

  • +Ex 33:11; Nu 11:28
  • +Nu 14:38
  • +Nu 27:18; De 31:7; Joz 1:6, 9

Deuteronomium 1:39

Verwijsteksten

  • +Nu 14:3
  • +Nu 14:30, 31

Index

  • Publicatie-index

    w79 1/2 31

Deuteronomium 1:40

Verwijsteksten

  • +Nu 14:25

Deuteronomium 1:41

Verwijsteksten

  • +Nu 14:39-45

Deuteronomium 1:42

Verwijsteksten

  • +Le 26:14, 17

Index

  • Publicatie-index

    w53 44

Deuteronomium 1:44

Index

  • Studiehulp

    Inzicht, Deel 1, blz. 112, 1097-1098

  • Publicatie-index

    it-1 112, 1097-1098

Andere Bijbelvertalingen

Klik op een versnummer om hetzelfde vers in andere Bijbelvertalingen weer te geven.

Algemeen

Deut. 1:2De 9:23
Deut. 1:3Nu 32:13; 33:38
Deut. 1:4Nu 21:23, 24; Joz 12:1, 2
Deut. 1:4Nu 21:33-35
Deut. 1:4Joz 13:8, 12
Deut. 1:5De 4:8; 17:18; Ne 8:7
Deut. 1:6Ex 19:1; Nu 10:11, 12
Deut. 1:7Joz 13:1, 5; 1Kon 9:19
Deut. 1:7Ge 15:18
Deut. 1:7Ge 15:16
Deut. 1:7Joz 12:2, 3
Deut. 1:7Joz 9:1, 2
Deut. 1:8Ge 26:3
Deut. 1:8Ge 28:13
Deut. 1:8Ge 12:7; 13:14, 15; 17:1, 7
Deut. 1:9Ex 18:17, 18
Deut. 1:10Ge 15:1, 5; Ex 32:13; Nu 26:51; De 10:22
Deut. 1:111Kon 3:8
Deut. 1:11Ge 12:1-3; 22:15, 17; 26:3, 4; Ex 23:25
Deut. 1:12Ex 18:17, 18; Nu 11:11; 20:3
Deut. 1:13Ex 18:21
Deut. 1:15Ex 18:25
Deut. 1:16Ex 23:8; De 16:18; Jo 7:24
Deut. 1:16Ex 22:21; Le 19:34; 24:22
Deut. 1:17Le 19:15; Ro 2:11
Deut. 1:17Ex 23:3
Deut. 1:17Sp 29:25
Deut. 1:172Kr 19:6
Deut. 1:17Ex 18:25, 26
Deut. 1:19Nu 10:12; De 8:14, 15; Jer 2:6
Deut. 1:19Nu 13:29
Deut. 1:19Nu 13:26
Deut. 1:21Ex 23:27; De 1:8
Deut. 1:22Nu 13:1, 2
Deut. 1:23Nu 13:3
Deut. 1:24Nu 13:17
Deut. 1:25Nu 13:23-27
Deut. 1:26Nu 14:1-4
Deut. 1:28Nu 32:9; Joz 14:7, 8
Deut. 1:28Nu 13:28, 33
Deut. 1:28Nu 13:22; Joz 11:21
Deut. 1:29Nu 14:9
Deut. 1:30Ex 14:14; Joz 10:42
Deut. 1:30Nu 14:22
Deut. 1:32Ps 78:22; 106:24; Heb 3:16, 19; Ju 5
Deut. 1:33Ex 13:21; 40:36; Nu 10:33, 34; Ps 78:14
Deut. 1:34Nu 14:28, 35; 32:10-12; De 2:14; Ps 95:11; Heb 3:11
Deut. 1:35Nu 14:29, 35; 1Kor 10:1, 5; Heb 3:17
Deut. 1:36Nu 14:24; Joz 14:9
Deut. 1:37Nu 20:12; 27:13, 14; De 3:26; Ps 106:32
Deut. 1:38Ex 33:11; Nu 11:28
Deut. 1:38Nu 14:38
Deut. 1:38Nu 27:18; De 31:7; Joz 1:6, 9
Deut. 1:39Nu 14:3
Deut. 1:39Nu 14:30, 31
Deut. 1:40Nu 14:25
Deut. 1:41Nu 14:39-45
Deut. 1:42Le 26:14, 17
  • Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
  • Lees in Nieuwewereldvertaling (nwt)
  • Lees in Studiebijbel (Rbi8)
  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
  • 34
  • 35
  • 36
  • 37
  • 38
  • 39
  • 40
  • 41
  • 42
  • 43
  • 44
  • 45
  • 46
Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
Deuteronomium 1:1-46

Deuteronomium

1 Dit is wat Mozes tegen heel Israël heeft gezegd in de Jordaanstreek, in de woestijn, in de dorre vlakte tegenover Suf, tussen Pa̱ran, To̱fel, Laban, Ha̱zeroth en Di-Za̱hab. 2 (Via het Se̱ïrgebergte is het 11 dagen reizen van Ho̱reb naar Ka̱des-Barne̱a.)+ 3 In het 40ste jaar,+ op de eerste dag van de 11de maand, vertelde Mozes de Israëlieten* alles wat Jehovah hem had opgedragen te zeggen. 4 Dat gebeurde na zijn overwinning op koning Si̱hon+ van de Amorieten, die in He̱sbon woonde, en koning Og+ van Ba̱san, die in A̱staroth, in Edre̱ï, woonde.+ 5 In de Jordaanstreek, in het land Moab, ging Mozes de wet uitleggen.+ Hij zei:

6 ‘Jehovah, onze God, heeft in Ho̱reb tegen ons gezegd: “Jullie zijn nu lang genoeg in dit bergland gebleven.+ 7 Vertrek en ga naar het bergland van de Amorieten+ en naar al hun naburige volken in de Ara̱ba,+ het bergland, de Sjefe̱la, de Ne̱geb en de zeekust+ — het land van de Kanaänieten — en naar de Libanon,*+ tot aan de grote rivier, de Eufraat.+ 8 Kijk, dat is het land dat ik aan jullie geef. Trek het binnen en neem het land in bezit dat Jehovah met een eed beloofd heeft aan jullie voorvaders Abraham, Isaäk+ en Jakob+ en aan hun nageslacht.”*+

9 Ik heb toen tegen jullie gezegd: “Ik kan jullie niet alleen dragen.+ 10 Jehovah, je God, heeft jullie in aantal laten toenemen. En nu zijn jullie zo talrijk als de sterren aan de hemel.+ 11 Mag Jehovah, de God van jullie voorvaders, jullie nog duizend keer zo talrijk maken,+ en mag hij jullie zegenen, zoals hij jullie heeft beloofd.+ 12 Hoe zou ik alleen jullie last, jullie vracht en jullie geruzie kunnen dragen?+ 13 Kies uit jullie stammen wijze, verstandige en ervaren mannen, dan stel ik die als leiders over jullie aan.”+ 14 Jullie hebben daarop gezegd: “Wat je ons hebt opgedragen is goed.” 15 Ik heb dus de hoofden van jullie stammen, wijze en ervaren mannen, als leiders over jullie aangesteld: leiders over duizend, leiders over honderd, leiders over vijftig, leiders over tien en beambten voor jullie stammen.+

16 Ik heb jullie rechters toen de volgende instructies gegeven: “Als je een geschil behandelt tussen je broeders, moet je rechtvaardig oordelen+ tussen een man en zijn broeder of een vreemdeling die bij jullie woont.+ 17 Bij de rechtspraak mag je niet partijdig zijn.+ Naar een onbeduidend persoon moet je net zo goed luisteren als naar iemand met aanzien.+ Laat je niet intimideren door mensen,+ want je spreekt recht namens God.+ En als een zaak te moeilijk voor je is, moet je die aan mij voorleggen, dan zal ik die behandelen.”+ 18 Ik heb jullie toen instructies gegeven over alle dingen die jullie moeten doen.

19 Daarna vertrokken we uit Ho̱reb en trokken toen op bevel van Jehovah, onze God, dwars door die grote en angstwekkende woestijn+ (jullie hebben die gezien) naar het bergland van de Amorieten.+ Uiteindelijk kwamen we in Ka̱des-Barne̱a.+ 20 Ik zei toen: “Jullie zijn aangekomen bij het bergland van de Amorieten, dat Jehovah, onze God, ons geeft. 21 Jehovah, je God, heeft het land aan jullie gegeven. Trek verder en neem het in bezit, zoals Jehovah, de God van jullie voorvaders, jullie heeft gezegd.+ Wees niet bang en laat je niet afschrikken.”

22 Maar jullie zijn allemaal bij me gekomen en hebben gezegd: “Laten we mannen vooruit sturen om het land voor ons te verkennen en verslag aan ons uit te brengen over de route die we moeten nemen en de steden die we zullen tegenkomen.”+ 23 Dat vond ik een goed voorstel, dus koos ik 12 mannen uit, één uit elke stam.+ 24 Ze gingen op weg, kwamen in het bergland,+ bereikten het E̱skoldal* en verkenden het. 25 Ze plukten wat vruchten van het land en namen die voor ons mee, en ze kwamen terug met het bericht: “Het land dat Jehovah, onze God, ons geeft is goed.”+ 26 Maar jullie weigerden verder te trekken en kwamen in opstand tegen het bevel van Jehovah, je God.+ 27 Jullie bleven in jullie tenten klagen en zeggen: “Jehovah haat ons, want hij heeft ons uit Egypte geleid om ons in handen van de Amorieten te geven en ons uit te roeien. 28 Wat is dat voor land waar we heen gaan? Onze broeders hebben ons de moed ontnomen*+ door te zeggen: ‘Die mensen daar zijn groter en sterker dan wij, en hun steden zijn groot en tot aan de hemel versterkt,*+ en we hebben daar de zonen van de Enakieten+ gezien.’”

29 Daarom zei ik: “Laat je niet door angst verlammen vanwege hen.+ 30 Jehovah, je God, zal voor jullie uit gaan en voor jullie strijden,+ net zoals hij dat in Egypte voor jullie eigen ogen heeft gedaan.+ 31 En in de woestijn hebben jullie ervaren hoe Jehovah, je God, je heeft gedragen zoals een man zijn zoon draagt, overal waar jullie zijn geweest totdat jullie hier kwamen.” 32 Maar ondanks dat alles vertrouwden jullie niet op Jehovah, je God,+ 33 die op de weg voor jullie uit ging om een plaats te zoeken voor jullie kamp. Hij verscheen ’s nachts door middel van vuur en overdag door middel van een wolk om jullie te laten zien langs welke weg jullie moesten gaan.+

34 Al die tijd hoorde Jehovah wat jullie zeiden, en hij werd verontwaardigd en zwoer plechtig:+ 35 “Geen van de mannen van deze slechte generatie zal het goede land zien dat ik met een eed aan jullie voorvaders beloofd heb,+ 36 behalve Kaleb, de zoon van Jefu̱nne. Hij zal het zien, en aan hem en aan zijn zonen zal ik het land geven waar hij is geweest, want hij heeft Jehovah met zijn hele hart* gevolgd.+ 37 (Door jullie schuld werd Jehovah zelfs kwaad op mij, en hij zei: ‘Ook jij zult er niet binnengaan.+ 38 Jozua, de zoon van Nun, die voor je staat,+ is degene die het land zal binnengaan.+ Maak hem sterk,*+ want hij zal ervoor zorgen dat Israël het land erft.’) 39 En jullie kinderen, die volgens jullie buitgemaakt zouden worden,+ en jullie zonen die zich nog niet bewust zijn van goed en kwaad — zij zullen er binnengaan en aan hen zal ik het in bezit geven.+ 40 Maar jullie moeten teruggaan en de woestijn in trekken over de weg van de Rode Zee.”+

41 Toen zeiden jullie tegen mij: “We hebben tegen Jehovah gezondigd. We zullen ten strijde trekken, zoals Jehovah, onze God, ons heeft opgedragen!” Jullie gordden dus je wapens om en dachten dat jullie makkelijk naar de berg konden optrekken.+ 42 Maar Jehovah zei tegen mij: “Zeg tegen ze: ‘Jullie mogen niet ten strijde trekken, want ik ben niet met jullie.+ Als jullie toch gaan, zullen jullie door je vijanden verslagen worden.’” 43 Dat heb ik tegen jullie gezegd, maar jullie wilden niet luisteren. In plaats daarvan kwamen jullie tegen Jehovah’s bevel in opstand, en jullie waren zo overmoedig te proberen naar de berg op te trekken. 44 Toen kwamen de Amorieten die op de berg woonden als een zwerm bijen op jullie af en verjoegen jullie, en ze joegen jullie in Se̱ïr uit elkaar tot aan Ho̱rma toe. 45 Na jullie terugkomst zijn jullie jammerend vóór Jehovah gekomen, maar Jehovah luisterde niet naar jullie en had geen aandacht voor jullie. 46 Daarom zijn jullie zo lang in Ka̱des gebleven.

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen