HEBRONIETEN
(Hebroni̱e̱ten) [Van (behorend tot) Hebron].
Een levitische familie die van Kehaths zoon Hebron afstamde (Ex 6:16, 18; Nu 3:27; 26:58; 1Kr 26:23, 24). Koning David belastte 1700 bekwame Hebronieten met het bestuur over de streek ten W van de Jordaan en 2700 met het bestuur over het gebied ten O van de Jordaan. — 1Kr 26:30-32.