Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • ad blz. 460-461
  • Gemengd gezelschap

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Gemengd gezelschap
  • Hulp tot begrip van de bijbel
  • Vergelijkbare artikelen
  • Gemengd gezelschap
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
  • Watermeloen
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Buitenlander
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Burger of vreemdeling, God heet u welkom!
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1992
Meer weergeven
Hulp tot begrip van de bijbel
ad blz. 460-461

GEMENGD GEZELSCHAP.

Een groep mensen die met de natie Israël uit Egypte trok (Ex. 12:37, 38). Dat zij klaarstonden om met de Israëlieten Egypte te verlaten, doet vermoeden dat zij geen van hun eerstgeborenen in de dood hadden verloren. Anders zouden zij er evenals de Egyptenaren mee bezig zijn geweest hun doden te begraven (Num. 33:3, 4). Het gemengde gezelschap moet derhalve in een juiste toestand hebben verkeerd om het Pascha te vieren. (Vergelijk Exodus 12:43-49; zie VREEMDELING.) Sommigen van deze mensen kunnen Egyptenaren zijn geweest of andere buitenlanders die nadat zij gezien hadden hoe Jehovah Egypte een aantal slagen had toegebracht, verkozen hadden God en de natie Israël te volgen. Anderen van deze groep waren waarschijnlijk Egyptenaren die Israëlieten gehuwd hadden of de nakomelingen uit zulke echtverbintenissen. De Israëlitische Selomith van de stam Dan bijvoorbeeld was met een Egyptenaar gehuwd en had ten minste één zoon bij hem. — Lev. 24:10, 11.

Ongetwijfeld was het zowel aan de niet-Israëlitische achtergrond van het „gemengde gezelschap” of de „gemengde schare” als de ontberingen van de tocht door de wildernis toe te schrijven dat er een klagende geest onder hen ontstond die een bron van twist werd. Toen zij uiting gaven aan een zelfzuchtig verlangen, sloeg dit op de Israëlieten over, zodat ook zij begonnen te wenen. — Num. 11:4-6.

In Nehemia 13:3 en Jeremia 25:20 slaat de uitdrukking „gemengde gezelschap” op niet-Israëlieten. De verwijzing in Nehemia heeft betrekking op buitenlanders zoals Moabieten en Ammonieten (Neh. 13:1). Dat wellicht ook de zonen van deze buitenlanders (half-Israëlieten) erbij inbegrepen waren, wordt te kennen gegeven door het feit dat de Israëlieten voordien hun buitenlandse vrouwen samen met hun zonen hadden weggezonden. — Ezra 10:44.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen