Goedheid oefent kracht uit

In El Salvador kregen twee speciale pioniersters (volle-tijdverkondigsters van het Koninkrijk) de toewijzing om in een stad hoog in de bergen getuigenis te geven. Een van hun buren was een streng katholieke dame die dagelijks de mis bezocht. Op een keer werd deze vrouw erg ziek en de pioniersters hoorden haar kreunen. Zij kwamen haar onmiddellijk te hulp en terwijl zij haar hielpen, gaven zij een kort getuigenis. De vrouw had zich voorheen niet voor de bijbelse waarheid geïnteresseerd, maar vanaf die dag veranderde haar houding.

Deze vrouw vergeleek de goedheid van de pioniersters met de handelwijze van een andere buurvrouw, met wie zij iedere dag naar de mis ging. Ofschoon deze katholieke buurvrouw wist dat de vrouw ziek was, had zij geen moeite gedaan haar te bezoeken en hulp te bieden.

De goedheid die door de pioniersters was getoond, had echter een geweldige uitwerking. De vrouw aanvaardde het aanbod van een bijbelstudie, die door een van de pioniersters werd geleid, en moedigde haar twee dochters ertoe aan mee te doen. Een van de dochters ontmoette tegenstand van haar man, maar liefde voor Jehovah gaf haar de kracht geestelijke vorderingen te blijven maken. Mettertijd werden de moeder en de twee dochters als christenen gedoopt.

De vrouw van de tegenstand biedende man greep gelegenheden aan om hem getuigenis te geven, en ook de pioniersters spraken op een vriendelijke manier met hem. Enige tijd later verhuisden de man en zijn vrouw naar een ander gebied. Daar bestudeerde hij de bijbel en begon hij het „goede nieuws” aan onderen te verkondigen. In feite begon hij zelf bijbelstudies met verschillende geïnteresseerde personen. Zowel hij als deze bijbelstudenten leerden tegelijkertijd. Uiteindelijk lieten hij en twee personen met wie hij een studie leidde, zich op een districtsvergadering dopen.

Al deze voortreffelijke ontwikkelingen begonnen met één goede daad. Hoe passend is het voor christenen de raad op te volgen ’zich met goedheid te bekleden’! — Kol. 3:12.