„De hoogste dienst”, „Het aangenaamste leven”
John Wycliffe, de moedige bijbelvertaler uit de veertiende eeuw, kwam als gevolg van de diepgaande studie die hij van de christelijke Griekse Geschriften maakte, tot een interessante conclusie met betrekking tot de verantwoordelijkheid die de mens ten opzichte van de Almachtige God heeft. Volgens het boek The English Bible van H. C. Conant luidde Wycliffes conclusie dat „de hoogste dienst die de mens op aarde deelachtig kan worden, de prediking van Gods woord is”. Enkele eeuwen later kwam een andere bijbelgeleerde, Matthew Henry, tot een soortgelijke conclusie. In 1714, op zijn sterfbed, merkte hij op: „Een leven doorgebracht in de dienst van God en in gemeenschap met hem, is het aangenaamste leven dat iemand in deze wereld kan leiden.”
Meer dan twee en een half miljoen actieve Jehovah’s Getuigen stemmen daar van ganser harte mee in! Zij ervaren wat dit „aangenaamste leven” inhoudt. Waarom? Omdat zij in de gehele wereld het goede nieuws van het Koninkrijk prediken, en aldus gevolg geven aan de aansporing: „Looft Jah, . . . want het is aangenaam.” — Psalm 147:1.