Koninkrijksverkondigers brengen verslag uit

„Zij zullen u niet overmeesteren”

IN EEN Middenamerikaans land werden twee getuigen van Jehovah door vijftien gewapende mannen met geweld uit hun huis gehaald en naar een groep van 75 met knuppels en kapmessen gewapende mannen gebracht. Zij beledigden de Getuigen met obscene taal en leverden hen over aan een andere groep van ongeveer 350 op dezelfde wijze gewapende mannen. Zij verwachtten dat de twee broeders bang zouden worden en met hun christelijke neutraliteit zouden schipperen door zich bij hun patrouille aan te sluiten (Jesaja 2:4). Maar de Getuigen stonden pal en weigerden aan de militaire actie deel te nemen. Daarom werden zij in de gevangenis geworpen, terwijl leden van veel kerken een compromis sloten en met de patrouille de heuvels introkken.

De volgende dag werden de broeders naar de hoofdstad gebracht om opnieuw te worden verhoord. Onder het lopen zeiden de bewakers tegen hen dat zij gehersenspoeld waren. De broeders antwoordden: „Het is beslist waar dat wij gehersenspoeld zijn! Nu doen wij niemand kwaad; wij zijn geen dieven, dronkaards of overspelers.” Toen de ambtenaar hun een verhoor afnam, bejegende hij hen vriendelijk en feliciteerde hen met de woorden: „Als iedereen was zoals u, zouden de zaken er anders voorstaan . . . en moge uw God Jehovah u beschermen.” Daarop werden zij vrijgelaten.

Waarom worden onschuldige, vredelievende christenen, die Gods maatstaven van rechtvaardigheid hoog houden, aan vervolging blootgesteld? Omdat zij „geen deel van de wereld” met haar politieke activiteiten zijn (Johannes 17:16). Wat is het vertroostend te weten dat, hoewel Satan en zijn wereld tegen Jehovah’s dienstknechten zullen strijden, zij hen niet zullen overmeesteren! (Jeremia 1:19) In dit land is dat waar gebleken, en de dienstdoende ambtenaar verdient een compliment wegens zijn begrip voor het neutrale standpunt van Jehovah’s Getuigen.

◻ De woorden van Jeremia zijn eveneens waar gebleken bij een ervaring in een Afrikaans land waar het werk van Jehovah’s Getuigen aan beperkingen onderhevig is. Na een beschrijving van de ontberingen die de broeders zich getroosten bij hun pogingen de mensen meer over Jehovah’s schitterende voornemens te leren, zegt het bericht: „Ten gevolge van het neutrale standpunt van Jehovah’s volk krijgen tientallen van onze broeders gevangenisstraffen, dikwijls verscheidene malen achtereen. Zij worden wreed geslagen, gegeseld en op alle mogelijke manieren onder druk gezet om hun christelijke geweten geweld aan te doen. Toen het in een bepaald geval niet gelukt was de rechtschapenheid van een broeder door beestachtige afranselingen te breken, smeedden enkele soldaten een complot om hem te vermoorden. Dit kwam een hogere officier ter ore, die daarop persoonlijk ingreep door hem in het geheim naar een andere stad te laten overbrengen, waardoor hij hem het leven redde.”

Deze vervolging heeft Jehovah’s Getuigen er niet van weerhouden het goede nieuws bekend te maken zoals God geboden heeft (Matthéüs 24:14). Jehovah schraagt hen door zijn geest en zegent hun getrouwe standpunt. Het bericht uit dit land vermeldt tevens: „Ondanks extreme fysieke ontberingen, honger, ziekte, een felle burgeroorlog en vervolging, was er een toename van 17 procent in het gemiddelde aantal verkondigers.” Het aantal aanwezigen bij de Gedachtenisviering steeg met 21 procent, en 21 procent van alle verkondigers stond in april 1984 in de pioniersdienst.

Onze broeders zijn dus gelukkig, ook al worden zij vervolgd. Zij vertrouwen op Jehovah en worden herinnerd aan de woorden van Jeremia: „Zij zullen stellig tegen u strijden, maar zij zullen u niet overmeesteren, want ’ik ben met u’, is de uitspraak van Jehovah, ’om u te bevrijden’.” — Jeremia 1:19.

[Illustratie op blz. 27]

Jehovah schraagt zijn vervolgde Getuigen