Vragenbus
◼ Is het juist publikaties van het Genootschap te reproduceren om aan anderen te verspreiden?
In de loop der jaren heeft het Genootschap een grote verscheidenheid van publikaties uitgegeven die handelen over vrijwel elk aspect van bijbelse kennis. Personen die de waarheid pas de laatste jaren hebben leren kennen, vinden het wellicht een gemis dat bepaald materiaal dat in het verleden is uitgegeven, niet meer via het Genootschap verkrijgbaar is. Sommigen hebben zich heel wat moeite getroost om exemplaren van oudere publikaties te bemachtigen, en anderen hebben het op zich genomen publikaties van het Genootschap te reproduceren en op verschillende manieren verkrijgbaar te stellen. Zo zijn er van publikaties zowel werkelijke herdrukken als computerreprodukties gemaakt. In sommige gevallen is dit om financieel gewin gedaan.
De getrouwe „slaaf” is zich bewust van onze geestelijke noden en treft „te rechter tijd” voorzieningen (Matth. 24:45). Wanneer er een noodzaak bestond om materiaal dat in het verleden is gepubliceerd opnieuw uit te geven, heeft het Genootschap hier regelingen voor getroffen. Wij zijn bijvoorbeeld bezig met de herdruk van de jaargangen van De Wachttoren vanaf 1960; vier jaargangen zijn al klaar en zes andere zullen binnenkort gereedkomen. Als afzonderlijke personen echter zelf het initiatief nemen om zulk materiaal te reproduceren en te verspreiden, kunnen er onnodig problemen ontstaan.
Er worden ernstige problemen gecreëerd wanneer dit materiaal om financieel gewin wordt gereproduceerd en verspreid. In de Vragenbus van Onze Koninkrijksdienst van juli 1977 stond: „Het is . . . het beste theocratische omgang in de Koninkrijkszaal, op de gemeenteboekstudies of op congressen van Jehovah’s volk niet uit te buiten voor het op gang brengen of adverteren van de verkoop van goederen of diensten voor commerciële doeleinden. Dit zal ons helpen geestelijke zaken de volledige aandacht te geven die ze verdienen en commerciële activiteiten op hun juiste plaats te houden.” Daarom is het belangrijk dat wij het vermijden wat Gods Woord of daarmee verband houdende zaken betreft op gewin uit te zijn.