Zij wilden de waarheid
VEEL mensen zijn teleurgesteld omdat de religieuze organisaties van de christenheid in gebreke bleven het geestelijke voedsel te verschaffen dat zij zo nodig hadden. Zich van hun grote geestelijke nood bewust, baden zij of God hen wilde helpen de waarheid te vinden. Nu verheugen zij zich erin dat hij hun gebeden inderdaad verhoord heeft.
● Het was woensdagavond. Een van Jehovah’s getuigen bezocht een man bij wie hij in het verleden een bijbelstudie geleid had. Hoewel deze man er geen belangstelling voor had de studie te hervatten, vertelde hij de Getuige over een andere man die wel geïnteresseerd was. Het was toen al negen uur ’s avonds geweest en het leek de Getuige dus beter met het bezoek te wachten tot de volgende dag. Maar de gedachte kwam bij hem op dat de man dan misschien zou werken. Bovendien zou hij de man de volgende dag ook niet ’s avonds kunnen bezoeken, daar hij dan op de vergadering in de Koninkrijkszaal zou zijn. Daarom voelde de Getuige zich, hoewel het al laat was, gedreven de geïnteresseerde persoon toch nog te bezoeken. Het kostte hem geen moeite het huis van de man te vinden, aangezien de brievenbus met zijn naam en huisnummer op het trottoir stond.
Voordat de Getuige maar een woord kon zeggen, zei de man: ’U bent gekomen om met mij de bijbel te bestuderen.’ Waarom was hij tot deze conclusie gekomen? Had iemand hem opgebeld? Nee, toen hij in bed lag had hij tot God gebeden of Hij iemand wilde zenden om de bijbel met hem te bestuderen. ’Toen ik hoorde kloppen’, zo zei hij, ’wist ik dat mijn gebeden verhoord waren.’ Er werden regelingen getroffen om met hem en zijn vrouw de bijbel te bestuderen. Ongeveer negen maanden later werden beiden opgedragen, gedoopte getuigen van Jehovah.
● Op een dag in februari 1972 bad een oprechte katholieke vrouw tot God om leiding. Hoewel zij iedere ochtend de Mis bijwoonde, voelde zij zich leeg, zonder geestelijk leven.
De volgende ochtend kwam een van Jehovah’s getuigen bij haar aan de deur. De vrouw zei haar snel dat zij een goede, trouwe katholiek was. De Getuige maakte gewag van de bijbel als gemeenschappelijke basis van belangstelling en werd toen binnengenodigd. Deze oprechte vrouw onthulde dat zij vroeger een karmelites in Zuid-Afrika geweest was en een diepe achting en liefde voor de bijbel bezat. Hoewel zij het klooster om persoonlijke redenen had verlaten, bleef zij een godvruchtig katholiek.
Toen de Getuige deze vrouw opnieuw bezocht, vroeg zij haar moeder met haar mee te gaan omdat haar moeder vroeger katholiek geweest was. De vrouw was heel vriendelijk maar maakte duidelijk dat zij een trouwe katholiek was en nooit van religie zou veranderen. Het ter sprake brengen van de bijbel wekte echter opnieuw haar belangstelling en zij stemde toe in een bijbelstudie.
Bij het derde bezoek werd er met de studie begonnen, geleid door de moeder van de Getuige die het eerste bezoek gebracht had. De vrouw gebruikte uitsluitend haar katholieke vertaling en de Getuige de Nieuwe-Wereldvertaling. Tijdens de studie zelf werden alleen deze bijbels gebruikt. De Getuige raadpleegde echter het boek De waarheid die tot eeuwig leven leidt als leidraad om schriftplaatsen uit te zoeken die dan tijdens de studie besproken werden.
De vrouw werd heen en weer geslingerd tussen haar loyaliteit aan de katholieke Kerk en het erkennen van de waarheid die zij op de bijbelstudie leerde. Haar man wilde dat zij met de studie ophield, maar zij dorstte naar kennis. De studie was ongeveer twee maanden aan de gang toen de vrouw om de Nieuwe-Wereldvertaling vroeg en de publikaties van Jehovah’s getuigen aanvaardde.
Naarmate de studie vorderde, groeide de vrouw in kennis van hetgeen Jehovah God behaagt. Op een keer zei ze tijdens de studie dat ze haar beelden vernietigd had (1 Joh. 5:21; Deut. 7:25). Een andere keer vroeg ze de Getuige of deze haar rozenkransen wilde weggooien. Aangezien deze haar erg dierbaar waren, voelde ze dat ze het zelf niet doen kon, maar ze wilde Gods Woord gehoorzamen. — Joh. 4:23.
In april 1972 bezocht zij voor het eerst de Koninkrijkszaal. Dit was ter gelegenheid van de viering van het Avondmaal des Heren. De vrouw voelde zich ontrouw aan de katholieke Kerk en wilde derhalve het gerei met de symbolen niet eens aanraken toen deze werden doorgegeven. Maar zij hield niet met de studie op. Zij bleef naar de Koninkrijkszaal komen en sloeg maar zelden een vergadering over.
Midden mei verbrak de vrouw radicaal al haar banden met de katholieke Kerk. Haar innerlijke strijd was ten einde. Zij wist dat ze de waarheid had gevonden en zij had geen verlangen terug te keren. Weldra vergezelde zij de Getuige bij het bezoeken van anderen om de kostbare waarheden van Gods Woord met hen te delen. Ongeveer negen maanden nadat zij tot God om leiding had gebeden, symboliseerde zij door middel van de waterdoop haar opdracht Jehovah’s wil te doen. Zij is dankbaar dat hij haar oprechte gebed verhoord heeft.