Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g85 8/5 blz. 24-27
  • Een langverwachte familiereünie

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Een langverwachte familiereünie
  • Ontwaakt! 1985
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Vroege herinneringen
  • De verwoestingen van de oorlog
  • Veranderingen na de oorlog
  • Een uniek tv-programma
  • Een ongelooflijke hereniging
  • Een grotere vreugde in het verschiet
  • Families herenigd in Korea — Een nieuw begin?
    Ontwaakt! 2001
  • Ik heb heel wat zien veranderen in Korea
    Ontwaakt! 2008
  • Ik heb Gods kudde zien groeien in Korea
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2008
  • Vol levensvreugde, ondanks mijn handicap
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1979
Meer weergeven
Ontwaakt! 1985
g85 8/5 blz. 24-27

Een langverwachte familiereünie

— Zoals verteld door In-Bok Kim in Korea

’DIT is net alsof je iemand uit de dood verwelkomt!’ Voortdurend bleef die gedachte mij door de geest spelen toen ik mijn al meer dan 30 jaar dood gewaande jongere zuster In-Soon in de armen sloot. Overmand door onze emoties huilden wij als de kleine kinderen die wij waren toen wij elkaar voor het laatst zagen.

Onze hereniging was het resultaat van een programma van de Koreaanse Omroeporganisatie dat op dramatische wijze al meer dan 11.000 familieleden die elkaar reeds lang uit het oog waren verloren, weer bijeen had gebracht. Maar laat ik, voordat ik ga vertellen hoe mijn zuster en ik herenigd werden, mijn verhaal beginnen met de tragische gebeurtenissen die ons, en met ons miljoenen andere Koreanen, van elkaar hadden gescheiden.

Vroege herinneringen

Ik werd in 1936 in de Koreaanse havenstad Intsjon geboren. Ik was de middelste van drie kinderen in het gezin en had een gelukkige jeugd. Toen sloeg plotseling het noodlot toe. In het jaar dat ik negen werd, stierf mijn moeder. Het jaar daarop al overleed ook onze vader. Van de ene dag op de andere, zo leek het wel, waren wij wezen geworden. Toentertijd was onze oudere zuster al getrouwd. Er werd daarom besloten dat In-Soon en ik bij onze oudere zuster en haar man in huis zouden komen. Zo goed als wij konden, begonnen wij ons aan ons nieuwe leven aan te passen.

Toen ik op een dag van school thuiskwam, kreeg ik te horen dat In-Soon weggezonden was om in huis genomen te worden bij familie van mijn zwager in een stad in het midden van Korea. Dit trof mij, als 13-jarig jongetje, als een verpletterende slag. Mijn ouders waren mij ontnomen, en nu was ook In-Soon weg. Mijn oudere zuster troostte mij met de belofte dat als de zaken wat meer op orde waren, wij elkaar zouden kunnen opzoeken. Vanaf die dag verlangde ik naar het moment dat ik weer bij mijn zusje zou zijn. Maar dat moment zou nog een lange tijd op zich laten wachten — 33 jaar om precies te zijn. Want slechts enkele maanden daarna, in juni 1950, brak de Koreaanse oorlog uit.

De verwoestingen van de oorlog

De oorlog eiste een verschrikkelijke tol. De op en neer gaande strijd tussen het Noorden en het Zuiden verwoestte het hele land. Ongeveer een miljoen Zuidkoreaanse burgers werden gedood, een aanzienlijk verlies voor een land dat destijds zo’n 20 miljoen inwoners had. Steden en dorpen werden verwoest. Gezinnen werden ontworteld. Echtgenoten, vrouwen, ouders, kinderen, broers en zusters raakten verstrooid. Onze hele samenleving werd verscheurd.

De verwoestende uitwerking van de oorlog liet ons niet ongemoeid. Er kwam bericht van familieleden dat In-Soon en het hele gezin bij wie zij in huis was, waren omgekomen. Ironisch genoeg, zo hoorde ik later, kreeg zij van een van onze buren die uit het gebied was gevlucht, te horen dat ik de dood had gevonden toen onze vluchtelingenboot op een mijn was gelopen. Het gevolg was dat wij 33 jaar lang beiden dachten dat de ander dood was.

Veranderingen na de oorlog

Tegen juli 1953 kwam aan de oorlog een onbeslist einde. Het land probeerde uit zijn as te herrijzen. Ik verbleef ongeveer anderhalf jaar in een weeshuis, en ten slotte nam een welgesteld zakenman mij in huis. Hij wilde mij grootbrengen en opleiden om het beheer over zijn zaak te kunnen overnemen. Op school haalde ik goede cijfers en mijn toekomst zag er veelbelovend uit. Niettemin hing er altijd een schaduw over mijn gedachten. „Waarom is er zoveel lijden in de wereld?” dacht ik vaak. „Als er een God is, waarom laat hij dan oorlogen en dergelijke toe? Wat heeft dit alles voor zin?”

Het duurde niet lang of ik kwam met Jehovah’s Getuigen in contact en begon, terwijl ik nog op school zat, de bijbel te bestuderen. Het was alsof er in mijn geest en hart een licht begon te schijnen. Nu kreeg ik eindelijk antwoord op mijn vragen. Ik leerde uit de bijbel waarom er oorlogen en lijden bestaan, en wat de — zeer nabije — oplossing is. Dit maakte een eind aan mijn plannen om een carrière in de zakenwereld te beginnen. Ik was nu vastbesloten deze God van vertroosting, Jehovah, te gaan dienen. Ik maakte al spoedig vorderingen tot het punt van de opdracht en doop. Tegen de tijd dat ik 20 was, werd ik door het Wachttorengenootschap aangesteld als speciale pionier, een volle-tijdbedienaar.

Mijn eerste toewijzing was het gebied waar mijn zuster had gewoond toen de oorlog uitbrak. Ik heb heel erg mijn best gedaan haar te vinden, maar niemand wist iets over het gezin. Ik raakte er nog sterker van overtuigd dat zij dood moest zijn. Zo velen hadden hun geliefden in de oorlog verloren. Ook ik moest de realiteit onder de ogen zien.

Letterlijk miljoenen mensen in Korea hebben hetzelfde ervaren als ik. Jarenlang hebben zij op verschillende manieren getracht hun vermiste familieleden op te sporen, maar met weinig resultaat. Advertenties in de kranten of mededelingen over de radio bleken weinig nut te hebben. Eén reden is dat de oorlog het hele communicatie- en transportsysteem van het land had verlamd. Pas kort geleden heeft men de verbindingen in het land weten te herstellen. Een andere reden is dat in Zuid-Korea, dat nu een bevolking heeft van meer dan 40 miljoen mensen, slechts 258 familienamen bestaan. Meer dan de helft van de mensen heeft een van de vijf meest voorkomende familienamen — Kim, Lee, Park, Choi en Chung — en velen van hen hebben ook nog dezelfde voornaam.

Een uniek tv-programma

Onlangs werd echter een begin gemaakt met iets nieuws — een programma dat gebruik maakte van televisie en computertechniek. Het initiatief hiervoor kwam van de Koreaanse Omroeporganisatie en het begon als een tv-documentaire over de Koreaanse oorlog. Een twee uur durende aflevering over gezins- en familieleden die van elkaar gescheiden waren geraakt, ontketende onverwachts zo’n vloed van vragen van kijkers, dat het programma die eerste dag 20 uur achtereen voortgezet moest worden. Daarna bleef men het de week daarop elke dag 14 uur lang uitzenden en het werd ten slotte ongeveer vijf maanden lang een wekelijks terugkerend speciaal programma.

Mensen die op zoek waren naar vermiste familieleden namen contact op met het televisiestation. Zij kregen dan een nummer toegewezen en een datum waarop zij op de tv moesten verschijnen. In de tussentijd werden hun namen en andere bijzonderheden ingevoerd in een computer om te zien of die gegevens overeenstemden met die van anderen die op zoek waren naar een vermist familielid. Als dit geen resultaat opleverde, kwamen zij in de uitzending. Elke persoon verscheen op de tv terwijl hij of zij een groot stuk karton vasthield waarop het toegewezen nummer en de naam, de naam van de vermiste persoon of personen, hun geboorteplaats, de namen van hun ouders en alle andere bijzonderheden vermeld stonden die zij zich konden herinneren.

De programma’s werden over het hele land uitgezonden. Iedereen die naar het programma keek en de persoon of bijzonderheden herkende, kon contact opnemen met het zendstation en rechtstreeks in de studio, onder het oog van de hele natie, met geliefden herenigd worden — compleet met tranen, vreugdekreten en omhelzingen. Mensen die in andere delen van het land woonden, werden herenigd door middel van tv-monitors die zowel konden zenden als ontvangen. Volgens de Koreaanse krant Choong Ang Ilbo bracht het programma van de 53.535 personen die er de hulp van inriepen, 11.089 bij elkaar.

De Korean Times van 16 augustus 1983 berichtte: „Nooit eerder in zijn geschiedenis heeft het Koreaanse volk spontaan en gelijktijdig zo veel vreugdetranen vergoten. Nooit eerder in de 5000-jarige historie van Korea heeft de gehele bevolking dat ontroerende gevoel van eendracht en eenheid ervaren als tijdens de met veel tranen gepaard gaande hereniging van duizenden van haar broeders die van hun bloedverwanten waren gescheiden.”

Een ongelooflijke hereniging

Toen ik de emotionele maar gelukkige herenigingen op de televisie zag, met inbegrip van verwanten die elkaar jarenlang dood hadden gewaand, kwamen oude herinneringen weer bij mij boven. Zou In-Soon misschien toch nog leven? Ik moest het gewoon nog één keer proberen haar te vinden. Ik ging naar het station en liet onze namen en andere bijzonderheden invoeren in de computer. Ik kreeg een datum op om een maand later op de televisie te verschijnen. Toen ging ik naar huis — en wachtte.

Vijf dagen voordat ik in de uitzending zou moeten verschijnen, kwam er een telefoontje van het televisiestation. Men vertelde mij dat mijn zuster was gevonden en dat ik naar de studio moest komen om haar te ontmoeten. Het bleek, hoe ongelooflijk het ook lijkt, dat zij op precies dezelfde dag als ik daar was geweest om haar naam in de computer te laten invoeren.

Onderweg naar het zendstation kwamen mij allemaal oude herinneringen voor de geest. Ik begon mij onzeker en verward te voelen. Ik herinnerde mij slechts een jong meisje van 11 jaar. Zou ik haar nu herkennen? Hoe kon ik er zeker van zijn dat zij mijn zuster was? Als zij het niet was, dan zou ik al het oude zeer en alle pijnlijke herinneringen voor niets hebben opgerakeld.

Toen wij bij elkaar werden gebracht herkende In-Soon mij meteen. Maar ik was bezorgd en nerveus. Het was op zijn zachtst gezegd niet gemakkelijk iemand te ontmoeten van wie men houdt maar die men 33 jaar lang dood gewaand heeft. Was zij werkelijk In-Soon? Hoe kon ik daar zeker van zijn? Na een poosje gepraat te hebben, besloten wij onze geboorteplaats Intsjon, waar mijn oudere zuster woont en dat zo’n 40 kilometer verderop ligt, te bezoeken.

Op weg daarheen begonnen wij oude herinneringen uit onze jeugdjaren op te halen. Wij spraken over ons huis in Hwapyung Dong, een wijk in Intsjon. Wij herinnerden ons dat het een zwart zinken dak had. Als het ’s nachts regende, maakte het geroffel van de regendruppels op het dak ons zo bang dat wij in bed doken en ons samen onder de lakens verborgen. Wij herinnerden ons dat onze buurman, wiens huis ook een zinken dak had, maar dan rood geverfd, als gevolg van tyfus zijn haren verloor en dat spoedig daarna onze moeder door dezelfde ziekte werd getroffen en stierf.

Zulke herinneringen overtuigden mij er boven alle twijfel van dat dit inderdaad mijn jongere zuster was naar wie ik op zoek was geweest. Onze ogen vulden zich met tranen van vreugde. Wij konden onszelf niet langer beheersen. Samen huilden wij over onze vreugdevolle hereniging.

Een grotere vreugde in het verschiet

Mijn vreugde is nog toegenomen sinds wij elkaar die dag ontmoetten. In-Soon is nu begonnen de bijbel te bestuderen. Ook zij zal de reden vernemen voor al het lijden in de wereld, en leren wat zij dient te doen om opgenomen te worden in Jehovah’s grootse voornemen met allen die hem liefhebben en gehoorzamen.

Terwijl duizenden de onuitsprekelijke vreugde hebben ervaren met lang vermiste familieleden herenigd te worden, zijn er nog miljoenen voor wie dat nog niet het geval is geweest. Naar men zegt, zijn er ongeveer tien miljoen mensen door de grens tussen Noord- en Zuid-Korea van hun verwanten gescheiden. Daar er geen communicatie over de grens is toegestaan, weten velen niet eens of hun verwanten aan de andere kant dood zijn of leven.

Voor dezen en anderen in soortgelijke situaties bestaat er echter hoop. De bijbel vertelt ons dat Gods koninkrijk in handen van Jezus Christus spoedig politieke en andere barrières die de menselijke familie verdeeld houden, zal opheffen (Daniël 2:44). Dan zal men ook Jezus’ belofte in Johannes 5:28, 29 in vervulling zien gaan: „Verwondert u hierover niet, want het uur komt waarin allen die in de herinneringsgraven zijn, zijn stem zullen horen en te voorschijn zullen komen.” Wat een tijd van verheuging zal dat zijn! Want dan zal eindelijk de langverwachte familiereünie van de hele mensheid werkelijkheid worden.

[Inzet op blz. 25]

33 Jaar lang dachten wij beiden dat de ander dood was

[Illustratie op blz. 26]

Zo kwamen degenen die vermiste familieleden zochten, op de tv

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen