Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g91 22/12 blz. 4-7
  • Opzienbarende groei

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Opzienbarende groei
  • Ontwaakt! 1991
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Groei in vroege jaren
  • De groei hield aan ondanks tegenstand
  • Binnen en buiten de gevangenissen
  • Gelukkige congresgangers
  • De toekomst van de religie in de Sovjet-Unie
    Ontwaakt! 1973
  • Een doelwit van de sovjetaanval
    Ontwaakt! 2001
  • Wat een vreugde in Oost-Europa!
    Ontwaakt! 1991
  • Jehovah’s Getuigen in Oost-Europa
    Ontwaakt! 1991
Meer weergeven
Ontwaakt! 1991
g91 22/12 blz. 4-7

Opzienbarende groei

JEHOVAH’S GETUIGEN hebben nooit een bedreiging gevormd voor de politieke autoriteiten van de landen waar zij wonen, en dit wordt nu erkend. In een artikel over een van de congressen van deze zomer in de Sovjet-Unie merkte de krant Krasnojarski Komsomolets op: „De ideologen van ons land hebben eindelijk ingezien dat de Jehovah-mensen geenszins een bedreiging vormen voor de openbare wet en orde.”

In dezelfde geest berichtte de Russische krant Vostotsjno-Sibirskaja Pravda: „Daar de organisatie van Jehovah’s Getuigen strikt religieus is, nemen zij niet deel aan politieke conflicten en moedigen zij hun leden niet aan enig politiek blok te steunen, maar steunen zij de autoriteit van de bijbel en de Auteur ervan, Jehovah God.”

Groei in vroege jaren

Jehovah’s Getuigen zijn al vele tientallen jaren actief in Oost-Europa. Tegen het einde van de jaren ’30 telde Roemenië al ruim 2000 Getuigen, Polen 1000 en Tsjechoslowakije en Hongarije honderden, terwijl er tientallen Getuigen in Joegoslavië waren. Hoewel de uitgestrekte Sovjet-Unie er slechts een klein aantal had, veranderde dit van de ene dag op de andere.

Een Sovjet-deskundige, Walter Kolarz, schreef in zijn boek Godsdienst in de Sowjet-Unie dat andere Getuigen Rusland binnenkwamen „via de gebieden die de Sowjet-Unie in 1939–’40 annexeerde en waar zij met kleine, maar zeer actieve groepen vertegenwoordigd waren”. Zo zagen Getuigen die in oostelijke gedeelten van Polen, Tsjechoslowakije en Roemenië woonden, zich plotseling, van de ene dag op de andere als het ware, overgezet in de Sovjet-Unie!

Nog een opmerkelijke manier waarop Jehovah’s Getuigen toegang kregen tot de Sovjet-Unie, was via de Duitse concentratiekampen. Hoe dat zo? Nu, tijdens de Tweede Wereldoorlog zaten er Russische gevangenen in deze kampen, samen met duizenden Duitse Getuigen. Deze Duitsers waren in de kampen gezet omdat zij niet van hun christelijke neutraliteit af te brengen waren (Johannes 17:16; 18:36). Zij wilden liever lijden en sterven dan Gods wetten te overtreden door onder dienst te gaan in Hitlers legers en zich daardoor schuldig te maken aan het doden van medechristenen in andere landen of aan het doden van wie maar ook. — 1 Johannes 3:10-12.

Zo vormden, aldus Kolarz, „hoe ongelofelijk het ook moge klinken, de Duitse koncentratiekampen . . . een van de kanalen waardoor de boodschap van Jehova’s Getuigen Rusland bereikte. Zij werd namelijk overgebracht door Russen die in Duitsland gevangen hadden gezeten en die zich waarschijnlijk uit bewondering voor de moed en de standvastigheid van de Getuigen in hun leer hadden verdiept.” Alleen al in het vrouwenkamp Ravensbrück hadden naar verluidt honderden jonge Russinnen de door Jehovah’s Getuigen verkondigde bijbelse boodschap aanvaard.

Na de oorlog kwamen gevangenen uit Oosteuropese landen die Jehovah’s Getuigen waren geworden, terug in hun eigen land. Daar predikten zij ijverig dat de heerschappij door Gods koninkrijk de enige hoop is voor blijvende vrede. Zo nam het aantal Getuigen in Oost-Europa opzienbarend toe. In april 1946 predikten er ruim 4000 in de Sovjet-Unie, en dit aantal verdubbelde zich al snel. In september 1946 hielden de Getuigen in Roemenië een congres in Boekarest, dat werd bijgewoond door ongeveer 15.000 personen.

Kort daarna begon de koude oorlog, waardoor er een eind kwam aan het reizen en de verbindingen tussen Oost-Europa en het Westen. Bovendien begonnen de nieuwe machthebbers in Oost-Europa zich tegen Jehovah’s Getuigen te keren. Helaas bezagen zij de Getuigen als een bedreiging en velen van hen kwamen in de gevangenis terecht. Desondanks telde Tsjechoslowakije in 1951 3705 actieve Getuigen, Hongarije 2583, Joegoslavië 617 en Polen ruim 15.000.

De groei hield aan ondanks tegenstand

In 1967 schreef Maurice Hindus over Jehovah’s Getuigen in zijn boek The Kremlin’s Human Dilemma. Wat hij zei gold niet alleen voor Getuigen in de Sovjet-Unie maar ook voor Getuigen in andere delen van Oost-Europa. „Hoewel zij ondergronds functioneren, worden zij opgespoord en tot zware gevangenisstraffen veroordeeld. Maar zij zijn niet te stoppen. Worden zij in de ene plaats beteugeld, in de andere steken zij de kop weer op . . . Zij blijken net zo onverwoestbaar als de Sovjet-politie.”

In het voorjaar van 1951 werd Jehovah’s Getuigen in de Sovjet-Unie een zware slag toegebracht. Meer dan 7000 van hen in de Europese Sovjet-republieken werden gearresteerd en weggevoerd naar gevangenkampen in afgelegen delen van het land, waaronder Siberië en Vorkoeta, in het verre noorden. Wat was het gevolg?

„Dit was niet het einde van Jehova’s Getuigen in Rusland,” schrijft Kolarz, „maar enkel het begin van een nieuwe periode in hun bekeringswerk. Zij probeerden zelfs propaganda te maken voor hun geloof, als de trein naar hun ballingsoord onderweg stopte. De sowjetregering had geen beter middel kunnen bedenken om de verspreiding van de sekte te bevorderen dan de deportatie van haar leden. Verlost uit hun dorpsisolement, werden de Getuigen in een wijdere wereld gebracht, ook al was het enkel de verschrikkelijke wereld van koncentratiekampen en dwangarbeid.”

Binnen en buiten de gevangenissen

Net zoals de eerste-eeuwse christenen zonder ophouden bleven prediken als zij vervolgd werden, deden Jehovah’s Getuigen dat in de Sovjet-Unie (Handelingen 5:42). Helene Celmina, een Letse die in de gevangenis zat wegens haar ten laste gelegde misdrijven, zegt dat in het deel van het strafkamp Potma waar zij van 1962 tot 1966 zat, circa 350 gedetineerden waren. „Ongeveer de helft van hen”, vertelde zij, „waren Jehovah’s Getuigen.” In haar boek Women in Soviet Prisons schreef Celmina over wat zij in het kamp zag:

„Regelmatig arriveert er lectuur uit Brooklyn, in goede staat en in grote hoeveelheden via inofficiële en goedgeorganiseerde kanalen . . . Niemand kon begrijpen hoe in dit land van prikkeldraad en beperkt menselijk contact verboden lectuur kon binnenkomen — en uit de Verenigde Staten nog wel! Veel getuigen van Jehovah hebben tien jaar dwangarbeid gekregen louter omdat zij een paar uitgaven van het tijdschrift De Wachttoren in hun flat hadden. Daar mensen gearresteerd worden wegens het bezit van deze geschriften, is de bezorgdheid en ergernis van de leiding over de aanwezigheid van deze lectuur in het kamp begrijpelijk.”

Dank zij Jehovah’s hulp kon niets de verbreiding van dit geestelijke voedsel tegenhouden! Celmina merkte op: „Niemand heeft ontdekt hoe [De Wachttoren] het kamp binnenkomt. Want na zijn veroordeling wordt elke gevangene van alle kleding ontdaan en helemaal gefouilleerd. Bij zijn aankomst in het kamp wordt elke gevangene opnieuw zeer grondig gefouilleerd. Koffers worden onderzocht op dubbele bodems. Geen vreemde mag het kamp in zonder goede reden. Wanneer gedetineerden uit het kampgebied worden gelaten om op het land te werken, zijn zij omringd door gewapende bewakers en mag er niemand in hun buurt komen. Als zij ’s avonds naar het kamp terugkeren, wordt elke gevangene grondig gefouilleerd. Maar ondanks deze controle bereikt de lectuur uit Brooklyn haar lezers.”

Terzelfder tijd gingen dappere christenen buiten de Sovjet-gevangenis onverschrokken door met hun prediking en onderwijsactiviteiten. Daarvan getuigden publikaties en films die uitgebracht werden in een poging de invloed van hun bediening tegen te gaan. Zo werd in 1978 het boek De waarheid over Jehovah’s Getuigen uitgegeven met de bedoeling, zoals in het voorwoord werd uitgelegd, „atheïstische voorlichting te geven onder de volgelingen van deze godsdienstige beweging”.

De schrijver, V. V. Konik, wees er onder meer op dat Jehovah’s Getuigen in de meeste gevallen openbare toespraken houden op hun begrafenissen en bruiloften. „In augustus 1973 bijvoorbeeld”, zo schreef hij, „vond er in het dorp Krasnaja Poljana in de streek Krasnodarski een huwelijk plaats tussen twee leden van de organisatie, bijgewoond door ongeveer 500 mensen. Zes predikanten hielden lezingen voor hen, en hun toespraken waren te horen over twee luidsprekers. Vervolgens werd er een toneelstuk opgevoerd om te laten zien hoe Jehovah’s Getuigen gesprekken voeren met mensen van andere godsdiensten en met atheïsten.”

Ja, ondanks het verbod op hun werk bleven Jehovah’s Getuigen in heel Oost-Europa ijverig het goede nieuws van Gods koninkrijk prediken, gehoorzaam aan Christus’ profetische gebod (Mattheüs 24:14). Uiteindelijk, in mei en juni 1989, werden Jehovah’s Getuigen wettelijk erkend in Polen en Hongarije, in april 1990 in Roemenië, in maart 1991 in de Sovjet-Unie en in juli 1991 in Bulgarije. En ook in Tsjechoslowakije kan hun werk ongehinderd verricht worden.

Gelukkige congresgangers

Tegen deze achtergrond kunt u misschien beter begrijpen waarom de tienduizenden afgevaardigden naar de Oosteuropese congressen zo blij waren — zij huilden, omhelsden elkaar, klapten in hun handen en wuifden elkaar op de tribunes van de stadions over en weer toe.

Boedapest, Praag en Zagreb waren aangewezen als „internationale congressen” en er waren speciale regelingen getroffen om tienduizenden afgevaardigden uit andere landen te huisvesten. In de Sovjet-Unie werden congressen gehouden in zeven steden, met 74.252 aanwezigen; Polen had 131.554 aanwezigen op de twaalf congressen; en 34.808 personen woonden de acht congressen in Roemenië bij. Hoewel de Getuigen geen congres in Bulgarije konden houden, staken zo’n 300 personen uit Bulgarije de grens over naar het Griekse Thessaloniki, waar zij genoten van het programma in hun eigen taal.

Het treffen van regelingen voor de vele duizenden afgevaardigden en het huisvesten van hen was geen gemakkelijke opgaaf voor de Oosteuropese Getuigen. Bedenk dat er in de Sovjet-Unie nog nooit zulke congressen waren gehouden! En het verzorgen van tienduizenden gasten, wat de Getuigen in Boedapest en Praag deden, was een ongelooflijk grootse onderneming. Stel u daarbij eens voor wat het was een congres in Zagreb te houden onder de dreiging van een burgeroorlog terwijl in de verte explosies werden gehoord!

U zult vast onder de indruk zijn als u het nu volgende verslag over deze congressen leest.

[Kaarten op blz. 7]

(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)

DE DRIE STEDEN MET EEN INTERNATIONAAL CONGRES EN DE ZEVEN CONGRESSTEDEN IN DE SOVJET-UNIE

SOVJET-UNIE

TALLIN

KIËV

LVOV

TSJERNOVTSY

ODESSA

POLEN

DUITSLAND

TSJECHOSLOWAKIJE

PRAAG

OOSTENRIJK

HONGARIJE

BOEDAPEST

ROEMENIË

JOEGOSLAVIË

ZAGREB

BULGARIJE

ALBANIË

ITALIË

GRIEKENLAND

TURKIJE

[Kaart]

SOVJET-UNIE

ALMA-ATA

OESOLJE-SIBIRSKOJE

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen