Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g95 8/11 blz. 13-14
  • Het Opperste Gerechtshof van Canada bekrachtigt de rechten van ouders

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Het Opperste Gerechtshof van Canada bekrachtigt de rechten van ouders
  • Ontwaakt! 1995
  • Vergelijkbare artikelen
  • Je kinderen tegen misbruik van bloed beschermen
    Onze Koninkrijksdienst 1992
  • Vechten voor vrijheid van aanbidding
    Gods Koninkrijk regeert!
  • U hebt het recht om te kiezen
    Hoe kan bloed uw leven redden?
  • Doet uw keuze van medische behandeling er iets toe?
    Ontwaakt! 2001
Meer weergeven
Ontwaakt! 1995
g95 8/11 blz. 13-14

Het Opperste Gerechtshof van Canada bekrachtigt de rechten van ouders

DOOR ONTWAAKT!-CORRESPONDENT IN CANADA

WANNEER uw kind met ernstige medische problemen wordt geconfronteerd, bent u als liefdevolle ouders uiteraard bezorgd. Wat is het dan geruststellend en vertroostend wanneer verantwoordelijke, meelevende artsen uw keuze van behandeling respecteren! Maar er doen zich situaties voor waarin men met willekeur te werk gaat en de wensen van ouders negeert. Dit leidt heel vaak tot een traumatische ervaring.

In Canada verleent de wetgeving inzake kinderbescherming staatsambtenaren de bevoegdheid kinderen onder hun hoede te nemen. Vier provincies staan de staat toe de keuze van de ouders zonder vorm van proces terzijde te schuiven. Dit werpt vraagstukken op die belangrijk zijn voor alle ouders en kinderen. Op welk terrein mogen ouders beslissingen nemen? Als de staat besluit in te grijpen in de beslissingen van ouders, welke procedure moet er dan worden gevolgd om ouders en kinderen fundamenteel recht te verschaffen? Wordt de ouderlijke bevoegdheid om beslissingen te nemen door de grondwet beschermd?

In The Toronto Star van 3 maart 1995 verscheen een artikel waarin deze vraagstukken werden samengevat zoals ze verband hielden met het geval van een meisje dat in 1983 te vroeg ter wereld kwam. Haar ouders waren Jehovah’s Getuigen. „[Zij] aanvaardden de meeste medische behandelingen maar maakten bezwaar tegen bloedtransfusies. De artsen vroegen een gerechtelijk bevel aan. De rechter verleende de Raad voor de Kinderbescherming de zeggenschap. Pas drie weken later kreeg de baby bloed toegediend, en dat ook alleen nog maar als voorbereiding op een niet ogenblikkelijk noodzakelijk oogonderzoek en een eventuele oogoperatie. De ouders tekenden bezwaar aan, helemaal tot aan het Opperste Gerechtshof.”

Op 27 januari 1995 werd er uitspraak gedaan, en hoewel het Opperste Gerechtshof de in 1983 ondernomen actie niet afkeurde, formuleerden vijf van de negen rechters richtlijnen ter voorkoming van misbruik van staatsgezag. De uitspraak van het Hof bekrachtigde het recht van ouders om medische beslissingen voor hun kinderen te nemen.

Het Hof schonk in het bijzonder aandacht aan de beslissingen van ouders in het licht van de vrijheid van godsdienst die gewaarborgd wordt door het Canadese Handvest van Rechten en Vrijheden. Rechter Gerard La Forest, die de meerderheid vertegenwoordigde, zei: „Het recht van ouders om hun kinderen groot te brengen overeenkomstig hun eigen geloofsovertuiging, met inbegrip van het kiezen van medische en andere behandelingen, vormt net zo goed een fundamenteel aspect van vrijheid van godsdienst.”

Dit is de eerste keer dat het hoogste rechtscollege van Canada heeft beslist dat de vrijheid van godsdienst in het Handvest het recht van ouders omvat om medische behandeling voor hun kinderen te kiezen. Rechter La Forest concretiseerde dit beginsel toen hij zei: „Dit wil niet zeggen dat de staat niet kan ingrijpen wanneer hij het nodig acht de autonomie of de gezondheid van het kind te beschermen. Maar dit ingrijpen moet gerechtvaardigd zijn. Met andere woorden, de beslissingen van ouders moeten onder de bescherming van het Handvest vallen wil er door de rechter op juiste wijze toezicht worden gehouden op het ingrijpen van de staat, welk ingrijpen slechts mag worden toegelaten wanneer het overeenkomstig de waarden is die ten grondslag liggen aan het Handvest.”

Rechter La Forest onderstreepte de noodzaak om inmenging in de beslissingen van ouders te verantwoorden toen hij reageerde op de opmerkingen van twee van zijn ambtgenoten: „Sommige van hun opmerkingen zouden zo begrepen kunnen worden dat de rechten van een ouder terzijde mogen worden geschoven alleen maar omdat een arts dat noodzakelijk acht. Het zou mij heel erg verontrusten als een arts het standpunt van de ouder terzijde zou kunnen schuiven zonder die noodzaak aan te tonen.”

Dat ouders beslissingen nemen in verband met medische behandelingen werd krachtens het Canadese Handvest van Rechten en Vrijheden als een grondrecht geïdentificeerd. Op deze wijze werd er een krachtige boodschap overgebracht aan medewerkers van de Raad voor de Kinderbescherming en rechters. Zij moeten behoedzaam en met gepast respect voor de rechten van ouders te werk gaan. Verantwoordelijke artsen zullen deze richtlijnen ook verwelkomen omdat ze een bekrachtiging vormen van het recht van ouders om voor redelijke alternatieven, met inbegrip van bloedvrije medische behandeling voor hun kinderen, te kiezen.

Gezien het huidige debat over bloedtransfusies en de bekende risico’s ervan, waaronder aids, kan men begrijpen waarom rechter La Forest vervolgens opmerkte: „De bezorgdheid waaraan de eisers in de onderhavige cassatiezaak uiting geven, werpt het algemenere vraagstuk op of het juist is behandelingen voort te zetten waarvan de medische voordelen zeer twijfelachtig zijn . . . Maar het medische bewijsmateriaal dat in 1983 werd overgelegd . . . staat ons niet toe de noodzaak van de bloedtransfusie in twijfel te trekken, hoewel sommigen achteraf geneigd zouden zijn dat wel te doen. Deze cassatiezaak herinnert ons echter wel aan de noodzaak om zorgvuldig te werk te gaan wanneer men de weigering van ouders terzijde schuift.” — Wij cursiveren.

Het eerder vermelde artikel in The Toronto Star concludeerde: „Wat is er door de uitspraak van het Opperste Gerechtshof bereikt? Ten eerste beschikken artsen, ouders, maatschappelijk werkers en rechters nu over richtlijnen voor het geval dat er verschil van mening bestaat tussen ouders en artsen. Ten tweede zou de nadruk op medische alternatieven de weg moeten openen tot een grotere flexibiliteit op het gebied van transfusiegeneeskunde in een tijd waarin steeds meer bloedvrije alternatieven worden ontwikkeld en beschikbaar gesteld. Ten derde moet er, wanneer besloten wordt de beslissing van de ouders aan te vechten, een eerlijk proces zijn waarbij op de staat en de artsen de plicht rust om de noodzaak van het voorgestelde ingrijpen aan te tonen.”

Artsen, rechters en ouders in andere landen zullen de richtlijnen die door de meerderheid werden opgesteld in de uitspraak van het Canadese Opperste Gerechtshof, ongetwijfeld nuttig en constructief vinden. Wij hopen dat artsen overal ter wereld ermee zullen voortgaan op een van begrip en medegevoel getuigende wijze medische zorg te verlenen, met aandacht voor de rechten van zowel kinderen als ouders.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen