Wanneer land woestijn wordt
NAAR verluidt verandert in bijna 100 staten land langzaam in woestijn, wat het leven van ruim 900 miljoen mensen beïnvloedt en wereldwijd een geschat jaarlijks verlies van $42 miljard aan inkomsten betekent. Hoewel arme gebieden het zwaarst worden getroffen (81 van de staten zijn ontwikkelingslanden), bedreigt de woestijnvorming of desertificatie landen in elk werelddeel.
Het Milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP) noemt woestijnvorming „een van de ernstigste mondiale milieuproblemen”. Tegelijkertijd zeggen wetenschappelijk onderzoekers ook dat „de woestijn niet oprukt”. Hoe is dat mogelijk?
Woestijnen bewegen en definities veranderen
Na de lange droogte in de Afrikaanse Sahel (1968–1973) stond het beeld van woestijnen die oprukten over landbouwgronden de mensen scherp in de geest gegrift. Maar de „pikzwarte scenario’s” die wetenschappers destijds schilderden, zegt Donald A. Wilhite, directeur van het Internationale Droogte Informatiecentrum aan de University of Nebraska (VS), waren „gebaseerd op schaarse gegevens over een betrekkelijk korte periode die een onnauwkeurig beeld verschaften”.
Geavanceerde satellietbeelden aan de hand waarvan de biomassa (de hoeveelheid levende substantie) wordt vastgesteld, laten zien dat de vegetatie in het droge en natte jaargetijde schommelingen vertoont. Deze variaties, zeggen deskundigen, „wekken de indruk dat de woestijn zich uitbreidt of inkrimpt”. Woestijnen zijn dus wel „in beweging” maar niet altijd „aan het oprukken”. Niettemin, beklemtoont dr. Wilhite, „treedt er woestijnvorming op”. Maar wat wil dat nu precies zeggen?
Woestijnvorming
„Woestijnvorming” wordt vaak verward met de uitbreiding en inkrimping van woestijnen. Maar, legt een groep onderzoekers uit, met woestijnvorming wordt een ander verschijnsel bedoeld. Terwijl uitbreiding en inkrimping plaatsvindt aan de randen van bestaande woestijnen, treedt woestijnvorming op in uiterst droge streken, waarvan sommige ver van enige woestijn vandaan kunnen liggen. Van zulke droge landbouwgrond, die 35 procent van het landoppervlak van de aarde vertegenwoordigt, veranderen uitgestrekte gebieden langzaam in woestijnen. Dat verschijnsel wordt nu als woestijnvorming beschouwd.
Maar ondanks deze ruimere opvatting over waar woestijnvorming plaatsvindt, duurt de verwarring over de twee verschijnselen voort. Hoe komt dat? Panos, een in Londen gevestigd voorlichtingsinstituut gespecialiseerd in ontwikkelingszaken, wijst op één oorzaak. Soms houden beleidsmakers het sprekende beeld van de oprukkende woestijn in leven omdat het „een beeld [is] waaromheen politieke mobilisatie gemakkelijker is dan om het complexere proces van ’woestijnvorming’”.
„Het veranderend begrip”, legt Panos uit, „heeft heel wat discussies opgeroepen over wat ’woestijnvorming’ nu eigenlijk is.” Waar gaat het dan om? Mens of klimaat. Eerst stelden de VN voor, woestijnvorming te definiëren als „bodemdegradatie in aride, semi-aride en droge sub-humide gebieden, voornamelijk als gevolg van schadelijke menselijke invloeden”. (Wij cursiveren.) Deze definitie stond veel landen niet aan, zegt Camilla Toulmin, directeur van het Drylands Project bij het Internationale Instituut voor Milieu en Ontwikkeling, omdat daarmee de verantwoordelijkheid voor woestijnvorming bij de mens wordt gelegd. Daarom werd onlangs het laatste stukje van de definitie veranderd in „als gevolg van klimaatveranderingen en menselijke activiteiten”. (Wij cursiveren.) Met deze nieuwe definitie wordt de schuld voor woestijnvorming bij zowel de mens als het klimaat gelegd, maar daarmee was de discussie niet geëindigd. Waarom niet?
„Sommige deskundigen geloven”, zegt Panos, „dat het groeiende aantal definities en de daaruit voortvloeiende controverse in feite een poging is om extra fondsen te bemachtigen voor een groter aantal landen die geacht worden gevaar te lopen.” Het gevolg van de voortdurende controverse is dat „de term zelf bijna nietszeggend is geworden”. Er zijn mensen die zelfs vinden dat de term „woestijnvorming” helemaal overboord gezet moet worden. Toch zal vervanging van het woord het probleem uiteraard niet oplossen of de oorzaken wegnemen. Wat zijn de oorzaken van woestijnvorming?
Grondoorzaken en gevolgen
In het boek Desertification van de hand van Alan Grainger wordt gezegd dat de grondoorzaken overbebouwing, overbeweiding, ontbossing en een slechte toepassing van irrigatie zijn. Wanneer twee of meer van deze oorzaken zich samen voordoen, is woestijnvorming gewoonlijk het gevolg. Bovendien maken bijkomende factoren — zoals veranderingen in de bevolking, het klimaat en de sociaal-economische omstandigheden — het probleem nijpender.
Eén voor de hand liggend gevolg van woestijnvorming is het verloren gaan van het voedsel-producerend vermogen van droog land. Het gebeurt wereldwijd, maar vooral in Afrika, waar 66 procent van het vasteland woestijn of droog land is. Woestijnvorming heeft echter nog meer bittere consequenties. Het leidt tot oorlog. „In het complexe web van oorzaken die tot sociale en politieke onrust, bloedvergieten en oorlog leiden,” wordt in het boek Greenwar — Environment and Conflict opgemerkt, „speelt milieudegradatie een steeds grotere rol.”
Zelfs pogingen om oorlogen te voorkomen eisen hun tol van het milieu en vergroten zo de armoede. Hoe? „Geconfronteerd met politieke instabiliteit veroorzaakt door gevechten om slinkende hulpbronnen als gevolg van gronddegradatie,” legt Panos uit, „reageren regeringen vaak met inzet van het leger om het geweld de kop in te drukken. Op die manier gebruiken regeringen beschikbare middelen voor militaire doeleinden in plaats van ze aan te wenden voor het verlichten van de armoede.” Maar wat kan er, in plaats van de gevolgen van woestijnvorming tegen te gaan, gedaan worden om de oorzaken ervan te bestrijden?
Geen onmiddellijke oplossing
Na dertien maanden over die vraag nagedacht te hebben, namen vertegenwoordigers van meer dan 100 landen de „VN-Conventie inzake Woestijnvorming” aan, een plan dat volgens de VN „een belangrijke stap voorwaarts” is in het tegengaan van woestijnvorming. De conventie drong aan op onder meer overdracht van anti-desertificatietechnologieën van ontwikkelde naar ontwikkelingslanden, op research- en opleidingsprogramma’s en, vooral, op een beter gebruik van de kennis van de plaatselijke bevolking (UN Chronicle). Zal deze nieuwe overeenkomst de degradatie van droog land een halt toeroepen?
Wil er iets veranderen, zegt Panos, dan zijn woorden niet voldoende maar moet er concrete steun komen. Hama Arba Diallo, een van de organisatoren van de conferentie, berichtte dat er tussen 1977 en 1988 zo’n $1 miljard per jaar werd uitgegeven aan anti-desertificatiemaatregelen. Maar om echt vooruitgang te boeken, moeten de 81 ontwikkelingslanden volgens de UNEP er zo’n vier tot acht keer zoveel aan besteden.
Maar wie zal de rekening betalen? „Er zal weinig nieuw geld van de industrielanden komen voor anti-desertificatiewerk”, waarschuwt Panos, en voegt eraan toe dat het „irreëel [is] als arme landen waar woestijnvorming optreedt, een gemakkelijke of onmiddellijke oplossing van de conventie verwachten”. Niettemin, zo besluit Panos met een positief geluid, komt er, doordat er nu op mondiale schaal over woestijnvorming wordt gesproken, meer aandacht voor het probleem, „wat een succes op zich is”.
’De wildernis zal zich uitbundig verheugen’
De afgelopen decennia zijn veel mannen en vrouwen er inderdaad in geslaagd de mensheid bewuster te maken van de catastrofe die voortgaande woestijnvorming zou teweegbrengen. Leuzen als „De mens wordt voorafgegaan door bossen en gevolgd door woestijnen” dagen mensen uit die volgorde om te keren.
Toch erkennen welingelichte mensen ook dat woestijnvorming een complex probleem is. Zij zijn realistisch genoeg om te beseffen dat de mens, hoe goed hij het ook bedoelt, beperkt is in zijn mogelijkheden om de oorzaken van de huidige wereldproblemen aan te pakken.
Tegelijkertijd is het voor mensen die zich zorgen maken over de toekomst van onze planeet echter aanmoedigend te weten, dat de Schepper van de aarde beloofd heeft dit en andere milieuproblemen effectief op te lossen. En omdat Gods in de bijbel opgetekende beloften altijd betrouwbaar gebleken zijn, is het reëel uit te zien naar de vervulling van wat de profeet Jesaja onder inspiratie van Jehovah schreef over de toekomst van woestijnen en gedegradeerd land: „De wildernis en de waterloze streek zullen zich uitbundig verheugen, en de woestijnvlakte zal blij zijn en bloeien als de saffraan. . . . Want in de wildernis zullen bruisende wateren zijn opgeweld, en stromen in de woestijnvlakte. En de door de hitte verschroeide bodem zal als een rietpoel zijn geworden, en de dorstige bodem als waterbronnen” (Jesaja 35:1-7; 42:8, 9; 46:8-10). Wat een vreugde zal het zijn in de nabije toekomst mee te maken dat het woestijnvormingsproces een halt toegeroepen en omgekeerd wordt!
[Kader op blz. 16]
Percentage grond dat woestijn of droog land is
Afrika 66%
Australië 75%
Azië 46%
Europa 32%
Noord-Amerika 34%
Zuid-Amerika 31%
Wereld 41%
[Kader op blz. 17]
Verandert land door irrigatie in woestijn?
Kan irrigatie — bevloeiing van de grond — land in woestijn veranderen? Ja, wanneer de irrigatie te wensen overlaat, wanneer de drainage van de grond niet goed is. Eerst wordt het land doordrenkt met water; dan wordt het zout; en later vormt zich een zoutkorst op de oppervlakte. „Onjuiste irrigatie”, merkt Panos op, „verandert land in woestijn met de snelheid waarmee er nieuwe irrigatiesystemen in gebruik worden genomen.”
[Kaart op blz. 16, 17]
(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)
WOESTIJN
IN GEVAAR
[Verantwoording]
Mountain High Maps® Copyright © 1995 Digital Wisdom, Inc.
[Illustratie op blz. 15]
Landbouwgrond die langzaam woestijn wordt