Lied 112
Dan zal men weten
1. Lang is uw naam gesmaad en trots geweerd,
Is door bedrog uw heil’ge plaats onteerd.
Christus onthult straks uw rechtvaardigheid;
Hij breekt de macht van Satan voor altijd.
(Refrein)
2. Uw grote macht, door Satan getrotseerd,
Breekt spoedig door, wordt nooit meer genegeerd.
In Armageddon sterft zijn aards gebroed;
Hun onderdrukking eindigt dan voorgoed.
(Refrein)
3. Wie, trots van hart, zachtmoedigen verdrukt
— Onder diens macht gaan mensen zwaar gebukt —
Zal spoedig zien: uw arm verbreekt elk juk.
Wie u vertoornt, stort zelf in ’t ongeluk.
(REFREIN)
Dan zal men weten dat gij zijt Jehovah.
Dan weet elkeen: uw weg is waar en recht.
Dan zal men zien, in heel uw grootse schepping,
Dat gij uw voornemen ten uitvoer legt.