Lied 148
U gaf uw eigen Zoon
Jehovah, mijn Vader,
ik wist niet wat ik moest.
Maar dankzij de losprijs
heb ik nu een doel.
Ik doe uw wil voortaan.
O, God, mag mijn bestaan
u eren, elke dag,
en heiligen uw naam.
(REFREIN)
U gaf uw eigen Kind,
ik voel me zo bemind.
Dat zal ik altijd zingen.
U gaf voor mij uw eigen Zoon.
Wat bent u geduldig,
ik hou zo veel van u.
Uw naam en uw vriendschap —
zonder kan ik niet.
Maar wat mij ’t meeste raakt,
mij heel erg dankbaar maakt:
uw Zoon, hij stierf voor ons.
Zijn wij u zo veel waard?
(REFREIN)
U gaf uw eigen Kind,
ik voel me zo bemind.
Dat zal ik altijd zingen.
U gaf voor mij uw eigen Zoon.
(SLOT)
Jehovah, mijn Vader, ik voel me heel erg klein.
Ik dank u, u gaf voor mij uw Kind, uw eigen Zoon.
(Zie ook Joh. 3:16; 1 Joh. 4:9.)