FEEST VAN DE SABBAT.
De zevende-dag-sabbat wordt genoemd in samenhang met de voorgeschreven feesten en de nieuwe manen en was speciaal bestemd om over geestelijke dingen te mediteren en in Gods wet te worden onderricht. Bepaalde dagen van de feesten en ook de nieuwe manen waren sabbatten. Over het algemeen waren de voorschriften voor de zevende-dag-sabbat strenger dan de bepalingen die voor de meeste met de feesten verbonden heilige samenkomsten of sabbatten golden. Op de zevende-dag-sabbat mocht generlei werk worden verricht, of het nu zware arbeid of het drijven van handel of het verrichten van huishoudelijk werk was, ja, er mocht zelfs geen vuur worden ontstoken of hout voor dit doel worden gesprokkeld. Nadat in de wildernis de sabbat was ingesteld, kwam er op die dag geen manna, waardoor er op de zesde dag telkens tweemaal zoveel bijeengeraapt moest worden. — Ex. 16:22-27; 20:8; 35:2, 3; Num. 15:32-36; zie SABBATDAG; SABBATJAAR.