Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w64 1/12 blz. 707-709
  • Gaat u af op geruchten?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Gaat u af op geruchten?
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1964
  • Vergelijkbare artikelen
  • Zou u een gerucht verbreiden?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1985
  • Wat moet ik doen als mensen over me kletsen?
    Ontwaakt! 1989
  • Wat als er over me geroddeld wordt?
    Vragen van jongeren
  • Geklets — Hoe het te vermijden uzelf en anderen te schaden
    Ontwaakt! 1991
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1964
w64 1/12 blz. 707-709

Gaat u af op geruchten?

WIE heeft nooit een gerucht gehoord? Hoe fantastischer en opwindender of hoe lasterlijker het is, des te sneller het vaak wordt geloofd en verbreid. Geruchten kunnen een opwindende en een verontrustende uitwerking hebben, ze veroorzaken vaak spanning, ze wekken soms een valse hoop en kunnen anderen zelfs in een kwaad daglicht stellen. Het ligt dan ook voor de hand dat wij er rekening mee moeten houden dat iets wat wij horen wel eens niets dan een gerucht kan zijn. Hoe kan iemand het vermijden misleid te worden, onnodig in ongerustheid te verkeren of zich ten onrechte aangemoedigd te voelen?

In de eerste plaats zal het al een hulp voor u betekenen als u de definitie van een gerucht in gedachten houdt — „een verhaal of gezegde dat als nieuws de ronde doet zonder enig bewijs dat het op waarheid berust.” Of een gerucht op de werkelijkheid is gebaseerd of niet, het mist alle gezag. U kunt een gerucht dus niet alleen herkennen aan de overduidelijke woorden „het gerucht gaat dat . . .”, maar ook aan het onderscheidende kenmerk dat een degelijk bewijs ontbreekt. Dient u dan af te gaan op geruchten?

Daar een gerucht wanneer men het verifieert maar al te vaak net zoveel op de waarheid lijkt als een gebroken spiegel op een onbeschadigde, zou het onverstandig zijn het als een authentieke mededeling aan te nemen, vooral als het gerucht niet u persoonlijk geldt, als het niet redelijk is of niet strookt met deugdelijke feiten waarover u beschikt. Indien u een gerucht blindelings als waar beschouwt en het verder vertelt, kan het zijn, en het is de moeite waard dit in gedachten te houden, dat u ervoor aansprakelijk wordt gehouden.

Als u zich tegen onware berichten wilt beschermen, is het goed dat wat u hoort, te wegen, het te toetsen aan de gezaghebbende bronnen die u hebt. Ook uw vrienden dient u te beschermen. Helaas doen velen dit niet. Zij horen een gerucht en vertellen het als het onderwerp belangwekkend genoeg is verder, ook al is het kwetsend voor iemand. Het is verbazingwekkend hoe snel geruchten zich kunnen verbreiden. Ze kunnen zich sneller door een fabriek, een kantoor of een dorp voortplanten dan met menige andere communicatiemethode mogelijk zou zijn.

Het gerucht bijvoorbeeld dat Nero in 64 n. Chr. Rome in brand heeft gestoken, moet zich als een lopend vuurtje hebben verbreid. Dit gerucht werd door Nero’s vijanden in omloop gebracht en de meeste hedendaagse geleerden betwijfelen of Nero ook maar in het minst verantwoordelijk was voor de brand. Zij beschouwen de brand als een ongeluk. Tot op deze tijd heeft het gerucht dat Nero de stad in brand heeft gestoken zich echter gehandhaafd. Om het valse gerucht de kop in te drukken, verbreidde Nero een gerucht dat hij zelf had bedacht: Dat de christenen de stad in brand hadden gestoken. Dit leidde tot een afschuwelijke vervolging van de christenen.

Het is verbazingwekkend hoeveel geruchten er in onze tijd de ronde doen. Een van de laatste in de wereld rondgaande geruchten werd op 13 april 1964 verbreid, toen het nieuws rond de wereld flitste dat sowjetleider Nikita Chroesjtsjow was gestorven. Het was een vals gerucht dat blijkbaar als een grap was begonnen. Een televisiestation in Hamburg ontving een perstelegram waarin stond dat Chroesjtsjow was gestorven aan „hephacapaly tirosis”. Dit station, dat blijkbaar achterdocht koesterde, liet het nieuws voor wat het was. Een ander telegram met het gerucht was naar een radiostation in Keulen gezonden. Dit station herhaalde het telegram in een telexbericht aan het hoofdkantoor van het Westduitse persbureau te Hamburg en eindigde met de woorden: „Kunt u dit bevestigen?” De telexlezer scheurde de boodschap echter opgewonden af voordat de laatste woorden op de telex waren verschenen. Als gevolg daarvan werd er bliksemsnel een kort bericht uitgezonden dat luidde: „Chroesjtsjow dood.” Tegen de tijd dat de regel „Kunt u dit bevestigen?” werd ontdekt, was het al te laat. Een vals gerucht had zich over de gehele wereld verbreid.

Welke redelijke maatregelen kunt u, wanneer u met geruchten wordt geconfronteerd, nemen om uzelf ertegen te beschermen? Als het bewijs ontbreekt, is het gewoonlijk verstandig het gerucht te negeren. U kunt u het beste nuchter realiseren dat u het niet weet. Pas, wanneer bewijzen ontbreken, ervoor op dat u niet opgewonden, verontrust, boos, verrukt of ontmoedigd wordt of door een andere emotie wordt aangegrepen die door een gerucht licht wakker wordt geroepen.

Als nu een gerucht rechtstreeks verband houdt met uw gezondheid of veiligheid? Het feit dat van een nieuwtje de gezaghebbende bron onbekend is, wil op zichzelf nog niet zeggen dat het onveranderlijk onwaar is. Het zou wel degelijk waar kunnen zijn. Zou iemand vertellen dat hij heeft gehoord dat er een krachtige storm op komst is, dan zou u naar de bron van zijn mededeling kunnen informeren. Misschien heeft hij alleen „een gerucht gehoord”. Toch zou dit van invloed kunnen zijn op uw veiligheid en daarom zult u wellicht zekerheid willen hebben; en die kunt u vaak eenvoudig krijgen door de radio aan te zetten of het weerstation op te bellen.

Hoe staat het echter met geruchten die u niet persoonlijk betreffen? Is het voor u werkelijk de moeite waard of is het werkelijk uw plicht te trachten ze te bevestigen? Indien het gerucht geen grote consequenties met zich meebrengt, is het dan de tijd waard die u en anderen eraan besteden om het te bevestigen of te ontkennen? Waarom zou u zich er druk om maken als het toch geen verschil uitmaakt?

Indien een gerucht u niet persoonlijk aangaat en het iets is wat niet gemakkelijk geverifieerd kan worden door een krant of tijdschrift op te slaan of de radio aan te zetten, waarom zou u dan het risico nemen iets verder te vertellen wat misschien niet eens waar is?

Beschikt u over feiten waaruit blijkt dat het gerucht niet op waarheid berust, prik de ballon dan lek voordat het gerucht verder gaat.

Heeft een onwaar gerucht betrekking op een organisatie waarmee u verbonden bent, dan bent u wellicht heel goed in staat de ballon stuk te prikken. Wat gaat u bijvoorbeeld doen wanneer een organisatie die zich met bijbelonderzoek bezighoudt, regelmatig allerlei gegevens in haar officiële publikaties laat verschijnen en iemand dan met een gerucht aankomt dat in strijd is met wat u in de officiële publikaties hebt gelezen? Hecht u meer waarde aan een gerucht dan aan officiële publikaties? Dat zou niet verstandig zijn. Bent u niet zeker van uw zaak, ga dan na wat er officieel over is gepubliceerd. Zal een goed bekend staande organisatie essentiële inlichtingen via verbreiders van praatjes uitstrooien? Neen, een dergelijke organisatie gebruikt officiële zegslieden en officiële publikaties.

Vooral christenen moeten een gerucht kunnen herkennen voor wat het is, want zij staan onder het goddelijke gebod: „Nu gij . . . onwaarheid hebt weggedaan, spreekt waarheid, een ieder van u met zijn naaste, . . . elk woord dat goed is tot opbouw waar het nodig is, opdat daardoor iets meegedeeld mag worden wat gunstig is voor de hoorders.” — Ef. 4:25, 29, NW.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen