Hoe Gods koninkrijk u tot voordeel kan strekken
„Jehovah behoedt de onervarenen. . . . Wat zal ik Jehovah vergelden voor al zijn weldaden jegens mij?” — Ps. 116:6, 12.
1. (a) Wat dient een regering zich ten doel te stellen? (b) Waarom is een regering noodzakelijk?
DIENT een regering zich in feite niet ten doel te stellen voor het welzijn van haar onderdanen te werken? De bekende Amerikaan George Washington zei dat „het geluk van de maatschappij”, dat wil zeggen van het volk, „het doel van elke regering is, of moet zijn”. In de loop van de eeuwen heeft de mensheid onder honderden regeringen geleefd. Geen ervan heeft werkelijk in de behoeften van alle mensen voorzien. In weerwil van alle geuite klachten blijft het echter een feit dat men nog altijd beter de een of andere regeringsvorm kan hebben dan helemaal geen regering. Zonder een regering zou er geen orde zijn; dan zou niets meer of minder dan het gepeupel heersen. En als u ooit het gepeupel in actie hebt gezien, weet u wat dat zou betekenen — dan grijpen mensen namelijk de gelegenheid aan om hun haat, hebzucht en boosaardigheid de vrije teugel te laten, ervan uitgaand dat niemand hen zal identificeren en zij dus nooit gestraft zullen worden.
2. (a) In hoeverre hebben menselijke regeringen de mensheid tot voordeel gestrekt? (b) Welke voorzieningen van God hebben de mens bij zijn regeringsbeleid geholpen?
2 De God des hemels weet dit. En omdat een regering van mensen veel beter is dan anarchie, heeft God aardse regeringen duizenden jaren laten functioneren. Dit heeft de mensen over het algemeen een mate van zekerheid, bescherming en orde verschaft en hun een gelegenheid geschonken om in hun onderhoud te voorzien. God heeft de mens gemaakt met een verlangen naar orde en met een geweten om goed van kwaad te onderscheiden. Ook heeft hij via de bijbel zijn eigen rechtvaardige beginselen bekendgemaakt, met als resultaat dat de meeste natiën op aarde enkele van deze beginselen in hun grondwet hebben opgenomen. In het bijbelboek Romeinen, hoofdstuk twee, de verzen 14 en 15, lezen wij: „Telkens wanneer mensen der natiën, die geen wet [dat wil zeggen, geen rechtstreeks van God afkomstige wet] hebben, van nature de dingen der wet doen, zijn deze mensen, al hebben zij geen wet, zichzelf tot wet. Zij . . . tonen dat de inhoud van de wet in hun hart staat geschreven, terwijl hun geweten met hen getuigenis aflegt.”
3. (a) Hoe hebben de meeste regeringen er blijk van gegeven goede bedoelingen te hebben? (b) Maar wat zegt de bijbel over de werkelijke hoop op zekerheid? (Matth. 6:10)
3 Dat is de reden waarom de meeste regeringen over het algemeen vol goede bedoelingen zijn begonnen. Ze hebben getracht de belangen van het volk te dienen. Ze hebben grondwetten opgesteld met hoogstaande idealen en beginselen. En toch, ongeacht hun mate van succes, erkennen de regeringen thans overal dat het mensengeslacht zich bij lange na niet in een wereld van zekerheid en vrede verheugt. Waarom niet? Gods Woord, de bijbel, geeft het antwoord op die vraag, en wat meer zegt, het bevat de belofte dat de vreugdevolle levensomstandigheden van een verenigde wereld stellig zullen komen, door middel van Gods eigen koninkrijk, zijn regering voor de gehele mensheid.
Mensen niet geschapen om over mensen te heersen
4. Waarom zien wij thans geen gelukkige wereld? (Spr. 20:24)
4 Hoe komt het dat wij na de vele duizenden jaren dat de mensheid bestaat, niet de vreedzame, welvarende en gelukkige wereld zien waarnaar de mensen overal verlangen? Niet alleen nederigheid, maar ook werkelijkheidsbesef en eerlijkheid dwingen ons toe te geven dat dit komt doordat alle mensen onvolmaakt zijn. De schuld ligt niet alleen bij degenen die regeren, maar ook bij degenen die geregeerd worden. Daardoor komt het dat de pogingen van mensen om deze aarde tot een vreugdevol tehuis voor de gehele mensheid te maken, in het niet verzinken bij wat God belooft door middel van zijn heerschappij tot stand te brengen. De bijbel zegt hierover in de profetie van Jeremia, hoofdstuk 10, vers 23: „Het [is] niet aan de aardse mens . . . zijn weg te bepalen. Het staat niet aan een man die wandelt, zelfs maar zijn schrede te richten.”
5. Als gevolg van welke verandering in heerschappij ondervond Israël problemen?
5 In de bijbel zelf vinden wij het bewijs voor deze uitspraak, en wel in de geschiedenis van de regering van de natie Israël uit de oudheid. Die natie bezat een volmaakte wet, die God haar zelf had gegeven (Rom. 7:12). Eerst was alleen God haar onzichtbare Koning, met profeten en rechters die hem bij het volk vertegenwoordigden. Maar het volk ging een menselijke koning wensen, een koning die zij konden zien en die hun aanzien zou verlenen in de ogen van andere natiën. God maakte hun duidelijk dat dit tot veel problemen zou leiden, met inbegrip van het verlies van een grote mate van vrijheid. Dat bleek inderdaad het geval te zijn (1 Sam. 8:9-18). Zelfs een van Israëls eigen koningen, een man die een diepgaande studie van het leven en de ermee gepaard gaande problemen maakte, zei „dat de ene mens over de andere mens heeft geheerst tot diens nadeel”. — Pred. 8:9.
6. Wat voor heerschappij wilde God dat mensen zouden uitoefenen, en waartoe heeft het geleid dat de mens een stap verder is gegaan?
6 Waarom is dit zo? De bijbel toont aan dat dit komt doordat het in het begin niet in Gods bedoeling lag dat mensen over andere mensen zouden heersen. In het eerste boek van de bijbel, Genesis, hoofdstuk één vers 28, zei God tot het eerste mensenpaar: „Weest vruchtbaar en wordt tot velen en vult de aarde en onderwerpt haar, en hebt de vissen der zee en de vliegende schepselen van de hemel en elk levend schepsel dat zich op de aarde beweegt, in onderworpenheid.” Slechts over de dierlijke schepping mocht de mens heerschappij uitoefenen. Maar de mensen gingen een stap verder en begonnen over andere mensen te heersen. Wrijving, geweld en oorlogen zijn het gevolg geweest; men heeft elkaar bevochten in een strijd om de heerschappij.
7, 8. Hoe dient Israël als een voorbeeld waaruit blijkt waartoe menselijke heerschappij leidt? (Micha 7:2, 3)
7 De natie Israël uit de oudheid dient als een voorbeeld om de mensheid de les te leren dat menselijke heerschappij nooit het soort van leven tot stand kan brengen waarnaar mensen overal zoeken. In die natie brachten de heersers het er wat de uitoefening van hun heerschappij betreft, vaak enige tijd goed af. Maar naarmate de tijd verstreek en er moeilijke problemen rezen, begonnen deze heersers wijsheid te zoeken bij bronnen buiten God en negeerden zij de wet die hij hun had gegeven om hun problemen op te lossen. Zij begonnen zich op hun eigen wijsheid te verlaten en naar mensen te luisteren, die slechts menselijke wijsheid bezaten. Vaak trachtten deze mensen hun eigen zelfzuchtige belangen te bevorderen, en zij gaven de heerser verkeerde raad en misleidden hem. Zij lieten na de ware situatie onder zijn aandacht te brengen. Sommigen werden in hun verlangen zijn gunst te winnen, of uit vrees, waardeloze „jaknikkers”. Anderen smeedden zelfs samenzweringen tegen hun heerser. — Vergelijk 1 Koningen 12:8-19.
8 De heerschappij over andere mensen bleek dus te veel te zijn voor een mens of groep van mensen, zelfs al bezaten die mensen Gods volmaakte wet. De belangen van het volk werden geleidelijk aan vergeten. Enkele eerlijke heersers trachtten grootscheepse hervormingen in te voeren, maar zij bemerkten dat zij de situatie slechts ten dele konden rechtzetten.
9. Welke veranderingen hebben zich in de wereld voorgedaan, en hoe is Prediker 1:15 thans van toepassing?
9 Wat zien wij in deze tijd? Door de ogenblikkelijke communicatie en het snelle vervoer is de wereld als het ware „gekrompen”, zodat de belangen in elkaar grijpen en geen natie nog een geïsoleerde, totaal onafhankelijke eenheid kan zijn. Wat in de ene plaats gebeurt, is van invloed op de mensen overal elders. Regeringen kunnen wat stappen van ondergeschikt belang ondernemen om kwesties te regelen en de toestanden enigszins te verbeteren voor het volk. Maar die hulp blijkt slechts oppervlakkig en tijdelijk te zijn. Een van de wijste regeerders die ooit heeft geleefd, koning Salomo, zei, zoals in Prediker 1:15 staat opgetekend: „Dat wat krom wordt gemaakt, kan niet recht worden gemaakt, en dat wat ontbreekt, kan onmogelijk worden geteld.” Het is waar dat er zo’n kronkelige doolhof van problemen en zulke tegenstrijdige groeperingen en belangen bestaan, en in zo’n ongekende omvang, dat geen menselijke instelling, hoe oprecht ook, de verwikkelingen in de wereld kan ontwarren.
Vereisten voor een wereldregeerder
10. Wat is er voor een volkomen goede regering nodig? (Spr. 29:2)
10 Welke hoop rest ons dan op een werkelijk rechtvaardige en volkomen goede regering? Wat zou ervoor nodig zijn? In de eerste plaats zou de regeerder absoluut gezag moeten bezitten en niet verplicht moeten zijn om de tegenstrijdige meningen van een lichaam of groep van onvolmaakte mensen met elkaar in overeenstemming te brengen. Hij zou een volmaakte wet ter naleving nodig hebben, een wet die in elk opzicht rechtvaardig en eerlijk is. Wijsheid en liefde zouden nodig zijn om de wet ten bate van iedereen na te leven en toe te passen. Welk mens zou thans aan die vereisten kunnen voldoen?
11. Welke kennis en belangstelling dient een succesvol regeerder te hebben?
11 Een succesvol regeerder zou ook een volledige kennis van elk detail nodig hebben, niet alleen van de menselijke aard, met daarbij alle situaties en problemen waarvoor mensen komen te staan, maar ook van de gehele schepping. Waarom? Omdat enkele van de grootste en nijpendste problemen van onze tijd te maken hebben met de voedselproduktie, de vervuiling en de ecologie van de aarde. De goede regeerder zou zich moeten bekommeren om elk individu en belang moeten stellen in het persoonlijke welzijn van iedereen.
12. Waarom is het voor de regeerder zo belangrijk de geest en het hart van de mensen te kennen? (Spr. 3:3, 4)
12 Opdat zijn bestuur door geluk, prestaties en produktiviteit gekenmerkt wordt, zou de regeerder bovendien moeten weten wat er in de geest en het hart van de mensen leeft, omdat hij hun hart zou moeten bereiken om zich van hun volledige medewerking te verzekeren. Want persoonlijke belangen worden ook gemeenschapsbelangen, en een regering kan slechts dan tevredenheid en geluk brengen als het volk in zijn geheel in harmonie handelt (Spr. 14:28). Wil de staat vrede genieten, dan moet er een toestand van vrede en eenheid onder de mensen bestaan. Is het niet overduidelijk dat geen enkel mens alle kennis en bekwaamheid kan bezitten die nodig zijn om dit tot stand te brengen?
13. (a) Wie alleen kan een wenselijke regering tot stand brengen, en waarom? (Ps. 127:1) (b) Waardoor wordt aangetoond dat God zich om elkeen van de mensheid bekommert en in iedereen belang stelt? (Matth. 6:26)
13 Het is dan ook in overeenstemming met de feiten dat slechts een almachtig Persoon, namelijk de Schepper, Jehovah God, de regering tot stand kan brengen die de mensheid nodig heeft. Over Gods kennis van de menselijke gesteldheid schreef de psalmist in Psalm 139:3, 4, 16: „Met al mijn wegen zijt gij vertrouwd geraakt. Want er is geen woord op mijn tong, of zie! o Jehovah, gij weet het reeds allemaal. Uw ogen zagen zelfs het embryo van mij, en in uw boek waren alle delen ervan beschreven, met betrekking tot de dagen dat ze werden gevormd en nog niet één onder ze er was.” Alleen de Schepper kent de geest en het hart van mensen. „Wat Jehovah aangaat, hij ziet hoe het hart is” (1 Sam. 16:7). God bekommert zich om elk van ons en stelt belang in ons. „De ogen van Jehovah zijn op elke plaats, terwijl ze de slechten en de goeden gadeslaan”, zegt de geïnspireerde spreuk (Spr. 15:3). Hoeveel geeft hij echter om mensen? Jezus Christus zei: „Worden niet twee mussen voor een geldstuk van geringe waarde verkocht? Toch zal er niet één van op de grond vallen zonder medeweten van uw Vader. Maar zelfs de haren van uw hoofd zijn alle geteld. Vreest daarom niet; gij zijt meer waard dan vele mussen.” — Matth. 10:29-31.
14. Hoe toont God belangstelling voor de aangelegenheden op aarde? (Hand. 17:26, 27)
14 Nu zou iemand echter kunnen zeggen: ’Maar hoe zou God, de Bestuurder van dit immense universum, waarin de aarde slechts een stipje is, dichtbij genoeg en voldoende geïnteresseerd kunnen zijn om alle problemen op te lossen en voor de dingen te zorgen die elk mens nodig heeft?’ Het antwoord luidt: Hij kan dit doen door het Koninkrijk onder zijn Messías, Jezus Christus. Hoe? De bijbel helpt ons dit te begrijpen.
15. (a) Hoe regeerde God in het begin? (b) Door middel waarvan zal God een juiste regering over de mensheid herstellen? (Dan. 4:17)
15 In het begin regeerde God rechtstreeks over de mensheid. Adam aanbad God in een Vader-zoon-verhouding (Luk. 3:38). Adam had geen tempel op aarde nodig om God te aanbidden. Noch had hij een tussenpersoon nodig via wie hij tot God kon naderen. Als zoon van God stond hij in een intieme verhouding tot Hem en klaarblijkelijk was er dagelijkse communicatie (Gen. 3:8). Maar deze man kwam in opstand en werd onrein en ongeschikt om nog langer een lid van Gods gezin te zijn; hij werd als opstandeling uit zijn tuin-tehuis verdreven. Hierdoor vervreemdde de mensheid van God. God was echter niet beperkt in zijn middelen om deze situatie recht te zetten. Hij verkoos een speciale Koninkrijksregeling in te stellen om dit tot stand te brengen. Dat koninkrijk zou Gods betrekkingen met de mensheid herstellen en hen, zoals in het begin, in de juiste baan in zijn universele regering terugbrengen.
Gods koninkrijk — Waarom laat het zo lang op zich wachten?
16. (a) Welke vragen zijn betrokken bij de kwestie waarom het Koninkrijk zo lang op zich laat wachten? (b) Waarom legt God zijn koninkrijk niet door een bliksemsnelle staatsgreep op? (2 Petr. 3:9)
16 Vraagt iemand onder ons zich nu ongeduldig af: ’Maar waarom heeft de ontwikkeling van Gods voornemen zo lang geduurd?’ In antwoord hierop dienen wij enkele daarmee verband houdende vragen te stellen: Hoeveel tijd zou er nodig zijn om een regering te stichten die de aarde in rechtvaardigheid en volkomen gerechtigheid zou regeren? Hoe lang zou het duren om de heersers van zo’n regering te selecteren en op te leiden? En verder, hoe zou dat koninkrijk te identificeren zijn als een rechtvaardige regering die van God afkomstig is? Hoe zou men mensen voldoende bewijzen kunnen geven om vertrouwen in zo’n regering te hebben — om te zien dat ze qua algehele structuur en beginselen heilzaam is — iets waaraan zij hun leven zouden willen toevertrouwen? De bijbel toont dat God de mensen zijn koninkrijk niet plotseling oplegt door verwoestende kracht te gebruiken zoals bij een bliksemsnelle staatsgreep. In plaats daarvan houdt God rekening met de gevoelens en rechten van degenen over wie hij regeert, en daarom onderwijst hij hen eerst op zijn manier, waarbij hij hun vertrouwen in zijn rechtvaardige heerschappij opbouwt.
17. Waarom kan er in overeenstemming met Genesis 3:15 niet worden gezegd dat God werkeloos heeft toegezien?
17 Daarom heeft de invoering van Gods koninkrijk tijd gekost. Jehovah God heeft niet werkeloos toegezien of slechts afgewacht, zoals sommigen veronderstellen, maar hij heeft zodra de mensheid in het begin in opstand kwam, progressieve stappen ondernomen voor de volledige vestiging van dit koninkrijk (Gen. 3:15). Hij nadert nu het volledige einddoel van deze progressieve voorbereidingen. Sta eens stil bij de volgende feiten:
18. Waarom heeft God er veel tijd voor nodig vrede tot stand te brengen?
18 Jehovah heeft beloofd dat hij de gehele aarde zal besturen en vrede en eenheid tot stand zal brengen. Hij zal echter niet eenvoudig door middel van machtsbetoon heersen. Het is zijn voornemen dat mensen worden onderricht en opgeleid, zodat zij hem leren kennen en zich gewillig aan zijn bestuur onderwerpen. Met het oog hierop is er tijd voor nodig geweest om een fundament te leggen voor de gehele mensenwereld die onder zijn Koninkrijksheerschappij zal leven. God verschaft goedgunstig kennis omtrent de maatstaven en beginselen van zijn rechtvaardige bestuur en aangaande de wijze waarop dit bestuur werkzaam is. — Joh. 17:3.
19. Hoe heeft de onzichtbare God zich aan mensen geopenbaard? (Ps. 145:3-5)
19 Jehovah is echter een onzichtbare God (1 Tim. 1:17). Hoe zou hij dit dan aan mensen van vlees en bloed duidelijk maken? Niet slechts door een tentoonspreiding van macht, door op ontzaginboezemende wijze vanuit de hemel te spreken. Neen, God zou er de tijd voor nemen zijn beginselen en hoedanigheden te onthullen door de wijze waarop hij met mensen handelde. Hoeveel leerzamer, overtuigender en treffender zou het zijn niet alleen Gods uitspraken te horen en te lezen, maar daarnaast in het historische verslag in de bijbel het bewijs te zien dat hij datgene wat hij zegt, ook in rechtvaardigheid en recht ten uitvoer brengt.
Een vast fundament leggen
20. (a) Van welke noodzakelijke dingen heeft Jehovah ons voordeel laten trekken? (b) Wat is na duizenden jaren van menselijke heerschappij duidelijk bewezen?
20 Bij het leggen van het fundament voor zijn regering over de aarde, heeft Jehovah ons dus eerst voordeel laten trekken van de volgende noodzakelijke dingen: (1) een vaste basis voor geloof in het bestuur dat hij zou verschaffen, (2) kennis omtrent de beginselen van zijn regering, (3) een tentoonspreiding van zijn hoedanigheden als universele Regeerder en (4) een zekere en onmiskenbare identificatie van de Messías, Degene die de mensheid zou bevrijden en als Koning in Jehovah’s naam zou regeren (Gal. 3:24). Terzelfder tijd heeft een vergelijking met menselijke heerschappij en de gevolgen ervan in de loop van duizenden jaren, duidelijk de superioriteit, de rechtmatigheid en de juistheid van Gods heerschappij bewezen.
21. Met welk doel maakte God in verband met het leggen van een fundament gebruik van Israël?
21 Hoe ging God te werk om zo’n fundament te leggen? In de eerste plaats koos hij één volk uit, de nakomelingen van Abraham, Isaäk en Jakob — de oude natie Israël. Jehovah openbaarde zijn wonderbaarlijke hoedanigheden gerechtigheid en wijsheid wanneer hij Israël wegens hun zonden strafte (Rom. 10:21). Maar wanneer zij berouw hadden, spreidde hij ook altijd zijn hoedanigheden liefde, barmhartigheid en lankmoedigheid jegens hen ten toon.
22. (a) Wat bereikte Jehovah door nauwe betrekkingen met Israël te onderhouden? (b) Hoe zouden zelfs vijandige natiën hier voordeel van trekken?
22 De bijbelse geschiedenis vertelt ons dat God eeuwenlang exclusief met de natie Israël heeft gehandeld. Zij hadden zijn wet; zij hadden de beginselen van Jehovah’s ware aanbidding. Door zijn nauwe betrekkingen met de Israëlieten hield hij hen bijeen en bewaarde hij zijn waarheid op aarde, terwijl de andere natiën hun eigen weg gingen en er allerlei valse geloofsovertuigingen en bijgeloof op na hielden. God verschafte ook een levende demonstratie van de juiste beginselen van zijn regering en legde een fundament voor de Koning van die toekomstige regering, namelijk de Messías. In die tijd liet Hij zich slechts met de andere natiën in wanneer ze op de een of andere manier betrokken waren bij de aangelegenheden van zijn uitverkoren natie. Veel van deze natiën waren bitter tegen Gods aanbidding en de Israëlitische natie gekant. Zij beseften niet dat God via Israël aan hun eigen uiteindelijke welzijn werkte en dat hij er te zijner tijd toe zou overgaan zich ook met hen in te laten.
23. Hoe werd door de komst van de Messías bewezen dat God geen tijd verloren had gaan?
23 Toen kwam de Messías, degene die door God gebruikt zou worden als het Hoofd van de Koninkrijksheerschappij. Hij verscheen niet uit zichzelf op aarde, hij kwam niet als het ware ’uit de lucht vallen’ om vervolgens te verklaren dat hij de Messías was. Neen, het was veeleer zo dat Gods Zoon de onloochenbare geloofsbrieven van de Hebreeuwse Geschriften had, die hem duidelijk identificeerden als degene die zou komen als Jehovah’s grote Profeet en als de Koning. Daar er geloof van de zijde van de mensen werd vereist, moesten deze geloofsbrieven verschaft worden. Ze waren gebaseerd op Gods bemoeienissen met de mensen vanaf de eerste profetie in Eden en daarna gedurende 1500 jaar Israëlitische geschiedenis. God had daarom geen tijd verloren laten gaan. Jezus’ aardse leven bewees dat hij van God kwam. Zijn opstanding bewees dat hij werd opgewekt tot macht in de hemelen, om te zijner tijd Koninkrijksgezag over te nemen.
24. Waarom heeft het veel tijd gekost Christus’ medekoningen uit te kiezen?
24 Gods voornemen was echter, meer dan één persoon als regeerder in het Koninkrijk te hebben. Christus zou de volledige, algehele macht hebben, maar de bijbel laat zien, zoals in Openbaring 14:1-3 staat, dat het Gods voornemen was om met Christus nog 144.000 anderen als medekoningen en -bestuurders te hebben. Net zoals elke regeerder voordat hij zijn ambt aanvaardt, erin geïnteresseerd is met wie hij in zijn regering zal samenwerken, ging ook Jezus selectief te werk bij het uitkiezen van zijn apostelen, degenen die secundaire fundamenten van de nieuwe regering zouden worden. Hij liet deze mannen in heel Israël het koninkrijk Gods prediken, en later, na zijn dood en opstanding, zond hij hen tot alle natiën. In de lange periode die er sindsdien is verstreken, heeft God de 144.000 personen uitgekozen die medekoningen zullen zijn. Zij moeten aan de hoogste vereisten voldoen, zoals Openbaring 14:4, 5 vermeldt: „Dezen zijn het die het Lam [Jezus Christus] blijven volgen waarheen hij ook gaat. Dezen werden uit het midden van de mensen gekocht als eerstelingen voor God en voor het Lam, en in hun mond werd geen onwaarheid gevonden; zij zijn zonder smet.”
25. (a) Wat zien wij als resultaat van Gods geduld? (b) Welke voordelen genieten de miljoenen leden van de „grote schare”?
25 Wat zien wij als resultaat hiervan? Wij zien thans dat het goede nieuws van het Koninkrijk in nagenoeg elke uithoek van de aarde wordt verkondigd, en wij zien dat velen meer dan 144.000 personen — ruim twee miljoen personen in feite — zich in vrede en eenheid verenigen in de ware aanbidding van God. Zij verkondigen het „goede nieuws” aan weer anderen. Waar passen al dezen in Gods voornemen? De bijbel vertelt ons dat zij een „grote schare” vormen, die de verplettering van de regeringen der aarde door de door Daniël genoemde Koninkrijks-„steen” zullen overleven en het fundament voor de „nieuwe aarde” zullen worden (Dan. 2:34, 35, 44). Zij zullen de eersten zijn die de heerschappij van het Koninkrijk over de aarde zullen ervaren, en zij zullen tijdens Christus’ 1000-jarige regering klaarstaan om miljoenen gestorvenen die door een opstanding terugkomen, welkom te heten en hen te helpen de ware aanbidding van God te leren kennen en te beoefenen. — Openb. 7:9-17.
26. Hoe strekt de voorgaande samenvatting ons tot voordeel met betrekking tot geloof? (Jud. 20, 21)
26 Zelfs deze korte samenvatting van Gods progressieve voorbereidingen voor een rechtvaardige heerschappij over de aarde toont reeds dat God de tijd niet werkeloos heeft laten voorbijgaan, maar dat hij zijn regering op vaste fundamenten heeft gebouwd en voldoende bewijsmateriaal heeft verstrekt dat mensen die regering kunnen identificeren en er geloof in kunnen stellen. Dit wordt echter nog duidelijker als wij de bijbel wat verder onderzoeken. Welke voordelen bewegen mensen ertoe graag onderdanen te worden van deze regering, Gods koninkrijk onder Jezus Christus?
De wet van het Koninkrijk
27. Welke vragen rijzen er met betrekking tot de wet van het Koninkrijk?
27 Net als alle regeringen functioneert ook het hemelse koninkrijk volgens wetten. De wet van dat koninkrijk is echter zeer verschillend van de onderdrukkende wetten die in de loop der geschiedenis in veel koninkrijken van menselijke oorsprong zijn opgelegd. Mensen die slecht ingelicht zijn, zouden kunnen vrezen dat de wet van het Koninkrijk beperkingen zou opleggen, dat ze hun bepaalde vrijheden zou ontzeggen. Zal het Koninkrijk echter wetten uitvaardigen om zijn onderdanen van de vreugden van het leven te beroven? Zal het hun zware beperkingen opleggen, of zullen zij veeleer waar geluk vinden door zich aan de heerschappij ervan te onderwerpen?
28. (a) Hoe toonde Jezus dat dit een wet van liefde was? (b) Welke geboden gaf Jezus aan Gods volk, en leggen ze beperkingen op?
28 Toen de Koning, Christus Jezus, hier op aarde was, toonde hij met woord en daad dat de wet van het Koninkrijk een wet van liefde zou zijn. Hij bewees dat hij in volmaakte en volledige mate de kwaliteiten bezat die verlangd worden van iemand aan wie volledig gezag wordt toevertrouwd. Jezus maakte duidelijk dat God „zijn eniggeboren Zoon” naar deze aarde had gezonden omdat hij ’de mensenwereld zozeer liefhad’ (Joh. 3:16). En toen Jezus over zijn eigen offer ten behoeve van de mensheid sprak, zei hij: „Iemand kan geen grotere liefde hebben dan dat hij afstand doet van zijn ziel ten behoeve van zijn vrienden” (Joh. 15:13). Hij moedigde zijn discipelen aan deze zelfde eigenschap, zelfopofferende liefde, aan te kweken (Joh. 13:34, 35). Tot iemand die hem een vraag stelde, zei Jezus: „’Gij moet Jehovah, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand’. Dit is het grootste en eerste gebod. Het tweede, hieraan gelijk, is dit: ’Gij moet uw naaste liefhebben als uzelf.’ Aan deze twee geboden hangt de gehele Wet” (Matth. 22:37-40). Leggen deze geboden beperkingen op? Ze zouden Gods volk hooguit de beperking kunnen opleggen geen kwaad te doen, of kunnen beletten dat anderen hun kwaad berokkenen. Wat een hartverwarmende voordelen kunnen er uit het gehoorzamen van deze wet van het Koninkrijk voortvloeien!
29. Waarom verschaft het Koninkrijk, in tegenstelling tot de natiën, geen wetboek met veel regels? (Vergelijk Romeinen 6:14.)
29 Deze geest van zelfopofferende liefde heerst reeds onder ware christenen en kenmerkt hen als Jezus’ discipelen. Een wetboek met een lange lijst van regels om hen in het gareel te brengen, is dan ook onnodig. De wet der liefde is opbouwend en heilzaam. Trek eens een vergelijking met de duizenden beperkende bepalingen in de wetboeken van de natiën, waarvan er vele worden gebruikt om onwillige burgers in de gaten te houden. Die geven aanleiding tot de vraag welke verleden jaar op het titelblad van het tijdschrift Newsweek prijkte: Zijn er „Te veel wetten?”
De vrucht van de geest ten toon spreiden
30. (a) Waarom worden ware christenen als de ’ordelievendste’ burgers beschreven? (b) Wat toont Micha aan met betrekking tot Jehovah’s vereisten?
30 Nu reeds doen Jehovah’s Getuigen ijverig pogingen om de wet der liefde zo goed als zij dit in hun onvolmaaktheid kunnen, toe te passen. Dit wil niet zeggen dat zij nalaten de wetten van de natiën waarin zij leven, te gehoorzamen. Beslist niet! In veel plaatsen worden zij zelfs als de ’ordelievendste’ burgers beschreven. En hoe komt dat? Het komt doordat de wet van het Koninkrijk, de wet der liefde, op hun hart staat geschreven. Hun geweten schrijft hun voor de „superieure autoriteiten” van de natiën en hun wetten te respecteren en gehoorzamen, maar hun opperste trouw schenken zij aan de hoogste autoriteit, namelijk Jehovah God en zijn koninkrijk in handen van Christus Jezus. Neen, Gods koninkrijk doet hen niet gebukt gaan onder onderdrukkende bepalingen en beperkingen, want de profeet Micha schrijft vol waardering over de Soevereine Heer Jehovah: „Hij heeft u verteld, o aardse mens, wat goed is. En wat vraagt Jehovah van u terug dan gerechtigheid te oefenen en goedheid lief te hebben en bescheiden te wandelen met uw God?” — Micha 1:2; 6:8.
31. (a) Waarom hadden de patriarchen geen wetboek met geschreven wetten nodig? (b) Zal hun positie in de opstanding anders zijn?
31 Deze woorden doen ons denken aan getrouwe mannen die in oude tijden ’met de ware God wandelden’ — Abel, Henoch en Noach (Hebr. 11:4-7; Gen. 4:4; 5:22; 6:9). Uit Hebreeën hoofdstuk elf blijkt dat zij God door hun geloof welgevallig waren. Later hadden de patriarchen Abraham, Isaäk en Jakob wetten inzake de heiligheid van bloed en inzake de besnijdenis (Gen. 9:4; 17:9-14). Maar uit hun geloof, dat tot uiting kwam in gehoorzaamheid aan de geboden van God, bleek dat zij een plaats als onderdanen van het Koninkrijk waardig waren (Gen. 18:18, 19). De apostel Paulus vertelt ons: „Door geloof heeft Abraham . . . gehoorzaamd . . . en woonde hij in tenten met Isaäk en Jakob, die met hem erfgenamen waren van precies dezelfde belofte. Want hij verwachtte de stad die werkelijke fundamenten heeft, van welke stad God de bouwer en schepper is” (Hebr. 11:8-10). Wanneer deze patriarchen een opstanding krijgen om als „vorsten” op een paradijsaarde te dienen, zullen zij net zo min als toen zij voor de eerste keer op deze aarde leefden, ruim 3500 jaar geleden, een groot aantal beperkende wetten nodig hebben om hun geloof te bewijzen. — Ps. 45:16.
32. In welke opzichten is een regering van God heilzamer dan een regering van mensen?
32 Uit dit alles kunnen wij een fundamenteel verschil afleiden tussen een regering van God en een regering van mensen. De heerschappij van Gods koninkrijk is gebaseerd op morele aantrekkingskracht, en degenen die daar gunstig op reageren, gehoorzamen die regering uit liefde voor God en hun naaste. Dit is een verenigende heerschappij. Ze is werkelijk effectief onder personen die dat hemelse koninkrijk hun trouw schenken. Ze is heilzaam. U kunt het zien in de liefdevolle harmonie die op congressen van Jehovah’s christelijke getuigen zo duidelijk merkbaar is. Daar staat tegenover dat de heerschappij van mensen gebaseerd is op stelsels van beperkende wetten, waarin op zichzelf wel iets goeds kan schuilen, maar die heel vaak niet uit liefde worden gehoorzaamd doch met tegenzin of uit angst voor straf. Veel mensen zullen, als zij ’dat ongestraft kunnen doen’, de wet met voeten treden en de afgelopen jaren hebben wij dat soms zelfs geconstateerd bij hoge regeringsfunctionarissen — juist degenen die het voorbeeld moeten geven als het om de naleving van wetten gaat.
33. Hoe heeft de wereld de voordelen opgemerkt die Gods volk ontvangt door de wet van Gods koninkrijk te gehoorzamen? Geef enkele voorbeelden.
33 Mensen van de wereld zijn vaak diep onder de indruk van de voordelen die Jehovah’s Getuigen ten deel vallen omdat zij de wet van Gods koninkrijk gehoorzamen. Zo stond bijvoorbeeld in een artikel in de Des Moines Register, een blad dat in de Amerikaanse staat Iowa verschijnt over het „Heilige dienst”-congres van Jehovah’s Getuigen dat in de zomer van 1976 in die stad was gehouden, het volgende te lezen:
„Een toeschouwer die bevooroordeeld was doordat hij zijn leven lang negatieve commentaren over [Jehovah’s Getuigen] had gehoord, woonde de recente bijeenkomst van zo’n 8000 Getuigen in de vroeger streng verboden Veteranen-Aula bij.
Enkele van de dingen die indruk op hem hadden gemaakt, waren:
● De totale rassengelijkheid en het innige gevoel van saamhorigheid onder mensen uit alle lagen der bevolking.
● De vriendelijkheid en hartelijkheid van Getuigen die, hoewel ervan overtuigd de waarheid en de enige waarheid te bezitten, liefdevol veeleer probeerden te overtuigen dan te veroordelen.
● De doeltreffendheid en organisatie van de onderneming, met zo’n 2200 vrijwilligers die zich hadden aangemeld voor taken die varieerden van een complete schoonmaakbeurt van het gebouw tot het koken van maaltijden. . . . Een geliefkoosde zegswijze is: ’Wij proberen een gebouw altijd in betere conditie achter te laten dan wij het hebben aangetroffen.’
● De aanwezigheid van honderden kinderen van alle leeftijden, rustig zittend tijdens de lange, lange vergaderingen, terwijl de ouders — met bijbels en notitieboekjes in de hand — de . . . lezingen indrinken.”
34. Waarom genieten Jehovah’s Getuigen een opmerkelijke eenheid, en waarvan is dit een voorproefje?
34 Deze opmerkelijke eenheid, die thans duidelijk onder Jehovah’s Getuigen overal ter wereld waar te nemen valt, is een van de lonende voordelen die zij genieten doordat zij in de eerste plaats trouw zijn aan Gods koninkrijk en zich aan de wet van dat Koninkrijk, namelijk de wet der liefde, houden. Het is een voorproefje van de harmonie en de liefde die onder de heerschappij van het hemelse koninkrijk in de gehele mensenwereld zullen opbloeien.
35. Hoe zal de gehele schepping rechtstreeks afhankelijk worden van Jehovah’s soevereine heerschappij? (Openb. 4:11)
35 Wanneer het doel van dat duizendjarige Messiaanse koninkrijk is bereikt doordat de mensheid in het wereldomvattende paradijs tot volmaaktheid gebracht zal zijn, zullen de volgende woorden met betrekking tot de Christus in vervulling gaan: „Vervolgens het einde, wanneer hij het koninkrijk aan zijn God en Vader overdraagt . . . opdat God alles zij voor iedereen” (1 Kor. 15:24-28). Het onafgebroken bestaan van de gehele schepping zal dan afhangen van gehoorzaamheid aan de Soevereine Heerschappij van de Koning der eeuwigheid.
Nu reeds de voordelen van het Koninkrijk genieten
36. Hoe is de macht van Gods koninkrijk om mensen in liefde te verenigen, ten toon gespreid? (Rom. 13:10)
36 Zelfs nu reeds, nog voordat het hemelse koninkrijk zijn duizendjarige heerschappij over de aarde begint, verschaft dit Koninkrijk ontelbare voordelen voor zijn loyale aanhangers, die Jezus als hun Koning erkennen. Zij zijn niet langer verdeeld door nationalistische trots of haat. Stammenveten en raciale vooroordelen behoren tot het verleden. Hoe de wet van het Koninkrijk precies werkt, wordt geïllustreerd door wat er in twee dorpen in Mexico gebeurde. Enkele jaren geleden waren de dorpelingen gewapend met pistolen en geweren, die zij tijdens veten gebruikten, en er vielen vaak slachtoffers. De politie stond machteloos. Toen aanvaardde één gezin een bijbelstudie met een prediker van Jehovah’s Getuigen die er op bezoek was. Uiteindelijk begon nagenoeg iedereen in het dorp de bijbelse waarheden te bestuderen en aanvaardde ze ook. De vijandige houding maakte weldra plaats voor een vriendschappelijke houding. De dorpelingen verkochten hun wapens en gebruikten het geld om bijbels te kopen. Zo werden zij liefdevol verenigd onder Gods koninkrijk.
37. Hoe zijn, vooral in deze eeuw, de voordelen van christelijke eenheid aan het licht getreden?
37 Ware christelijke eenheid en de voordelen ervan treden vooral aan het licht wanneer de natiën der aarde verwikkeld raken in een broedermoord. In de door de geestelijkheid gezegende conflicten van deze twintigste eeuw heeft katholiek vaak zijn mede-katholiek afgeslacht, protestant zijn mede-protestant en boeddhist zijn mede-boeddhist. Maar dit is niet gebeurd onder Jehovah’s Getuigen. Hun eenheid is echt geweest en heeft getuigd van de realiteit van Gods koninkrijk als de enige regering die mensen van alle natiën en rassen tot een harmonieus geheel kan verenigen. — Jes. 2:2-4.
38. Hoe heeft het Koninkrijk degenen tot voordeel gestrekt die vroeger in slavernij aan Babylon de Grote verkeerden?
38 Het Koninkrijk heeft ook grote aantallen oprechte mensen uit slavernij aan Babylonische religie en haar leerstellingen bevrijd. Met Babylonische religie bedoelen wij alle religie op aarde die haar oorsprong vindt in de leerstellingen en vormendiensten van het oude Babylon, de bakermat van alle valse religie. Uit Babylon kwamen de mysteries en het bijgeloof die kenmerkend zijn voor de meeste sektarische religies van thans, die van de afvallige christenheid inbegrepen. Maar nu staat „Babylon de Grote”, het hedendaagse wereldrijk van valse religie, voor de vernietiging. God gebiedt degenen die hem liefhebben: „Gaat uit van haar, mijn volk, indien gij niet met haar in haar zonden wilt delen, en indien gij geen deel van haar plagen wilt ontvangen” (Openb. 18:2, 4). Het hemelse koninkrijk strekt ons tot voordeel doordat het ons helpt de valse religie de rug toe te keren voordat God het oordeel aan het gehele Babylonische stelsel voltrekt.
39. Welk doel stelde Jezus christenen voor ogen, en hoe zal het opvolgen van zijn raad ons vrijwaren voor het materialisme?
39 Het Koninkrijk helpt ons ook uit de valstrik van het materialisme te blijven. Hoe dat zo? In zijn beroemde Bergrede wees Jezus op ’de dingen die de natiën vurig nastreven’. Hij zei dat de vragen waarmee hun geest zich voortdurend bezighoudt, zijn: „’Wat zullen wij eten?’ of: ’Wat zullen wij drinken?’ of: ’Wat zullen wij aandoen?’” Maar zijn die dingen van het hoogste belang? Neen, want Jezus voegde eraan toe: „Blijft . . . eerst het koninkrijk en [Gods] rechtvaardigheid zoeken, en al deze andere dingen zullen u worden toegevoegd” (Matth. 6:31-33). Indien wij ons daarom ten doel stellen het Koninkrijk te blijven zoeken — door er een onderzoek naar in te stellen, door het onze trouw te schenken en door de belangen ervan te bevorderen — zal de hemelse Vader erop toezien dat er in onze stoffelijke behoeften wordt voorzien. — 1 Tim. 6:6-8.
40. Welke bescherming biedt de Koninkrijksleer met betrekking tot de moraal en de gezondheid?
40 Ook morele en fysieke bescherming zijn voordelen die het Koninkrijk ons kan brengen. Zij die in overeenstemming met het „goede nieuws” leven, zien er nauwlettend op toe dat zij moreel rein blijven. Anders zouden zij ’Gods koninkrijk niet kunnen beërven’ (1 Kor. 6:9-11). Zo worden zij beschermd tegen de losbandigheid en de afschuwelijke geslachtsziekten waarmee vrij geslachtelijk verkeer gepaard gaat, en zij vermijden het hartzeer en de gewetenswroeging die het gevolg zijn van het overtreden van Gods wet. Door het apostolische gebod op te volgen zich „te onthouden van . . . bloed”, behouden zij een goed geweten tegenover de Grote Levengever en wordt voorkomen dat zij hepatitis en andere ziekten oplopen die zo vaak door bloedtransfusies worden overgebracht. — Hand. 15:20, 28, 29.
41. Hoe vormt het toepassen van de Koninkrijksbeginselen in het gezinsleven een praktische hulp?
41 Door de Koninkrijksbeginselen werkzaam te laten zijn in hun gezinsleven, wordt Jehovah’s dienstknechten veel van het verdriet bespaard waarvan het uiteenvallen van het gezin in de hedendaagse wereld vergezeld gaat. De bijbel moedigt gezinnen aan bij elkaar te blijven, met elkaar te praten, in gezinsverband van het leven te genieten en God als gezin te dienen (Kol. 3:14, 18-21). De bijbel toont hun op een praktische manier hoe zij dit kunnen doen. Terwijl in 1976 alleen al in de Verenigde Staten een recordaantal van één miljoen echtscheidingen werd geregistreerd, en terwijl jeugdcriminaliteit en andere gezinsproblemen steeds meer de kop opstaken, lukte het de gezinnen van Jehovah’s Getuigen doorgaans voor deze problemen gevrijwaard te blijven. En hoe komt dat? Doordat zij de wet van het Koninkrijk in hun leven toepassen.
42. Noem enkele voorbeelden waardoor wordt aangetoond hoe de Koninkrijksboodschap hulp biedt bij de problemen van het leven.
42 Nieuwelingen die de Koninkrijkswaarheden leren kennen, hebben ook vaak tot hun voordeel ervaren dat zij juiste leiding vonden in verband met het oplossen van problemen in hun leven. Iemand die gescheiden was voordat zij over Gods koninkrijk hoorde en die toen voor de zware taak stond twee kleine jongens in een wrede wereld groot te brengen, beschrijft als volgt hoe de Koninkrijksboodschap haar tot voordeel heeft gestrekt:
„Ik wilde jullie graag laten weten hoe dankbaar ik ben dat ik tot Jehovah’s gemeente behoor. Ik wilde alleen dat ook andere gescheiden vrouwen in de wereld Jehovah zouden leren kennen en tot het besef zouden komen dat er iemand is die je liefde duizendvoudig beantwoordt en je een reden geeft om te willen blijven leven. Er is geen andere plaats ter wereld waar je zulke geweldige, liefdevolle mensen vindt dan in een Koninkrijkszaal van Jehovah’s Getuigen. En de zuster die zeven jaar geleden bij mij aan de deur kwam — ik dank Jehovah elke dag dat hij haar daarheen heeft geleid dat hij het predikingswerk heeft laten voortduren en dat hij de grote verdrukking niet eerder heeft laten losbarsten. Hoe dank je iemand die je leven heeft gered?”
Koninkrijkssaamhorigheid
43. Hoe kan saamhorigheid als gezin of als christelijk gemeente voordelen afwerpen?
43 Bijeen blijven als gezin en als christelijke gemeente kan in veel opzichten voordelen afwerpen. Werkte Noach destijds in de dagen vóór de Vloed helemaal alleen? Neen, het was een gezinsproject. Zij werkten in gezinsverband, zij overleefden de Vloed als gezin en als gezin brachten zij Jehovah dank (Gen. 8:18, 20). Ging Mozes toen hij de wateren van de Rode Zee gescheiden had, er alleen doorheen? Neen, de gehele gemeente Israël reisde met hem mee, en als gemeente trokken zij erdoorheen, beschermd door Jehovah (Ex. 14:29-31). Soortgelijke voordelen kunnen ons thans ten deel vallen als gezinnen en gemeenten bijeen blijven in de liefdevolle omgang waartoe Gods Woord aanmoedigt. — Vergelijk Handelingen 2:46, 47.
44. Welke speciale voordelen kunnen wij genieten door in een tijd van crisis te blijven vergaderen?
44 In een tijd van crisis of vervolging werpt deze saamhorigheid speciale voordelen af. Hier volgt een voorbeeld: Tijdens de burgeroorlog in Libanon bleven Jehovah’s Getuigen in dat land dicht bijeen, en zij maakten opmerkelijke dingen mee. Tijdens een districtsvergadering kwamen 117 van de Getuigen in een privé-woning bijeen. Onmiddellijk nadat de laatste zuster binnen was, explodeerde er een raket vlak voor de deur. Maar iedereen binnen was in veiligheid. Tijdens de hele vergadering regende het raketten en mortiervuur om hen heen; lantarenpalen vielen om en de gebouwen rondom werden met granaatkartetsen bestookt, maar geen enkele maal werd het appartement waar zij bijeen waren, getroffen. Bij een andere gelegenheid lagen de huizen van twee gezinnen van Jehovah’s Getuigen in een gebied dat met granaatvuur werd bestookt. Zij bespraken of zij het risico zouden nemen naar de vergadering te gaan, maar besloten ’het onderling vergaderen niet na te laten’ (Hebr. 10:25). Toen zij naar huis terugkeerden, ontdekten zij dat het ene huis volkomen door een bom verwoest was en het andere zo met granaatkartetsen was bestookt dat als er iemand in geweest was, die het niet overleefd zou hebben. Zij hadden al hun stoffelijke bezittingen verloren, maar — wat het belangrijkste was — zijzelf leefden nog!
45. Hoe zullen wij zowel thans als tijdens de „grote verdrukking” voordeel kunnen trekken van omgang?
45 Betekent dit dat Jehovah’s Getuigen altijd lichamelijke bescherming zullen genieten, onder alle omstandigheden? Dit behoeft niet zo te zijn. Op zijn minst twee van Jehovah’s Getuigen kwamen in Libanon door het vuur van sluipschutters om het leven, en het is ook voorgekomen dat zij zijn gestorven bij rampen zoals aardbevingen. Maar over het algemeen hebben hun godvruchtige vertrouwen op Jehovah, hun saamhorigheid als gemeente en hun kalmte onder druk hun tot voordeel gestrekt (Fil. 4:5-7). Dit heeft vaak gediend als een voorproefje van de bescherming die God zijn volk belooft tijdens de „grote verdrukking”, wanneer het Koninkrijk tot actie overgaat om de vijandige natiën te verdelgen. — Matth. 24:21, 22; Dan. 2:44.
46. Welke bescherming kan Gods bijeenvergaderde volk verwachten wanneer Jehovah het oordeel voltrekt, en waarom? (Zef. 2:3; 3:8)
46 Hoe het Koninkrijk dat wonder van bescherming zal volvoeren, weten wij nog niet. Maar Gods profeten verzekeren zijn gehoorzame volk dat hun volkomen vertrouwen op Jehovah hun tot eeuwig voordeel zal strekken. Zo doet Jehovah bij monde van zijn profeet Jesaja de uitnodiging: „Ga, mijn volk, begeef u in uw binnenkamers, en sluit uw deuren achter u. Verberg u voor slechts een ogenblik, totdat de openlijke veroordeling voorbijgaat. Want zie! Jehovah komt uit zijn plaats te voorschijn om de bewoner van het land rekenschap te vragen van diens dwaling, en het land zal stellig zijn bloedvergieten aan het licht brengen en zal zijn gedoden niet langer bedekken” (Jes. 26:20, 21). Jehovah’s rechtvaardige oordelen zullen stellig voltrokken worden, en zijn redding is zeker. — Ps. 119:155, 156.
Blijvende Koninkrijksvoordelen
47. Welke beloofde voordelen geniet Gods volk thans, in overeenstemming met Jesaja 48:17?
47 Een „grote schare” mensen erkent Jezus Christus thans als hun Koning. Hij heeft hun getoond hoe zij een rein leven kunnen leiden en hoe zij vreugdevolle werkers voor de belangen van zijn Vaders koninkrijk kunnen zijn. Hij heeft hen in een bijzonder kostbare verhouding tot zijn Vader gebracht, die tot hen zegt: „Ik, Jehovah, ben uw God, Degene die u leer uzelf baat te verschaffen, Degene die u doe treden op de weg die gij dient te bewandelen” (Jes. 48:17). Door middel van zijn profetische Woord laat Jehovah zijn volk zien hoe zij in deze dagen vlak voorafgaand aan de „grote verdrukking” veilig kunnen wandelen.
48. (a) Wat is voor Gods gehele volk thans dringend noodzakelijk? (b) Welke waarschuwing van Jezus dienen wij thans ter harte te nemen, en waarom?
48 Voor allen die God zoeken, is het dringend noodzakelijk het huidige goddeloze „samenstel van dingen” te ontvluchten en eruit te blijven! Alhoewel wij er nog niet lichamelijk uit kunnen trekken, kunnen wij wel tonen dat wij ons ervan afgescheiden hebben door de zelfzuchtige, materialistische levenswijzen van dit samenstel te vermijden. Dit is onontbeerlijk, willen wij in leven blijven. Tot besluit van zijn grote profetie waarschuwt Jezus ons volgens Lukas’ verslag: „Schenkt . . . aandacht aan uzelf, dat uw hart nooit bezwaard wordt met overmatig eten en overmatig drinken en zorgen des levens, en die dag plotseling, in een ogenblik, over u komt als een strik. Want hij zal komen over allen die op de gehele aardbodem wonen. Blijft dan wakker, te allen tijde smekend dat gij erin moogt slagen te ontkomen aan al deze dingen die stellig gaan geschieden, en te staan voor het aangezicht van de Zoon des mensen.” — Luk. 21:34-36.
49. Hoe verlenen de verslagen van Markus en Matthéüs kracht aan Jezus’ waarschuwing?
49 Markus’ verslag van Jezus’ profetie geeft de volgende slotwoorden: „Waakt daarom, . . . zodat hij, wanneer hij plotseling komt, u niet slapende vindt. Wat ik tot u zeg, zeg ik echter tot allen: Waakt” (Mark. 13:35-37). En Matthéüs’ verslag voegt er dit aan toe: „Toont . . . gij u daarom gereed, want de Zoon des mensen komt op een uur waarvan gij het niet hebt gedacht.” — Matth. 24:44.
50. Waarom dienen wij zelfs in angstwekkende tijden ’ons hoofd omhoog te heffen’?
50 De „Zoon des mensen”, Christus Jezus, zegt dat de natiën in een tijd dat ze in grote vrees en radeloze angst verkeren, de Zoon des mensen zullen zien komen in een wolk met kracht en grote heerlijkheid. Hij vertelt ons: „Als nu deze dingen beginnen te geschieden, richt u dan rechtop en heft uw hoofd omhoog, omdat uw bevrijding nabijkomt” (Luk. 21:28). Ja, bevrijding door Gods koninkrijk uit het goddeloze „samenstel van dingen”! Bevrijding door Gods koninkrijk tot leven op een paradijsaarde — waar het Koninkrijk duizend jaar lang zegeningen op de mensheid zal uitstorten! En de uitwerking van die Koninkrijkszegeningen zal tot in alle eeuwigheid voortduren.
51. Welke oorspronkelijke verhouding tussen God en de mens zal worden hersteld?
51 De bijbel vermeldt echter dat het Gods voornemen is, zijn oorspronkelijke rechtstreekse heerschappij over de mensheid te herstellen. Er wordt in getoond dat de door Daniël genoemde Koninkrijks-„steen” „uit de berg” van Gods soevereiniteit werd „gehouwen” met het uitdrukkelijke doel Zijn universele soevereiniteit te rechtvaardigen en deze oorspronkelijke nauwe verhoging op aarde te herstellen. Hoe zal dit dan tot stand komen? Hoe zullen alle mensen weer als Adam worden — zonen van God, die rechtstreeks tot hem kunnen naderen?
52. Welke vooruitzichten worden Gods volk voor ogen gesteld, zoals door 1 Korinthiërs 15:24-28 te kennen wordt gegeven?
52 Gods Woord onthult in 1 Korinthiërs 15:24-28 dat wanneer het Koninkrijk de rechtvaardigheid en rechtmatigheid van Gods soevereiniteit over de aarde en het gehele universum heeft gerechtvaardigd, Christus dit Koninkrijk vervolgens aan Jehovah teruggeeft, opdat „God alles zij voor iedereen”. Jehovah heeft dan een verdere dienst voor Jezus en zijn 144.000 metgezellen in petto. Degenen op aarde die daarna de beslissende beproeving op hun loyaliteit aan Jehovah’s Universele Soevereiniteit doorstaan, zullen Jezus voor altijd eren als het voornaamste werktuig waarvan God zich heeft bediend om de aarde tot haar juiste plaats in het universum te herstellen, terwijl zij Jehovah God door middel van de reine, zuivere aanbidding dienen. — Openb. 20:7-15.
53. (a) Wat moeten wij concluderen met betrekking tot de voordelen die God koninkrijk zal verschaffen? (b) Tot het innemen van welk standpunt worden wij aangemoedigd, en met welk heerlijke vooruitzicht voor ogen?
53 Zou met het oog op al deze grootse resultaten, iets u meer tot voordeel kunnen strekken dan Gods koninkrijk? Er is beslist alle reden om Jehovah voor deze bijzonder liefdevolle voorziening te danken. Moge u nu vastberaden en loyaal uw standpunt aan de zijde van Gods koninkrijk in handen van Jezus Christus innemen en tot in alle eeuwigheid de voordelen ervan genieten!
[Illustratie op blz. 16]
In Japan, in Duitsland, in Nigeria — ja, over de gehele aarde wordt Gods koninkrijk bekendgemaakt
[Illustratie op blz. 21]
Afgezien van de huidige Koninkrijksvoordelen, is er hoop op een rustig leven in Gods nieuwe ordening