Waarom zoveel oneerlijkheid?
VOLGENS een oud spreekwoord zou het waar zijn dat ’de gelegenheid de dief maakt’. In tegenstelling hiermee zijn sommigen ervan overtuigd dat ’de dief de gelegenheid maakt’.
Ongeacht hoe oneerlijkheid begint, ze heeft in haar vele vormen alarmerende afmetingen aangenomen. Veel ervan is echter zo gewoon geworden, dat veel mensen het niet langer als oneerlijk beschouwen.
Neem eens enkele kenmerkende situaties. Een werkgever zegt tegen een kantoorbediende dat hij het bedrag dat volgens de rekeningen voor de verkoop van bepaalde artikelen is ontvangen, moet verminderen. De kantoorbediende gaat ervan uit dat hier geen bezwaar tegen bestaat omdat hij eenvoudig doet wat de baas hem zegt. Een echtgenote knoeit met het gezinsbudget, zichzelf voorhoudend dat zij recht heeft op iets wat van haarzelf is. Een echtgenoot zegt tegen zijn vrouw dat hij moet overwerken, maar hij gaat uit met zijn vrienden of, misschien, met een andere vrouw.
Een winkelier zei onlangs dat er vaak groepjes jongelui zijn winkel binnenkomen. Terwijl de één iets koopt, rooft de rest de toonbank leeg. „Toen ik een jonge knaap was”, zegt hij, „waren jongens doodsbenauwd als ze gepakt werden. Droevig genoeg trekken ze zich hier nu helemaal niets van aan. In sommige streken zullen ze, als je hun een uitbrander geeft, terugkomen en je ruiten ingooien.”
En het zijn heus geen mensen uit de minder bevoorrechte klassen die dit allemaal doen. Niet lang geleden werd een bejaarde Engelse dame van adel schuldig bevonden aan winkeldiefstal. En wie heeft niet gelezen over verduisteringen, die soms kleine bedragen betreffen maar soms in de miljoenen lopen?
Wat zijn de oorzaken van deze overweldigende neiging tot oneerlijkheid? Er kunnen er heel wat genoemd worden. Van hun prille jeugd af aan worden de meeste kinderen aan de verraderlijke invloed ervan onderworpen. Door middel van folklore, klassieke verhalen zoals „Ali Baba en de veertig rovers”, films, tv-programma’s en veel boeken wordt oneerlijkheid op een of andere wijze verheerlijkt.
In een vraaggesprek zei een man in São Paulo (Brazilië) dat deze situatie te wijten is aan de invloed van religieuze praktijken zoals bijvoorbeeld de biecht, door middel waarvan men gemakkelijk vergeving kan krijgen van veel verkeerde dingen die worden gedaan. Een vrouw gaf toe dat haar eerlijke wereldje instortte toen „Sinterklaas” een familielid bleek te zijn. Van de ooievaar, waarvan wordt gezegd dat die de baby’s brengt, tot politici met lege beloften — op alle terreinen van het leven worden wij omringd door krachtige invloeden die de geest kunnen wennen aan oneerlijkheid.
Sommige mensen zien geen kwaad in wat zij „een leugentje om bestwil” noemen, maar de stichter van het christendom zei: „Wie oneerlijk is in kleine zaken, is het ook in grote.” Hij identificeerde bovendien de Duivel als „de vader van de leugen” en als de regeerder aan wie de mensheid in het algemeen zich onderwerpt. Dit geeft beslist te denken, en het helpt ons te begrijpen waarom oneerlijkheid zo algemeen voorkomt. — Luk. 16:10, „Het Nieuwe Testament in de omgangstaal”; zie ook Johannes 8:44; 14:30.