Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w83 1/10 blz. 8-10
  • „Werp uw last op Jehóvah” — Hoe?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • „Werp uw last op Jehóvah” — Hoe?
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1983
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Waarom David ’zijn last op Jehovah wierp’
  • Lasten of verantwoordelijkheden
  • Door gebed
  • Geloof en werken
  • „Werp uw last op Jehovah”
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1970
  • Werp altijd uw last op Jehovah
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1996
  • ‘Werp je last op Jehovah’
    Leven en dienen als christenen: werkboek voor vergaderingen 2016
  • Last
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1983
w83 1/10 blz. 8-10

„Werp uw last op Jehóvah” — Hoe?

DAVID, de welbekende koning van het oude twaalfstammenrijk Israël, gaf ons deze aanmoediging: „Werp uw last op Jehóvah, en hijzelf zal u schragen. Nooit zal hij toelaten dat de rechtvaardige wankelt.” — Ps. 55:22.

Waarom is het zo passend dat deze raad juist van koning David afkomstig is? En hoe kunt u er acht op geven?

David heeft een bijzonder veelbewogen loopbaan in het dienen van Jehovah God gehad. Toen hij nog maar een jongen was, doodde hij een leeuw, een beer en de reus Goliath. David muntte uit in de oorlogvoering, waardoor hij het grondgebied van het oude Israël uitbreidde tot de door God vastgestelde grenzen. Bovendien had hij zijns gelijke niet in het componeren van muziek en het dichten van psalmen. Toch heeft David niet alleen de vreugde van succes en voorspoed maar ook de alsem van wroeging en tegenspoed gesmaakt. — 1 Sam. 16:18; 17:34-36; 18:7.

Waarom David ’zijn last op Jehovah wierp’

Toen David zei: „Werp uw last op Jehóvah”, sprak hij in de eerste plaats tegen zichzelf. Waarom kan dit worden gezegd? Omdat uit het verband blijkt dat David deze psalm dichtte in een tijd dat zijn koninklijke rechten en voorrechten op een dieptepunt waren gekomen. Dat was toen zijn eerzuchtige zoon Absalom er bijna in slaagde zijn vader de troon te ontrukken.

Davids wanhopige situatie blijkt uit de aanhef van Psalm 55:1, 2: „Leen toch het oor, o God, aan mijn gebed; en verberg u niet voor mijn verzoek om gunst. Schenk toch aandacht aan mij en antwoord mij. Ik word rusteloos heen en weer gedreven door mijn bezorgdheid, en ik kan niet anders dan van ongerustheid blijk geven.” Ook de volgende zes verzen 55:3-8 zijn in deze trant geschreven.

Hoe kwam David in die toestand terecht? Door zijn tegenstanders. Vervolgens bidt hij tot God om op te treden tegen zijn vijanden en noemt daarbij in het bijzonder een vriend die een verrader was geworden. Ongetwijfeld was dat Achitofel, van wie heel goed kon worden gezegd: „Want het was niet een vijand die mij ging smaden; . . . Maar gij waart het, . . . iemand die vertrouwd met mij was en mijn kennis, want wij genoten altijd zoete vertrouwelijke omgang met elkaar; naar het huis van God wandelden wij altijd in de dichte drom.” — 55 Vs. 12-14.

Na zijn lot en de oorzaak ervan te hebben beschreven, zegt David onder meer over zijn vertrouwen in Jehovah: „Wat mij betreft, ik zal tot God roepen; en Jehovah zelf zal mij redden” (55 vs. 16). Na zichzelf de raad te hebben gegeven: „Werp uw last op Jehóvah”, besluit David de psalm op dezelfde toon van vertrouwen in de Allerhoogste met de woorden: „Gijzelf, o God, zult hen doen neerdalen in de laagste kuil. . . . Maar wat mij aangaat, ik zal op u vertrouwen.” En hoe waar zijn Davids woorden gebleken! Zijn eerzuchtige zoon Absalom en zijn bedrieglijke raadgever Achitofel zijn voortijdig aan hun eind gekomen, terwijl David als Gods gezalfde koning bleef regeren. — 55 Vs. 22, 23.

Lasten of verantwoordelijkheden

Voordat wij beschouwen hoe wij gevolg kunnen geven aan Davids door God geïnspireerde raad om onze lasten op Jehovah te werpen, lijkt het passend om op te merken dat er bepaalde verantwoordelijkheden zijn die wij zelf moeten dragen. De christelijke apostel Paulus schreef: „Want een ieder zal zijn eigen vracht dragen” (Gal. 6:5). Die ’vrachten’ zijn de verantwoordelijkheden die wij nu eenmaal hebben omdat wij echtgenoten, echtgenotes, ouders, kinderen, werknemers, Jehovah’s Getuigen of bijvoorbeeld aangestelde ouderlingen in de christelijke gemeente zijn. Dergelijke vrachten kunnen wij niet totaal, zonder enig eigen verantwoordelijkheidsgevoel, op Jehovah werpen, maar wij dienen deze gewillig zelf te dragen. Zo ook wanneer het op het nemen van beslissingen aankomt. Gods Woord verschaft wetten en beginselen, maar wij moeten ze toepassen op de problemen waarmee wij worden geconfronteerd. Natuurlijk kunnen en moeten wij God vragen om wijsheid, kracht en zijn heilige geest om ons te helpen deze vrachten te dragen, maar wij moeten niet proberen ze kwijt te raken.

Wat zijn dan de lasten die wij op Jehovah kunnen werpen? Dat zijn angsten, zorgen, teleurstellingen en vrees voor de toekomst, zoals David die onderging. En ook de lasten van onze zwakheden en tekortkomingen behoren ertoe. Dit zijn de lasten die wij op Jehovah moeten werpen, want de apostel Petrus zegt: „Terwijl gij al uw bezorgdheid op hem werpt.” Waarom? „Want hij zorgt voor u.” — 1 Petr. 5:6, 7.

Jezus Christus heeft in zijn Bergrede soortgelijke raad gegeven. ’Hoezo?’ vraagt u misschien. Wel, niet alleen zei hij tegen ons dat wij ons niet langer bezorgd mochten maken over wat wij zouden eten en drinken en aantrekken, maar hij gaf ons ook de reden op waarom wij die bezorgdheid niet moesten hebben. Jezus gaf deze verzekering: „Indien God nu de plantengroei van het veld . . . bekleedt, zal hij u dan niet veeleer bekleden, kleingelovigen? . . . Uw hemelse Vader weet dat gij al deze dingen nodig hebt.” — Matth. 6:25-32.

Door gebed

Maar hoe kunnen wij nu werkelijk ’onze last op Jehovah werpen’? Eén manier is door regelmatig in gebed tot hem te naderen. Is het niet zo dat een van de lasten die wij dagelijks te dragen hebben, het bewustzijn is dat wij niet aan Gods rechtvaardige vereisten hebben beantwoord? Ja, maar door in gebed tot God te naderen, kunnen wij van deze last worden bevrijd. Jezus heeft dat geïllustreerd aan de hand van het geval van de belastinginner die, omdat hij nederig en oprecht tot God bad om hem genadig te zijn, rechtvaardiger bleek te zijn dan een huichelachtige Farizeeër. Met andere woorden: De belastinginner werd daardoor van de last van zijn schuld bevrijd. Hier is echter een woord van waarschuwing op zijn plaats: Afhankelijk van onze geestelijke toestand, de ernst van de zonde die wij hebben begaan en de aard van onze schuld, zullen wij wellicht ook de hulp van anderen, gemeentelijke ouderlingen bijvoorbeeld, moeten inroepen ten einde van onze last bevrijd te kunnen worden. — Luk. 18:9-14; Gal. 6:2; Jak. 5:14-16.

Willen wij dat onze gebeden ons helpen onze lasten op Jehovah te werpen, dan moeten wij werkelijk in volle ernst bidden, waardoor wij tonen dat wij de dingen echt serieus nemen. Daarom krijgen wij het gebod: „Weest over niets bezorgd, maar laat in alles door gebed en smeking te zamen met dankzegging uw smeekbeden bij God bekend worden.” Daardoor zullen wij worden geholpen onze last te verlichten, want dan zal ’de vrede van God, die alle gedachte te boven gaat, ons hart en onze geestelijke vermogens behoeden’. — Fil. 4:6, 7.

Gelieve op te merken dat Paulus zowel smekingen als gebeden noemt. Wat zijn smekingen? Dat zijn vurige gebeden. En wat betekent het vurig te zijn? Het oorspronkelijke woord is afgeleid van een stam die „heet zijn, koken” betekent. Vurig zijn betekent dus gloedvol, warm van gevoel, intens zijn. Zo dienen onze gebeden te zijn, als wij er door middel van die gebeden in willen slagen ’onze last op Jehóvah te werpen’.

Als het ons werkelijk ernst is met onze gebeden, zullen wij ook in gebed volharden. Nadat hij de noodzaak van volharding in gebed had geïllustreerd, vermaande onze Heer Jezus Christus: „Derhalve zeg ik u: Blijft vragen, en het zal u gegeven worden; blijft zoeken, en gij zult vinden; blijft kloppen, en u zal opengedaan worden. Want al wie vraagt, ontvangt, en al wie zoekt, vindt, en al wie klopt, zal opengedaan worden” (Luk. 11:2-10). Inderdaad, blijf vragen, zoeken, kloppen, en onze hemelse Vader zal de lasten op zich nemen die terecht op hem geworpen mogen worden.

Geloof en werken

Op onze gebeden is, zoals op elk ander aspect van ons christelijk leven en onze christelijke bediening, dit beginsel van toepassing: „U geschiede naar uw geloof” (Matth. 9:29). Wij moeten het geloof hebben dat God behaagt. Niet alleen moeten wij oprecht geloven dat hij bestaat, maar ook moeten wij het vertrouwen hebben dat hij de beloner wordt van wie hem ernstig zoeken (Hebr. 11:6). Wij moeten het geloof hebben dat God ons zal horen.

Om een dergelijk krachtig geloof te hebben, moeten wij Gods Woord bestuderen. Wij moeten proberen dagelijks in de bijbel en in aanverwante christelijke publikaties te lezen. Het is gemakkelijk om de bijbelse vermaningen en ook de grootse toezeggingen die in dat boek staan, te vergeten. Er zijn zo veel wereldse dingen die onze aandacht opeisen! Maar alleen door ons geregeld met Gods Woord te voeden, kunnen wij werkelijk bekend raken met Jehovah, zijn schitterende hoedanigheden en de manier waarop hij zijn aardse dienstknechten behandelt. Hoezeer legt Jehovah’s Woord de nadruk op zijn liefdevolle zorg voor zijn volk! Telkens opnieuw lezen wij hoe hij de gebeden van zijn dienstknechten heeft verhoord (Gen. 20:17; Hand. 12:5, 17). En vergeet nooit dat Jehovah de eeuwig-betrouwbare „Hoorder van het gebed” blijft. — Ps. 65:2.

Het uit het hoofd leren van bijbelteksten is op meer dan één manier nuttig, vooral van die teksten die ons de verzekering geven van Gods liefdevolle zorg en toezicht. Daartoe behoren zowel de hierboven aangehaalde schriftplaatsen als bepaalde psalmen, zoals Psalm 23 en 103. Hoe zouden wij beter onze geest kunnen bezighouden en verontrustende gedachten kunnen uitbannen dan door gedeelten van Gods Woord uit ons hoofd te leren en voor onszelf te herhalen! Door bijbelteksten in onze geest paraat te hebben, kunnen wij ons ook dan met zijn Woord voeden als wij niet in de gelegenheid zijn om in een bijbel te lezen. Wij zouden bijvoorbeeld over schriftplaatsen kunnen mediteren als wij ’s nachts niet kunnen slapen. (Vergelijk Psalm 63:6.) Waarlijk, dit alles helpt ons ’onze last op Jehovah te werpen’.

Bovendien houdt ’onze last op Jehovah werpen’ in dat wíj óns deel doen. Bedenk dat ’geloof zonder werken dood is’ (Jak. 2:26). In feite gaf Jezus dat in zijn Bergrede ook te kennen, want na ons de raad te hebben gegeven om niet bezorgd te zijn maar vertrouwen te stellen in Gods zorg voor ons, gebood hij: „Blijft dan eerst het koninkrijk en Zijn rechtvaardigheid zoeken, en al deze andere dingen zullen u worden toegevoegd.” Werkelijk, wanneer wij acht slaan op die raad, zal dat ons helpen vrij te blijven van angstige bezorgdheid. — Matth. 6:33.

Wat ook zal helpen, is het leren beheersen van onze geest. Het kan zijn dat wij vervallen zijn tot de gewoonte van negatief denken. Wanneer wij in alle ernst onze smeekbeden aan Jehovah hebben aangeboden en onze zorgen op hem hebben geworpen, moeten wij ze daar laten en ons er niet langer ongerust en bezorgd over maken. Ook moeten wij leren onze woorden en daden te beheersen. Wij moeten vorderingen maken en mogen niet steeds maar weer in dezelfde fouten vervallen, als het ware ’in een kringetje blijven ronddraaien’. Laten wij liever zijn als de apostel Paulus en ’hard voor ons lichaam zijn en het leiden als een slaaf’. Ook moeten wij acht slaan op de raad van Jezus om ’voortdurend te waken en te bidden’, want „de geest is . . . bereidwillig, maar het vlees is zwak”. — 1 Kor. 9:27; Matth. 26:41.

Hoe kunt u dus ’uw last op Jehovah werpen’? Door ernstig in gebed te volharden, door u regelmatig te voeden met Gods Woord, door eerst Gods koninkrijk te zoeken en door zelfbeheersing te oefenen. Getrouw aan zijn belofte zal Jehovah u dan staande houden en niet toestaan dat u ooit wankelt.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen