Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w84 1/5 blz. 22-28
  • ’Eenheid van geest’ in een snel groeiende kudde

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • ’Eenheid van geest’ in een snel groeiende kudde
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1984
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Toegerust om een wereldomvattend getuigenis te geven
  • Gesterkt met het oog op tegenstand
  • De bijeenvergadering van een „grote schare” die de „grote verdrukking” zal overleven
  • Vereende krachtsinspanningen om in de nodige faciliteiten te voorzien
  • Een nieuw programma voor de bouw van Koninkrijkszalen
    Onze Koninkrijksdienst 1986
  • Hoe groot is het getuigenis?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1968
  • Gods verenigde „machtige natie” zal de aarde vullen
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1984
  • Ontwikkeling van de organisatiestructuur
    Jehovah’s Getuigen — Verkondigers van Gods koninkrijk
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1984
w84 1/5 blz. 22-28

’Eenheid van geest’ in een snel groeiende kudde

1. (a) Welke passende raad over eenheid schreef Paulus in Efeziërs 4:1-6? (b) Waarom is die raad ook in onze tijd passend?

TOEN de apostel Paulus aan de christenen van de gemeente in Efeze schreef, legde hij de nadruk op eenheid en drong hij er bij hen op aan nederig te zijn, elkaar in liefde te verdragen en er ernstig naar te streven „de eenheid des geestes te bewaren in de verenigende band van vrede” (Efeziërs 4:1-6). Paulus had ruim twee jaar in Efeze doorgebracht en hij kende de uiteenlopende achtergronden van de broeders aldaar. Hij wist ook dat de verenigende invloeden die Jehovah onder zijn volk werkzaam had doen zijn, deze verschillen konden overwinnen, en Paulus spoorde hen aan gevoelig te zijn voor deze invloeden en er in overeenstemming mee te handelen. In onze tijd is het beslist niet minder belangrijk dit te doen. Hoe dat zo? Omdat personen „uit alle natiën en stammen en volken en talen” in grote aantallen in Jehovah’s organisatie worden bijeengebracht. — Openbaring 7:9, 10.

2. Hoe zorgt Jehovah ervoor dat de eenheid van zijn zichtbare organisatie bewaard blijft?

2 In overeenstemming met zijn voornemen heeft Jehovah zijn dienstknechten verenigd „als schapen in de kooi” (Micha 2:12). Hij verschaft hun de nodige leiding om ervoor te zorgen dat die eenheid bewaard blijft. Hoe? Hij heeft persoonlijk zijn eigen Zoon, Jezus Christus, als hoofd van de christelijke gemeente aangesteld. In de bijbel heeft Jehovah details over zijn voornemen laten optekenen en door middel van zijn zichtbare organisatie leidt hij de krachtsinspanningen van zijn dienstknechten in banen die conform dat voornemen zijn. Het is geloofversterkend bewijzen van deze goddelijke leiding in recente tijden, sinds 1919, te beschouwen.

Toegerust om een wereldomvattend getuigenis te geven

3. Welke activiteit ten behoeve van de Koninkrijkserfgenamen heeft de bijbel voor het besluit van het samenstel van dingen voorzegd?

3 In een profetie over het besluit van het samenstel van dingen werd door de Schrift voorzegd dat de verstrooide „uitverkorenen” opnieuw in een organisatorische eenheid bijeengebracht zouden worden en dat de laatste leden van de Koninkrijksklasse geoogst zouden worden (Matthéüs 24:31; 13:37-43, 47-50). Hoe is dit tot stand gebracht?

4. (a) Van welke tastbare middelen hebben Christus en de engelen zich bediend om die hervergadering en oogst van het overblijfsel tot stand te brengen? (b) Van welke twee manieren bediende Jehovah zich hier derhalve om zijn dienstknechten te verenigen?

4 Volgens de Schrift zou Christus zijn engelen uitzenden om dit tot stand te brengen. Niemand op aarde kan die geestelijke schepselen aan het werk zien, maar de uitwerking van hun activiteit op Jehovah’s zichtbare organisatie is duidelijk kenbaar. Na de wrede vervolging die Jehovah’s dienstknechten gedurende de Eerste Wereldoorlog hadden ondergaan, werd hun hernieuwde kracht geschonken door middel van Wachttoren-artikelen (Engels) die in 1919 werden gepubliceerd en getiteld waren „Gezegend zijn de onbevreesden”. Jehovah had meer werk voor hen te doen. Op het in dat jaar gehouden congres te Cedar Point (Ohio, VS) werd in de lezing „Het Koninkrijk aankondigen” een nieuwe publikatie aangekondigd, namelijk Het gouden tijdperk (nu bekend als Ontwaakt!). Het was de bedoeling dat dit tijdschrift wijd en zijd verspreid zou worden ten einde mensen op „het gouden tijdperk van de glorierijke regering van de Messías” te wijzen. Alle „uitverkorenen” werden ertoe aangemoedigd aan deze activiteit deel te nemen. In 1922, opnieuw op een congres te Cedar Point, werd de krachtige aansporing gegeven: „Verkondigt, verkondigt, verkondigt de Koning en zijn koninkrijk.” In 1925 kreeg het werk weer een krachtige impuls doordat nu, in het licht van Openbaring hoofdstuk 12, de betekenis van de naoorlogse activiteit van Jehovah’s dienstknechten begrepen werd. In 1931, in een resolutie op een congres in Columbus (Ohio, VS) en op vijftig erop aansluitende congressen overal ter wereld, werd vervolgens de naam Jehovah’s Getuigen aangenomen, waardoor deze christenen van alle sekten van de christenheid werden afgezonderd en de nadruk werd gelegd op hun door God opgedragen werk (Jesaja 43:10-12). Aldus verenigde Jehovah zijn dienstknechten (1) door een progressief begrip van de Schrift en (2) door hen aan te zetten tot ijverige activiteit als zijn getuigen.

5. Wat was er als gevolg van hun verenigde actie onder Jehovah’s leiding, omstreeks 1935 tot stand gebracht?

5 Hoewel zij klein in aantal waren, leidde hun verenigde actie onder Jehovah’s leiding ertoe dat de Koninkrijksboodschap tot de einden der aarde werd verkondigd. Tussen 1921 en 1935 verspreidden zij 205.217.917 gebonden boeken en brochures in tientallen talen. Ook werden er honderden miljoenen traktaten verspreid en werd er intensief gebruik gemaakt van de radio. Dit had tot resultaat dat in de slotfase van de bijeenvergadering van de Koninkrijksklasse duizenden meer zich aan Jehovah opdroegen, gedoopt werden en met heilige geest werden gezalfd. Hun openbare bediening was echter niet afgelopen. Jehovah had hen stelselmatig voorbereid op wat er nog in het verschiet lag.

Gesterkt met het oog op tegenstand

6. Waar bereidde Jehovah zijn gezalfde dienstknechten destijds nog meer op voor?

6 Tijdens de Eerste Wereldoorlog waren de gezalfden door de vijand verstrooid. Er zouden nog meer kwaadaardige pogingen in het werk worden gesteld om hun werk te gronde te richten. Maar Jehovah sterkte hen opdat zij nooit meer een verstrooide kudde zouden worden. Hoe ging dit in zijn werk?

7. Hoe stelde Jehovah zijn volk ten tijde van de herbouw van de tempel in staat om ondanks tegenstand eendrachtig voorwaarts te gaan?

7 Toen de herbouw van Jehovah’s tempel na de terugkeer van de ballingen uit Babylon door tegenstand werd belemmerd, sterkte Jehovah zijn volk door profeten — zichtbare woordvoerders — te verwekken en hen precies op tijd komende en van hem afkomstige boodschappen bekend te laten maken. Bovendien bewerkte Jehovah’s eigen geest dat met bergen te vergelijken belemmeringen werden overwonnen en zijn dienstknechten in staat waren als een verenigde organisatie te functioneren. — Haggaï 1:1-8; Zacharia 4:1-14.

8. Op welke manier sterkte Jehovah de broeders in de eerste eeuw?

8 Toen de ware aanbidders in de eerste eeuw met tegenstand te kampen kregen, bracht Jehovah de apostelen ertoe brieven te schrijven waarin leiding en aanmoediging werd gegeven. In deze brieven werd de voornaamste aanstoker van alle tegenstand duidelijk geïdentificeerd als Satan de Duivel, die zich ten doel gesteld heeft de prediking van het goede nieuws lam te leggen door een gewelddadige vervolging te ontketenen of de eenheid van de gemeenten te verstoren door de invloed van valse broeders. Aldus werden allen geholpen duidelijk te onderscheiden welke strijdpunten erbij betrokken waren (Efeziërs 6:10-13; 2 Korinthiërs 11:12-15; 1 Petrus 5:5-8). Liefdevol werden zij ertoe aangemoedigd ’in één geest vast te staan, één van ziel zijde aan zijde strijdend voor het geloof van het goede nieuws, zonder zich in enig opzicht te laten verschrikken door hun tegenstanders’. — Filippenzen 1:27, 28.

9. (a) Hoe heeft Jehovah in recente tijden dergelijke hulp verschaft? (b) Geef hier voorbeelden van.

9 In recente tijden is Jehovah zijn dienstknechten de noodzakelijke hulp blijven geven. Hij doet dit door middel van „de getrouwe en beleidvolle slaaf”, het overblijfsel dat zich thans op aarde bevindt en waarvan Jezus het aangestelde hoofd is, en deze hulp komt precies op tijd (Matthéüs 24:45-47). Zo heeft de „slaaf”-klasse in 1925 de lezers van De Wachttoren (Engels) helpen inzien dat Gods koninkrijk al sinds 1914 in de hemel werkzaam is en dat er in werkelijkheid slechts twee organisaties zijn — Jehovah’s organisatie en Satans organisatie. In 1929 werd de christelijke verplichting om gehoorzaamheid aan Gods wet altijd boven gehoorzaamheid aan menselijke wetten te stellen, krachtig beklemtoond. Op progressieve wijze werden er organisatorische wijzigingen ingevoerd totdat, in 1938, alle aanstellingen van opzieners in de gemeenten op theocratische wijze plaatsvonden, in plaats dat er door de gemeenteleden werd gestemd. Door dit alles werden Jehovah’s dienstknechten verenigd en gesterkt, en wat bleek dit alles precies op de juiste tijd te gebeuren!

10. (a) Hoe bleek die hulp precies op tijd te komen? (b) Welke verdere hulp gaf Jehovah hun toen de vervolging om zich heen greep?

10 In de jaren ’30 en gedurende de hele Tweede Wereldoorlog kregen Jehovah’s Getuigen in veel landen zware vervolging te verduren. Duizenden werden voor het gerecht gedaagd. In tientallen landen werd hun werk officieel verboden. Tallozen werden voor vele jaren in totalitaire concentratiekampen opgesloten. Toen deze vervolging haar kop begon op te steken, sterkte Jehovah zijn dienstknechten nog meer. In 1931 bespraken zij in Wachttoren-studies hoe de joden in de dagen van koningin Esther niet alleen voor hun leven streden, maar tot de aanval op hun vijanden overgingen, en er werd beschouwd hoe dit in deze tijd van toepassing is op de geestelijke oorlogvoering. In artikelen over „De smeltkroes”, die in 1934 verschenen (in het Nederlands eind 1934 en begin 1935), werd het verslag over de drie Hebreeërs in de vurige oven gebruikt om Jehovah’s Getuigen met vastberadenheid te bezielen, opdat zij met volledig vertrouwen in Jehovah standvastig zouden zijn (Daniël 3:17, 18, 28). Jehovah wilde nog een groots werk laten verrichten, en hij zou niet toestaan dat dit werk door satanische tegenstand gedwarsboomd werd.

De bijeenvergadering van een „grote schare” die de „grote verdrukking” zal overleven

11. (a) Op welk nog omvangrijker predikingswerk had Jehovah zijn dienstknechten voorbereid? (b) Noem enkele van de stappen in dit door God geleide voorbereidingsprogramma.

11 Toen de bijeenvergadering van de „kleine kudde” Koninkrijkserfgenamen haar voltooiing naderde, richtte Jehovah de aandacht op een nog omvangrijker werk, het onderwijzen van een „grote schare” die de „grote verdrukking” zou overleven om in een hersteld Paradijs op aarde te leven. Zo hield de president van het Wachttorengenootschap in 1918 een lezing in Los Angeles (Californië, VS) over een onderwerp dat later door nog honderden sprekers zou worden herhaald, onder de titel „De wereld is geëindigd, miljoenen nu levende mensen zullen nimmer sterven”. In 1923 wees De Wachttoren (Engelse uitgave) er vervolgens op dat de „andere schapen” uit Johannes 10:16 dezelfden zijn als de „schapen” in Jezus’ gelijkenis van de schapen en de bokken, en dat zij reeds op het toneel begonnen te verschijnen. In 1931 werd aangetoond dat zij in Ezechiël 9:1-11 werden afgeschaduwd als personen die op hun voorhoofd werden gekentekend om in leven te blijven. In 1932 werd onthuld dat deze zelfde klasse werd afgebeeld door Jonadab, die erkende hoe uiterst belangrijk het is Jehovah exclusieve toewijding te schenken. Dit door God geleide voorbereidingsprogramma bereikte in 1935 een hoogtepunt toen op een congres in Washington, D.C., werd aangetoond dat ook de „grote schare” uit Openbaring 7:9-17 die aardse klasse was, waarna honderden onder de aanwezigen te kennen gaven tot die groep te behoren. Onder leiding van Jehovah’s geest ging de bijeenvergadering van deze groep nu met rasse schreden voorwaarts.

12. (a) Waarom heeft het niet tot verdeeldheid geleid dat personen met een aardse hoop werden toegevoegd aan degenen die een hemelse hoop hadden? (b) Wat is, met Jehovah’s zegen, tot op heden het resultaat geweest van hun vereende krachtsinspanningen?

12 Heeft deze toevoeging van een aardse klasse aan degenen die een hemelse hoop hebben, tot verdeeldheid in de organisatie geleid? Beslist niet. Zoals Jezus had voorzegd, zijn zij „één kudde” geworden, met hem als hun ’ene herder’ (Johannes 10:16). Zij beseffen dat de hoop die zij koesteren, ongeacht tot welke klasse zij behoren, een bewijs vormt van Jehovah’s onverdiende goedheid, dat zij allen het voorrecht en de verantwoordelijkheid hebben om getuigen van Jehovah’s naam en koninkrijk te zijn en dat dezelfde christelijke maatstaf van getrouwheid voor hen allen geldt. Zij vormen werkelijk een verenigd volk. Gezamenlijk hebben zij zich toegelegd op het geven van het Koninkrijksgetuigenis op de gehele bewoonde aarde, met een grote bijeenvergadering als resultaat. Na de Eerste Wereldoorlog namen slechts enkele duizenden verkondigers aan de openbare aankondiging van Jehovah’s koninkrijk deel. Pas in 1941 zetten meer dan 100.000 verkondigers over de gehele wereld hun schouders onder dit werk. Thans bedraagt het aantal verenigde openbare bekendmakers van de Koninkrijksboodschap in totaal 2.652.323. Het is gegaan zoals Jehovah door bemiddeling van de profeet Jesaja had voorzegd: „De kleine zelf zal tot duizend worden, en de geringe tot een machtige natie. Ikzelf, Jehovah, zal het te zijner tijd bespoedigen.” — Jesaja 60:22.

Vereende krachtsinspanningen om in de nodige faciliteiten te voorzien

13. Welke uitwerking heeft deze groei op de drukkerijwerkzaamheden van het Wachttorengenootschap gehad, en hoe is in de behoefte voorzien?

13 In verband met deze grote toename in het aantal getuigen van Jehovah ontstond er behoefte aan grotere faciliteiten. In de jaren ’20 werd de bijbelse lectuur die door de Getuigen werd gebruikt, voornamelijk in Brooklyn (New York, VS) gedrukt. Nu wordt deze lectuur ook in ongeveer dertig andere landen geproduceerd. Vrijwillige bijdragen voorzien in de noodzakelijke middelen, en wanneer men in één land niet voldoende geld heeft, wordt dit tekort door edelmoedige hulp uit andere landen opgeheven. — Vergelijk 2 Korinthiërs 8:14.

14. Hoe is sinds 1935 in de benodigde nieuwe Koninkrijkszalen voorzien?

14 In hetzelfde jaar waarin de „grote schare” terecht als een aardse klasse werd geïdentificeerd, gaf J. F. Rutherford, de toenmalige president van het Wachttorengenootschap, een vergadergelegenheid van Jehovah’s Getuigen op Hawaii de naam Koninkrijkszaal. Van die tijd af hebben Jehovah’s Getuigen deze naam geregeld voor hun vergaderplaatsen gebruikt. Vanaf 1940 tot nu toe is het aantal gemeenten van 5118 tot ruim 46.000 gegroeid. Om de wereldomvattende toename op te vangen, zijn er duizenden nieuwe Koninkrijkszalen alsook grotere congreshallen gebouwd. Dit heeft vereende krachtsinspanningen gevergd, met betrekking tot zowel de financiering als de bouwwerkzaamheden zelf. Jehovah’s verenigde volk heeft dit werk van ganser harte gesteund!

15. Waarom is het belangrijk dat wij over geschikte faciliteiten beschikken voor het houden van onze bijeenkomsten?

15 Het aantal personen dat naar de Koninkrijkszalen van Jehovah’s Getuigen stroomt, is thans groter dan ooit en groeit snel. Allen die werkelijk in Jehovah’s wegen onderwezen willen worden om in zijn paden te kunnen wandelen, zijn van harte welkom (Jesaja 2:2, 3; Hebreeën 10:23-25). Wij moeten er ook zorg voor dragen dat wij over geschikte faciliteiten beschikken om degenen op te vangen die belangstelling hebben voor deze door Jehovah getroffen voorziening. Hoe kan dit worden gedaan?

16. (a) Hoe dienen wij, wanneer er voor onze groeiende gemeente een nieuwe Koninkrijkszaal nodig is, over de hierbij betrokken werkzaamheden en uitgaven te denken, ongeacht of wij persoonlijk de nieuwe zaal zullen gebruiken? (b) Hoe zou er in gebieden met een goede toename, waar onroerend goed evenwel erg duur is, in nieuwe Koninkrijkszalen voorzien kunnen worden?

16 Hoewel wij in veel plaatselijke gemeenten vergaderen, zijn wij toch slechts „één kudde”, één verenigd volk. Belangstelling voor de expansie van de zuivere aanbidding en liefde voor onze broeders en zusters zal ons ertoe brengen op alle mogelijke manieren hulp te bieden, ongeacht waar de behoefte zich voordoet. Is er door de toename in het aantal gemeenten die een bepaalde Koninkrijkszaal gebruiken, behoefte ontstaan aan de bouw van een nieuwe zaal? Wat zou het schitterend zijn wanneer degenen die de oudere faciliteiten blijven gebruiken, alle mogelijke hulp verschaffen bij de bouw van een zaal voor de gemeente die een ander onderkomen moet vinden! In sommige gebieden stellen broeders zich beschikbaar om bij de bouw van andere Koninkrijkszalen te helpen telkens wanneer ergens behoefte aan zo’n zaal bestaat. Met een zorgvuldige planning en vereende krachtsinspanningen zijn in een tijdsbestek van slechts twee dagen of nog minder veel prachtige nieuwe Koninkrijkszalen gebouwd. In sommige landen hebben de omhoogvliegende onroerendgoed-prijzen in stadsgebieden het voor afzonderlijke gemeenten echter onmogelijk gemaakt de noodzakelijke faciliteiten te bekostigen. Maar wat niet door één gemeente tot stand gebracht kan worden, kan met vereende krachtsinspanningen worden bewerkstelligd. Hoe reageren wij wanneer wij worden ingelicht over gelegenheden om hulp te bieden?

17. Welke bijbelse beginselen zijn van toepassing op de manier waarop in deze behoefte kan worden voorzien?

17 Toen de Israëlieten in de gelegenheid werden gesteld bijdragen te geven voor de bouw van Jehovah’s heilige tabernakel, zette hun gewillige hart hen ertoe aan meer dan genoeg te geven (Exodus 35:5-9; 36:5-7). Niet alleen de grote bijdragen ter ondersteuning van de ware aanbidding worden op prijs gesteld. Jezus prees de edelmoedigheid die uit de zeer kleine bijdrage van een arme weduwe sprak (Lukas 21:1-4). De apostel Paulus schreef over voorzieningen om mededienstknechten van God in materieel opzicht te helpen: „Indien de bereidwilligheid er eerst is, dan is ze vooral aanvaardbaar naar hetgeen men heeft, niet naar hetgeen men niet heeft. . . . Door gelijkheid tot stand te brengen [zou] uw teveel voor het ogenblik hun tekort [kunnen] dekken . . . Evenals er staat geschreven: ’Hij die veel had, had niet te veel, en hij die weinig had, had niet te weinig’” (2 Korinthiërs 8:12-15). Wij zouden ons heel goed door dat beginsel kunnen laten leiden wanneer het erom gaat ons steentje bij te dragen tot nieuwe of grotere Koninkrijkszalen, waar deze ook maar nodig blijken te zijn, of wij nu persoonlijk in dat gebied wonen of niet.

18. (a) Wat vormde de drijfveer tot onze „Verklaring van eenheid” op de recente districtscongressen? (b) Wat is de strekking van het eerste punt van die Verklaring? (c) van het tweede punt? (d) van het derde punt? (e) Met welk gebed werd die Verklaring terecht besloten?

18 Jehovah’s organisatie wordt gekenmerkt door ’eenheid van geest’, en wij persoonlijk hebben het voorrecht hier een levend getuigenis van te vormen. Op onze recente congressen overal ter wereld hebben wij in verband hiermee een actuele verklaring afgelegd, die op bladzijde 26 afgedrukt staat. Wij moedigen u aan die Verklaring thans te beschouwen, zodat u in de gelegenheid bent opnieuw na te gaan op welke manieren u de erin vervatte punten in de voor ons liggende dagen persoonlijk in praktijk kunt brengen.

Hoe luidt uw antwoord?

□ Hoe zorgt Jehovah ervoor dat de eenheid van zijn dienstknechten bewaard blijft?

□ Hoe heeft Jehovah de aangelegenheden zo geleid dat ook de laatste leden van de Koninkrijksklasse geoogst zouden worden?

□ Hoe werden Jehovah’s Getuigen gesterkt voor de intense vervolging die zich vóór en tijdens de Tweede Wereldoorlog voordeed?

□ Hoe bereidde God zijn Getuigen voor op de bijeenvergadering die in 1935 begon?

□ Hoe kunnen wij ertoe bijdragen dat er in dringend noodzakelijke Koninkrijkszalen wordt voorzien?

[Kader op blz. 26]

VERKLARING VAN EENHEID

Wij, Jehovah’s Getuigen, bijeen op ons „Koninkrijkseenheid”-districtscongres, wensen uiting te geven aan onze diepe waardering voor alles wat Jehovah voor ons heeft gedaan. Wij zijn innig dankbaar voor het offer van zijn geliefde Zoon en voor zijn keuze van ons als een volk voor zijn Naam.

Daarom VERKLAREN WIJ vastbesloten te zijn (1) de grootse eenheid waartoe Jehovah ons heeft vergaderd als schapen in zijn kooi, te handhaven, onvoorwaardelijk vertrouwend op zijn leiding en op de leiding van zijn heilige geest, (2) er te allen tijde naar te streven een voortreffelijk gedrag onder de natiën te bewaren en ijverig de Koninkrijksboodschap te verkondigen aan allen die willen luisteren en (3) op onze hoede te zijn voor elk afdwalen van Jehovah’s zaak, ongeacht wie het is die tracht ons ten kwade te beïnvloeden.

En WIJ BIDDEN dat wij de liefde waardig mogen blijven die Jehovah jegens ons heeft getoond, en altijd het voorrecht mogen waarderen zijn Naam te dragen en het goede nieuws van zijn Koninkrijk onder Christus bekend te maken.

[Illustratie op blz. 25]

Het voorzien in genoeg Koninkrijkszalen vergt vereende inspanningen, zowel bij de financiering als bij de bouw

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen