Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w85 15/8 blz. 16-21
  • Oefen u met godvruchtige toewijding als uw doel

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Oefen u met godvruchtige toewijding als uw doel
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1985
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Goede communicatie met God
  • Behoud een goed geweten
  • Kies juiste omgang
  • Breng offers voor God
  • Blijf vorderingen maken
  • De mooiste gelegenheid die de jeugd heeft
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1985
  • Jongeren, streef doelen na die God eren
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2007
  • Als gedoopte christenen godvruchtige toewijding nastreven
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1990
  • Voeg godvruchtige toewijding bij uw volharding
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2002
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1985
w85 15/8 blz. 16-21

Oefen u met godvruchtige toewijding als uw doel

„Oefen u . . . met godvruchtige toewijding als uw doel.” — 1 TIMÓTHEÜS 4:7.

1. Hoe kwam het dat een goede hardloopster niet won?

ZIJ was op haar nummer de beste hardloopster van het team. Door vroegere overwinningen had zij zich gekwalificeerd om voor haar land uit te komen. De verwachtingen waren derhalve dat zij bij deze vermaarde atletiekwedstrijd zou winnen. Tot teleurstelling van haar trainer, haar teamgenoten en haarzelf had zij in haar hele sportcarrière nog nooit zo slecht gelopen. Hoe kwam dat? „Ik heb er met de pet naar gegooid en ben ermee opgehouden keihard te trainen”, gaf de volkomen uit het veld geslagen jonge vrouw toe. „Mijn trainer trachtte mij ertoe aan te zetten harder te trainen en waarschuwde mij, maar ik heb niet naar hem geluisterd.” Doordat zij niet voldoende had geoefend, ging de felbegeerde overwinning haar neus voorbij.

2. In welk opzicht moeten christenen zich oefenen, en waarom zullen allen graag willen weten hoe zij dat moeten doen?

2 Voor een christen, en vooral voor een jonge christen, is oefening ook uitermate belangrijk. „Oefen u . . . met godvruchtige toewijding als uw doel” (1 Timótheüs 4:7). Het Griekse woord voor ’oefenen’ (guʹmna·zo) beschreef de inspannende en vaak pijnlijke oefeningen van atleten in de gymnastiekzaal. Daarom voegde de apostel Paulus er met betrekking tot godvruchtige toewijding en de beloningen daarvoor aan toe: „Hiertoe werken wij hard en spannen wij ons in” (1 Timótheüs 4:10). Deze noodzakelijke hoedanigheid bezit iemand niet van nature en ook neemt men die niet als vanzelf van godvruchtige ouders over. Maar welke stappen moet u doen? Christenen van alle leeftijden zullen dit graag willen weten.

Goede communicatie met God

3. (a) Waarom is persoonlijke studie zo belangrijk? (b) Welke hoedanigheden van God trekken u tot hem?

3 Aangezien bij godvruchtige toewijding innige waardering voor Jehovah’s hoedanigheden betrokken is, moet u weten wat voor een God Jehovah werkelijk is. Jehovah deelt ons dit in de bijbel mee. Maar u moet zijn Woord en op de bijbel gebaseerde publikaties nauwkeurig bestuderen, want op die manier wordt u „gevoed met de woorden van het geloof en van de voortreffelijke leer” (1 Timótheüs 4:6). Door zo’n studie zult u geholpen worden „de aangenaamheid van Jehovah” te zien. — Psalm 27:4.

4. Uit welke ervaringen blijkt de waarde van persoonlijke studie, en welke vragen dien je ernstig te beschouwen?

4 „Hoe meer je over Jehovah te weten komt, hoe dichter je tot hem komt”, zegt een 22-jarige volle-tijdpredikster (pionierster). „Wanneer ik profetieën lees en zie hoe ze in vervulling gaan, word ik met ontzag voor hem vervuld. Persoonlijke studie helpt me werkelijk.” Een 16-jarige, die zwaar depressief was geweest, schreef over een van de geregeld in Ontwaakt! verschijnende artikelen in de rubriek „Jonge mensen vragen”: „Net toen ik alle hoop had opgegeven, kwam dit artikel uit. Ik was zo opgewonden dat ik het artikel niet kon neerleggen! Ik voelde mij daardoor zoveel dichter bij Jehovah en ik besefte dat hij veel begrip heeft en zich echt om ons bekommert. Ik voel dat ik er nu weer tegenop kan.”a Stel je je ten doel elke uitgave van onze tijdschriften te lezen? Maak je, hoewel het inspanning kost, er tijd voor om je geest en hart te voeden door persoonlijke bijbelstudie? Door zelf diep te graven, kun je werkelijk voor jezelf bewijzen dat je de waarheid hebt. Wanneer deze kennis het hart bereikt, zul je er zo goed als zeker door gemotiveerd worden, want deze kennis is „de leer die in overeenstemming is met godvruchtige toewijding”. — 1 Timótheüs 6:3; Romeinen 12:2.

5, 6. Wat voor gebeden brengen je nader tot God? Illustreer dit.

5 Tot een goede communicatie met God behoren ook innige en specifieke gebeden. Hierdoor word je geholpen een persoonlijke vriendschap met Jehovah op te bouwen. Maak je fouten, wees dan bereid net als David te smeken: „De zonden van mijn jeugd en mijn daden van opstandigheid, o gedenk ze niet” (Psalm 25:7, 11). En weet dat hij je zal vergeven als je berouw hebt. Leer langer in gebed te blijven en je hart uit te storten. Een jong meisje dat in een godvruchtig gezin was grootgebracht, had zich er ondanks dat door een spraakgebrek van laten weerhouden zich ernstig met de ware religie bezig te houden. „Toen op een avond”, zo vertelde deze 22-jarige, „smeekte ik Jehovah: ’Help mij dat ik u graag wil dienen, en niet alleen omdat de ouderlingen of mijn ouders dat willen.’” Wat een veranderingen voltrokken zich toen in haar leven! Ondanks het feit dat zij stotterde, ging zij geheel in de bediening op. Vol vreugde verklaart zij: „Ik heb nu een veel groter vertrouwen in Jehovah, omdat ik weet dat hij altijd te bereiken is.” — Psalm 62:8.

6 Een jonge christen bad specifiek in verband met haar plannen om te gaan pionieren. Toen haar gebeden werden verhoord, riep zij uit: „Ik wist dat Jehovah een realiteit was en dat hij zich om ons bekommert! Voordien dacht ik dat er een band tussen hem en mij bestond, maar nu is hij meer een vriend voor mij — mijn beste vriend.” Jehovah zal niet altijd op een spectaculaire wijze antwoord geven, maar als je oprecht bent en in overeenstemming met je gebeden handelt, zul je tot het besef komen dat hij je liefdevol leidt. — Psalm 145:18.

Behoud een goed geweten

7. Wat is het geweten, en waarom moet je een goed geweten behouden?

7 Toen Paulus Timótheüs aanspoorde om ’een goed geweten te behouden’, wist de apostel dat hiervoor vastberaden krachtsinspanningen nodig zouden zijn (1 Timótheüs 1:19). Hoe dat zo? Ons geweten is het ons door God geschonken vermogen om onszelf te onderzoeken en een oordeel te vellen over hetgeen wij hebben gedaan of van plan zijn te doen. Het kan ons òf „beschuldigen”, doordat het ons gedrag pijnlijk veroordeelt, òf ons „verontschuldigen”, doordat het dat wat wij doen, goedkeurt (Romeinen 2:15). Maar als ons geweten vervormd raakt, kan het gebrekkige signalen geven. Sommigen met zo’n gebrekkig geweten kunnen als meedogenloze beesten handelen zonder dat de ’innerlijke stem’ hen ’beschuldigt’. Zij kunnen zelfs ’in het openbaar bekendmaken dat zij God kennen maar hem door hun werken verloochenen’. Hoe kun je je ervoor hoeden zo’n gebrekkig geweten te ontwikkelen? — Titus 1:10-16.

8. Hoe hadden enkelen in de eerste eeuw een goed geweten van zich „afgestoten”?

8 Paulus had Timótheüs verteld dat enkele christenen hun goede geweten van zich hadden „afgestoten” door „aandacht te schenken aan onware verhalen” en aan „holle klanken waardoor wat heilig is geweld wordt aangedaan” (1 Timótheüs 1:4, 19, 20; 6:20; 2 Timótheüs 2:16-18). Doordat zij naar deze dingen luisterden, werd hun geloof ondermijnd, wat tot geestelijke schipbreuk leidde. Paulus toonde echter dat niet alleen afvallige leerstellingen maar ook andere dingen ’in strijd waren met de gezonde leer’. In 1 Timótheüs 1:9, 10 noemt hij bijvoorbeeld moord, hoererij en homoseksualiteit.

9, 10. (a) Wat kunnen wij leren uit het voorbeeld van een christelijk echtpaar dat geen goed geweten behield? (b) Hoe kunnen wij voorkomen dat ons geweten toegeschroeid raakt?

9 In deze tijd zijn films en tv-programma’s, alsook de gedrukte bladzijde, doortrokken van geweld en seksuele immoraliteit. Indien wij onze geest daarmee voeden, kan ons geweten geleidelijk aan toegeschroeid raken. Dit overkwam een jong christelijk echtpaar dat vlak voor hun huwelijksdag hoererij bedreef. „Ik denk dat het kwam door wat wij op de tv hadden gezien”, gaf de jonge vrouw toe. „Daar zie je mensen aldoor zwaar met elkaar vrijen en je denkt dus dat daar niet veel kwaad in steekt. Je raakt eraan gewend. Wij begonnen daar dus ook mee. Had ik er maar meer aan gedacht hoe verkeerd het was!” Voordat zij het besefte, raakte zij haar goede geweten kwijt. De jonge man voegde eraan toe: „Ik worstelde ook met masturbatie, en daardoor raakt je geweten afgestompt, zodat het niet zo moeilijk is je aan zwaar gevrij over te geven en ten slotte aan hoererij.” Hoewel zij een goed voorbeeld voor anderen schenen te zijn, had dat waarnaar zij bij wijze van ontspanning keken, gecombineerd met een verborgen onreine gewoonte, ertoe geleid dat hun geweten was afgestompt, zoals vlees dichtschroeit wanneer het herhaaldelijk met een roodgloeiend brandijzer in aanraking komt. — 1 Timótheüs 4:2.

10 Zou ook jouw geweten afgestompt kunnen raken door dat waar je bij wijze van ontspanning naar kijkt of wat je voor je plezier leest? Werk je er werkelijk hard aan elke slechte gewoonte waardoor je geweten verontreinigd kan raken, te overwinnen? Ter bescherming zou je positieve stappen kunnen doen door op de bijbel gebaseerde lectuur die speciaal over je probleem handelt, te lezen — en te herlezen — of door met een ouderling over je probleem te spreken. Een goed, zuiver geweten is een kostbare gave van God waardoor je geholpen zult worden godvruchtige toewijding aan te kweken. Zorg dat niets je dat kan afnemen!

Kies juiste omgang

11, 12. (a) Welke waarschuwing wordt in 2 Timótheüs 2:20, 21 gegeven? (b) Hoe kun je die waarschuwing ter harte nemen?

11 De apostel Paulus schrijft: „In een groot huis nu [de gemeente] zijn niet alleen vaten van goud en zilver, maar ook van hout en aardewerk, en sommige voor een eervol doel, maar andere voor een doel waaraan geen eer verbonden is. Indien iemand de laatste daarom uit de weg blijft, zal hij een vat zijn voor een eervol doel, geheiligd, bruikbaar voor zijn eigenaar, toebereid tot ieder goed werk” (2 Timótheüs 2:20, 21). Onze emoties en ons gedrag worden ten zeerste beïnvloed door degenen die wij als vrienden kiezen. Het is duidelijk dat ongelovigen niet de beste omgang vormen. Paulus laat hier echter onomwonden uitkomen dat er zelfs binnen de gemeente personen kunnen zijn die ongewenste omgang vormen. Het is waar dat je het misschien leuk vindt zulke personen om je heen te hebben, maar hun invloed zal je nooit helpen „de begeerten die aan de jeugd eigen zijn” te ontvlieden of godvruchtige toewijding aan te kweken. Zoek naar opbouwende omgang binnen de gemeente. Paulus vervolgt in 2 vers 22: „Streef naar rechtvaardigheid, geloof, liefde, vrede, samen met hen die de Heer aanroepen uit een rein hart.” — Vergelijk Filippenzen 4:8, 9.

12 Neem het geval van een christelijke jongere die ondanks een godvruchtige opvoeding altijd in moeilijkheden geraakte. „Dit kwam voornamelijk door de mensen met wie ik omging”, zei ze. Toen zij zag dat haar leven op een mislukking dreigde uit te lopen, zocht zij andere vrienden. Haar gevolgtrekking: „Als je vrienden om je heen hebt die Jehovah liefhebben, helpt dat je een gevoelig geweten te behouden en raak je niet in moeilijkheden. Wanneer zij hun afkeer van kwaaddoen uiten, ga je er precies zo over denken.” Doordat zij twijfelachtige omgang ’uit de weg is gebleven’, is zij een vat geworden „bruikbaar voor [haar] eigenaar, toebereid tot ieder goed werk”. Nu zij tien jaar als pionierster heeft gediend, voegt zij eraan toe: „Ik bemerk dat Jehovah mij nu heeft gebruikt om anderen te helpen.” — 2 Timótheüs 2:21; Spreuken 15:31.

13. Hoe kun je vaststellen wie goede omgang vormen, en hoe kunnen zij je beïnvloeden?

13 Bekijk degenen met wie je omgaat dus realistisch. Streven zij rechtvaardigheid, geloof, op beginselen gebaseerde liefde en ook vrede na? Zijn zij van christelijke ijver vervuld? Door intensief met zulke personen om te gaan, kun je zelf, net als Timótheüs, de nauwe metgezel van Paulus, een voorbeeld worden in spreken, in gedrag, in liefde, in geloof en in eerbaarheid. Dit betekent niet dat je je koud of onvriendelijk moet opstellen tegenover degenen die minder goede voorbeelden zijn. Jouw vreugdevolle voorbeeld zou ook hen ertoe aan kunnen zetten rechte paden voor hun voeten te maken. — 1 Timótheüs 4:12; Hebreeën 12:12-15.

Breng offers voor God

14, 15. (a) Wat werd er in de oudheid verwacht van atleten die in training waren? (b) Welk werk vergt offers, en welke goede voorbeelden hebben wij?

14 In Timótheüs’ tijd oefenden atleten die in training waren, „zelfbeheersing in alle dingen” en ontzegden zich veel anderszins geoorloofde genoegens (1 Korinthiërs 9:25). Zij hielden zich aan een streng dieet en volgens de dichter Horatius uit de eerste eeuw v.G.T. „onthielden zij zich van vrouwen en wijn” om „het verlangde doel te bereiken”. Zo vergt ook oefening met godvruchtige toewijding als je doel offers. Paulus zei over Timótheüs: „Ik heb niemand anders van gelijke gezindheid als hij . . . want alle anderen zoeken hun eigen belangen, niet die van Christus Jezus. Maar . . . [hij heeft] met mij als een slaaf . . . gediend ter bevordering van het goede nieuws.” — Filippenzen 2:19-22.

15 Timótheüs kreeg het gebod: „Doe het werk van een evangelieprediker, volbreng uw bediening ten volle” (2 Timótheüs 4:5). Hoe aanlokkelijk sommige van zijn persoonlijke belangen ook geweest mogen zijn, hij gaf ze op om Gods werk te volbrengen. Ben jij bereid hetzelfde te doen? In deze tijd hebben sommige jonge christenen die vrij zijn van zware schriftuurlijke verantwoordelijkheden zich een hogere opleiding of een goedbetaalde volle-tijdbaan ten doel gesteld in plaats van de christelijke bediening tot hun carrière te maken. Een van hen zag vol verlangen uit naar het tijdstip dat hij in zo’n baan kon beginnen. Doch voordat hij met dat werk begon, aanvaardde hij de uitnodiging om de hele zomer met een pioniersechtpaar in de velddienst samen te werken. Hij genoot ervan. Het gevolg was, dat hij die begeerde volle-tijdbaan opofferde en minder interessant part-timewerk aannam om te kunnen pionieren. Met deze zelfde Timótheüs-instelling werkt hij thans op het internationale hoofdbureau van Jehovah’s Getuigen. De bereidheid om offers te brengen, is een blijk van ware liefde, en zoals hij bemerkte, verdiepen de offers die liefde.

16. Wat zijn enkele offers die jonge mensen misschien moeten brengen?

16 Als „een prediker en een apostel” legde Paulus de nadruk op de wenselijkheid van bescheiden kleding. Zou jij bereid zijn een bepaalde kledingstijl, haardracht of make-up waardoor anderen van streek kunnen raken of waardoor je doeltreffendheid als prediker belemmerd kan worden, op te offeren? (1 Timótheüs 2:7-10) Paulus schreef verder: „Allen die met godvruchtige toewijding . . . wensen te leven, zullen ook vervolgd worden” (2 Timótheüs 3:12). Ben jij bereid pal te staan voor de waarheid wanneer dit misschien betekent dat je uitgelachen wordt en uit de gunst raakt bij je klasgenoten? Al zulke offers die met het juiste motief worden gebracht, zullen je helpen godvruchtige toewijding aan te kweken en je tegelijkertijd leren op Jehovah te vertrouwen en zijn gevoelens het allerbelangrijkste te achten.

Blijf vorderingen maken

17. Hoe was Timótheüs een voorbeeld voor jonge bedienaren in deze tijd met betrekking tot het maken van vorderingen?

17 Godvruchtige toewijding aankweken, is een proces dat doorgaat. Paulus schreef aan Timótheüs: „Denk diep over deze dingen na, ga er geheel in op, opdat uw vooruitgang aan allen openbaar moge zijn” (1 Timótheüs 4:15). Sommigen die te jong zijn om dienaar in de bediening of ouderling te zijn, denken misschien dat zij geen vooruitgang kunnen maken aangezien zij in de mening verkeren dat vooruitgang uitsluitend wordt afgemeten naar de verantwoordelijkheden en voorrechten die iemand in de gemeente heeft. Het is waar dat Timótheüs er zowel vanwege zijn geestelijke ontwikkeling als op grond van zijn leeftijd voor in aanmerking was gekomen als ouderling te dienen. Maar Timótheüs moest zich op de bediening blijven toeleggen, en hierin gaf hij een voortreffelijk voorbeeld dat alle jonge bedienaren kunnen volgen op elk terrein dat voor hen openstaat. — 1 Timótheüs 4:12, 13.

18. In welke opzichten kunnen jonge christenen vorderingen maken?

18 Dus, opgroeiende dienstknechten van Jehovah, jullie kunnen net als Timótheüs „een voorbeeld voor de getrouwen” zijn door de waarheid van diepe invloed te laten zijn op jullie levenswijze en door jullie bediening te verbeteren. Op dit ogenblik kunnen jullie naar vooruitgang streven door te leren hoedanigheden zoals matigheid in gewoonten, ordelijkheid, gastvrijheid en ernst aan te kweken. Door jullie beschikbaar te stellen aan de ouderlingen en elke taak die zij jullie vragen te verrichten ernstig op te vatten, kunnen jullie eraan werken de ’beproeving op jullie geschiktheid’ positief te laten uitvallen (1 Timótheüs 3:1, 2, 8-10). Zelfs als jullie vooruitgang niet snel door anderen wordt opgemerkt, kunnen jullie er zeker van zijn dat Jehovah die wel ziet. Mettertijd zullen anderen jullie vooruitgang ook zien. — 1 Timótheüs 5:25.

19. Waarom dien je je met godvruchtige toewijding als je doel te oefenen, ongeacht de krachtsinspanningen die dit vergt?

19 Vergeet nooit dat jullie door het aankweken van godvruchtige toewijding, in een goedgekeurde persoonlijke verhouding tot Jehovah kunnen geraken. Gebrek aan geestelijke oefening heeft een veel groter verlies tot gevolg dan het verlies van de uit het veld geslagen hardloopster die in het begin van dit artikel werd genoemd. Het aankweken van godvruchtige toewijding betekent hard werk. Maar overal ter wereld roepen grote aantallen blije jonge stemmen luidkeels uit: HET IS ALLE KRACHTSINSPANNINGEN WAARD! Het verwerven van deze hoedanigheid leidt tot een voldoeningschenkende levenswijze thans, zonder spijtgevoelens, en tot verwezenlijking van de hoop op eeuwig geluk. Blijf dus oefenen. Blijf je best doen, zelfs wanneer het moeilijk is. Put troost uit de belofte dat „de God van alle onverdiende goedheid . . . zelf uw opleiding [zal] voleindigen, hij zal u standvastig maken, hij zal u sterk maken. Hem zij de macht in eeuwigheid. Amen”. — 1 Petrus 5:10, 11.

[Voetnoten]

a „Waarom word ik zo depressief?” in de uitgave van 22 december 1982 van Ontwaakt!

Kunt u deze vragen beantwoorden?

◻ Welke krachtsinspanningen zijn nodig om een goede communicatie met God te onderhouden?

◻ Wat is betrokken bij het behouden van een goed geweten?

◻ Hoe kan 2 Timótheüs 2:20-22 toegepast worden bij het aankweken van godvruchtige toewijding?

◻ Hoe kunnen jonge christenen vorderingen maken?

[Kader op blz. 17]

Enkele hoedanigheden van onze warmvoelende God

◼ Hij heeft gevoelens. Daardoor kan hij zich door onze daden ”gegriefd” voelen of verheugd. — Psalm 78:40; Spreuken 27:11.

◼ Terwijl mensen elkaar vaak alleen op het uiterlijk beoordelen, ’ziet hij hoe het hart is’. — 1 Samuël 16:7.

◼ Hij bekommert zich om ons en nodigt ons uit onze bezorgdheid op hem te werpen, en hij is „een vesting op de dag der benauwdheid”. — Nahum 1:7; 1 Petrus 5:7.

◼ Hij wordt „de gelukkige God” genoemd, en hij ’heeft behagen’ in zijn dienstknechten. — 1 Timótheüs 1:11; Psalm 35:27.

◼ Hij zal nooit onrechtvaardig handelen of partijdigheid tonen. — Job 34:10; Handelingen 10:34, 35.

◼ Hoewel hij kwaaddoen niet vergoelijkt, is hij wanneer wij berouw hebben over een fout of een zwakheid „vergevensgezind” en ’doet hij ons zelfs niet naar onze zonden’ en brengt hij evenmin ’over ons wat wij verdienen’. — Psalm 86:5; 103:8-14.

◼ Hij is te benaderen, en hij moedigt zijn loyale schepselen aan hun bekwaamheden te gebruiken. Ondanks zijn oneindige wijsheid luistert hij naar suggesties. „Uw eigen deemoed zal mij groot maken”, schreef koning David. — Psalm 18:35; 1 Koningen 22:19-22.

[Illustratie op blz. 20]

Veel christenen putten een diepere vreugde uit de bediening dan uit een goedbetaalde baan

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen