„Allen die in de herinneringsgraven zijn”
KUNNEN wij er zeker van zijn dat de meeste doden weer zullen leven? Ja, Jezus heeft namelijk gezegd: „Verwondert u hierover niet, want het uur komt waarin allen die in de herinneringsgraven zijn, zijn stem zullen horen en te voorschijn zullen komen” (Johannes 5:28, 29). Let op het woord „herinneringsgraven”, dat uniek is voor de Nieuwe-Wereldvertaling. Het herinnert ons aan de belangrijkheid van Gods herinneringsvermogen in verband met de opstanding.
Waarom wordt de gebruikelijke vertaling, „graven”, niet gebezigd? Omdat Jezus niet het meervoud gebruikte van het Griekse woord taʹfos, dat „graf” of „begraafplaats” betekent. En inderdaad zijn ook niet allen die ooit zijn gestorven, in een letterlijk graf, of taʹfos, begraven. Toch bevinden degenen die in de opstanding door God teruggebracht zullen worden, zich in zijn herinnering. Dit wordt te kennen gegeven door het feit dat Jezus de meervoudsvorm gebruikte van mne·meiʹon, dat nauw verwant is aan Griekse woorden die in essentie „herinneren” betekenen (Matthéüs 16:9; Markus 8:18). De Greek-English Lexicon door H. G. Liddell en R. Scott geeft mne·meiʹon weer als „gedenkteken voor, herinnering of aandenken aan iemand of iets, . . . graftombe, . . . in het algemeen, monument”.
De Nieuwe-Wereldvertaling maakt dus een onderscheid tussen de woorden taʹfos en mne·meiʹon. Het is ook vermeldenswaard dat veel bijbelvertalingen op soortgelijke wijze twee verschillende woorden gebruiken in Matthéüs 23:29, waar beide Griekse uitdrukkingen voorkomen. In de Groot Nieuws Bijbel worden ze als volgt weergegeven: „U bouwt graftombes [een vorm van taʹfos] voor de profeten en versiert de monumenten [een vorm van mne·meiʹon] van hen die rechtvaardig geleefd hebben.”
De Schepper van de mens vergeet het levenspatroon van de miljarden mensen die geleefd hebben niet (Psalm 139:16; 147:4; Matthéüs 10:30). Op zijn bestemde tijd zal hij degenen die zich in de „herinneringsgraven” bevinden, gedenken en hen tot leven op een gereinigde aarde terugbrengen. Wat voelen wij ons aangemoedigd en vertroost in de wetenschap dat Gods volmaakte herinneringsvermogen niet te kort zal schieten! — Openbaring 20:11-13.