Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w94 1/9 blz. 13-18
  • Verheugt u in Jehovah!

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Verheugt u in Jehovah!
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1994
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Zich verheugen — Waarom en hoe?
  • Talloze redenen voor verheuging
  • Prediken — Een last of een vreugde?
  • Deel je vreugde met anderen!
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2011
  • Verheug u in de Koninkrijkshoop!
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1991
  • Wij kunnen ons ’gedurende al onze dagen verheugen’
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1983
  • Dien Jehovah met vreugde des harten
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1995
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1994
w94 1/9 blz. 13-18

Verheugt u in Jehovah!

„Verheugt u altijd in de Heer. Nogmaals zal ik zeggen: Verheugt u!” — FILIPPENZEN 4:4.

1. Waarom zouden wij ons kunnen afvragen wat Paulus bedoelde toen hij zei dat christenen zich altijd dienen te verheugen?

TEGENWOORDIG schijnen er maar heel weinig redenen te zijn om zich te verheugen. Uit stof gemaakte mensen, zelfs ware christenen, worden met situaties geconfronteerd die droefheid veroorzaken — werkloosheid, slechte gezondheid, de dood van geliefden, persoonlijkheidsproblemen of tegenstand van ongelovige familieleden of vroegere vrienden. Hoe moeten wij dan Paulus’ aansporing „Verheugt u altijd” opvatten? Is dat, gezien de onaangename en beproevende omstandigheden waarmee wij allemaal te kampen hebben, eigenlijk wel mogelijk? Een bespreking van de context van deze woorden zal ertoe bijdragen de kwestie te verduidelijken.

Zich verheugen — Waarom en hoe?

2, 3. Hoe belangrijk is vreugde, zoals in het geval van Jezus en van de Israëlieten uit de oudheid werd geïllustreerd?

2 „Verheugt u altijd in de Heer. Nogmaals zal ik zeggen: Verheugt u!” Dit herinnert ons wellicht aan de woorden die zo’n 24 eeuwen geleden tot de Israëlieten werden gericht: „De vreugde van Jehovah is uw vesting”, of volgens de vertaling door Moffatt: „U in de Eeuwige te verheugen, is uw sterkte” (Nehemia 8:10). Vreugde geeft sterkte en is als een vesting waarin men zich kan terugtrekken om steun en bescherming te vinden. Vreugde hielp zelfs de volmaakte mens Jezus om te volharden. „Wegens de hem in het vooruitzicht gestelde vreugde heeft hij een martelpaal verduurd, schande verachtend, en is hij aan de rechterhand van de troon van God gaan zitten” (Hebreeën 12:2). Het is duidelijk dat het vermogen om zich in weerwil van moeilijkheden te verheugen, uitermate belangrijk is voor redding.

3 Voordat de Israëlieten het Beloofde Land binnengingen, was hun geboden: „Gij moet u verheugen over al het goede dat Jehovah, uw God, u en uw huisgezin gegeven heeft, gij en de leviet en de inwonende vreemdeling die in uw midden is.” Jehovah niet met verheuging dienen, zou ernstige gevolgen hebben: „Al deze vervloekingen zullen stellig over u komen en u achtervolgen en u bereiken, totdat gij verdelgd zijt . . . ten gevolge van het feit dat gij Jehovah, uw God, niet met verheuging en vreugde des harten hebt gediend wegens de overvloed van alles.” — Deuteronomium 26:11; 28:45-47.

4. Waaraan zou het kunnen liggen als wij ons niet verheugen?

4 Het is dus gebiedend noodzakelijk dat het gezalfde overblijfsel in deze tijd en hun metgezellen, de „andere schapen”, zich verheugen! (Johannes 10:16) Paulus herhaalde zijn raad — „nogmaals zal ik zeggen” — en beklemtoonde daarmee hoe belangrijk het is ons te verheugen over al het goede dat Jehovah voor ons heeft gedaan. Doen wij dat? Of laten wij ons zozeer in beslag nemen door de dagelijkse routine van het leven dat wij onze vele redenen voor verheuging soms uit het oog verliezen? Stapelen de problemen zich zo hoog op dat ze ons uitzicht op het Koninkrijk en de zegeningen ervan belemmeren? Laten wij toe dat andere dingen — ongehoorzaamheid aan Gods wetten, het negeren van goddelijke beginselen of het verwaarlozen van christelijke plichten — ons van onze vreugde beroven?

5. Waarom valt het iemand die onredelijk is moeilijk zich te verheugen?

5 „Laat uw redelijkheid aan alle mensen bekend worden. De Heer is nabij” (Filippenzen 4:5). Iemand die onredelijk is, ontbreekt het aan evenwicht. Misschien verzuimt hij goed op zijn gezondheid te letten, doordat hij zijn lichaam onnodig aan overmatige spanning of bezorgdheid blootstelt. Misschien heeft hij niet geleerd zijn beperkingen te aanvaarden en in overeenstemming daarmee te leven. Het kan zijn dat hij zich te hoge doeleinden stelt en vervolgens probeert ze koste wat het wil te bereiken. Of wellicht gebruikt hij zijn beperkingen als een verontschuldiging om het langzamer aan te gaan doen of de handen te laten verslappen. Omdat het hem aan evenwicht ontbreekt en hij onredelijk is, valt het hem moeilijk zich te verheugen.

6. (a) Wat dienen medechristenen in ons te zien, en wanneer alleen zal dit het geval zijn? (b) Hoe helpen Paulus’ woorden in 2 Korinthiërs 1:24 en Romeinen 14:4 ons redelijk te zijn?

6 Ook al beschouwen tegenstanders ons als fanatiek, medechristenen dienen altijd te kunnen zien dat wij redelijk zijn. En dat zullen zij ook, als wij evenwichtig zijn en geen volmaaktheid van onszelf of van anderen verwachten. Bovenal moeten wij ons ervan weerhouden anderen lasten op te leggen die verder gaan dan wat Gods Woord verlangt. De apostel Paulus zei: „Niet dat wij de meesters over uw geloof zijn, maar wij zijn medewerkers tot uw vreugde” (2 Korinthiërs 1:24). Als gewezen Farizeeër wist Paulus heel goed dat starre regels die vastgesteld en opgelegd worden door personen die autoriteit hebben, de vreugde verstikken, maar dat door medewerkers geboden nuttige suggesties de vreugde vergroten. Het feit dat ’de Heer nabij is’, dient redelijke mensen eraan te herinneren dat zij ’de huisknecht van een ander niet dienen te oordelen. Hij staat of valt voor zijn eigen meester.’ — Romeinen 14:4.

7, 8. Waarom moeten christenen verwachten problemen te hebben, maar hoe kunnen zij zich toch blijven verheugen?

7 „Weest over niets bezorgd, maar laat in alles door gebed en smeking te zamen met dankzegging uw smeekbeden bij God bekend worden” (Filippenzen 4:6). Wij leven thans in de ’kritieke tijden die moeilijk zijn door te komen’ waarover Paulus schreef (2 Timotheüs 3:1-5). Christenen moeten dus verwachten met problemen geconfronteerd te worden. Paulus’ woorden „verheugt u altijd” sluiten niet de mogelijkheid uit dat een loyale christen nu en dan vlagen van neerslachtigheid of ontmoediging kan hebben. In zijn eigen geval gaf Paulus realistisch toe: „Wij worden in elk opzicht bestookt, maar toch niet zo in het nauw gedreven dat wij ons niet meer kunnen bewegen; wij zijn ten einde raad, maar niet totaal zonder uitweg; wij worden vervolgd, maar niet in de steek gelaten; wij worden neergeworpen, maar niet vernietigd” (2 Korinthiërs 4:8, 9). De vreugde van een christen draagt er echter toe bij tijdelijke periodes van bezorgdheid en verdriet te verlichten en uiteindelijk te boven te komen. Ze schenkt de benodigde sterkte om voorwaarts te blijven gaan en nooit de vele redenen voor verheuging uit het oog te verliezen.

8 Wanneer er problemen rijzen, van welke aard maar ook, gaat de vreugdevolle christen in gebed en smeekt Jehovah nederig om zijn hulp. Hij laat zich niet door extreme bezorgdheid overweldigen. Na gedaan te hebben wat hij redelijkerwijs zelf kan doen om het probleem op te lossen, legt hij de afloop in Jehovah’s handen, in overeenstemming met de uitnodiging: „Werp uw last op Jehóvah, en hijzelf zal u schragen.” Intussen blijft de christen Jehovah danken voor al Zijn goedheid. — Psalm 55:22; zie ook Mattheüs 6:25-34.

9. Hoe schenkt kennis van de waarheid gemoedsrust, en welke goede uitwerking heeft dit op een christen?

9 „De vrede van God, die alle gedachte te boven gaat, zal uw hart en uw geestelijke vermogens behoeden door bemiddeling van Christus Jezus” (Filippenzen 4:7). Kennis van de bijbelse waarheid bevrijdt de geest van een christen van onwaarheid en helpt hem gezonde denkpatronen te ontwikkelen (2 Timotheüs 1:13). Aldus wordt hij geholpen verkeerd of onverstandig gedrag, waardoor vreedzame betrekkingen met anderen in gevaar gebracht zouden kunnen worden, te vermijden. In plaats van gefrustreerd te zijn over onrecht en goddeloosheid, vertrouwt hij erop dat Jehovah door middel van het Koninkrijk de problemen van de mensheid zal oplossen. Zo’n gemoedsrust behoedt zijn hart, houdt zijn beweegredenen zuiver en richt zijn denken op de weg der rechtvaardigheid. Zuivere beweegredenen en een juiste denkwijze verschaffen op hun beurt talloze redenen voor verheuging, ondanks de problemen en druk die door een chaotische wereld worden teweeggebracht.

10. Alleen door waarover te spreken of te denken kan ware vreugde worden ervaren?

10 „Ten slotte, broeders, al wat waar is, al wat van ernstig belang is, al wat rechtvaardig is, al wat eerbaar is, al wat lieflijk is, alles waarover gunstig wordt gesproken, welke deugd er ook is en al wat lof verdient, blijft deze dingen bedenken” (Filippenzen 4:8). Een christen schept er geen behagen in over slechte dingen te spreken of te denken. Dit sluit automatisch veel van het door de wereld geboden amusement uit. Niemand kan zijn christelijke vreugde bewaren als hij zijn geest en hart vult met leugens, dwaas gescherts en met dingen die onrechtvaardig, immoreel, van deugd verstoken, verfoeilijk en walgelijk zijn. Duidelijk gezegd, niemand kan ware vreugde vinden door zijn geest en hart met vuiligheid te vullen. Hoe opbouwend is het te weten dat christenen, die in Satans verdorven wereld leven, zo veel goede dingen hebben om over te denken en te spreken!

Talloze redenen voor verheuging

11. (a) Wat dient nooit als iets vanzelfsprekends te worden beschouwd, en waarom niet? (b) Welke uitwerking had het bijwonen van een internationaal congres op een afgevaardigde en zijn vrouw?

11 Als wij over redenen voor verheuging spreken, laten wij dan onze internationale broederschap niet vergeten (1 Petrus 2:17). Terwijl wereldse nationale en etnische groepen uiting geven aan intense haat jegens elkaar, sluit Gods volk zich in liefde hechter aaneen. Hun eenheid treedt vooral duidelijk aan het licht op internationale congressen. Over het in 1993 in Kiëv (Oekraïne) gehouden congres schreef een afgevaardigde uit de Verenigde Staten: „Uit de vreugdetranen, de stralende ogen, de voortdurende golf van omhelzingen alsof het familie betrof en de groeten die over het speelveld heen en weer werden gestuurd door groepen die met kleurige paraplu’s en zakdoeken zwaaiden, sprak duidelijk de theocratische eenheid. Ons hart zwol van trots bij het zien van datgene wat Jehovah op wonderbaarlijke wijze in de wereldwijde broederschap tot stand heeft gebracht. Dit heeft mijn vrouw en mij diep getroffen en heeft ons geloof nieuwe dimensies gegeven.”

12. Hoe gaat Jesaja 60:22 voor onze eigen ogen in vervulling?

12 Hoe geloofversterkend is het voor christenen in deze tijd bijbelse profetieën voor hun eigen ogen in vervulling te zien gaan! Beschouw bijvoorbeeld de woorden uit Jesaja 60:22 eens: „De kleine zelf zal tot duizend worden, en de geringe tot een machtige natie. Ikzelf, Jehovah, zal het te zijner tijd bespoedigen.” Bij de geboorte van het Koninkrijk in 1914 bedroeg het aantal actieve predikers slechts 5100 — een „kleine”. Maar de afgelopen vijf jaar is de wereldwijde broederschap in omvang toegenomen met een gemiddelde van 5628 pasgedoopte Getuigen per week! In 1993 werd er een hoogtepunt van 4.709.889 actieve bedienaren bereikt. Denk u eens in! Dit betekent dat „de kleine” uit 1914 letterlijk al bijna tot „duizend” geworden is!

13. (a) Wat is er sinds 1914 gaande? (b) Hoe nemen Jehovah’s Getuigen het beginsel van Paulus’ woorden in 2 Korinthiërs 9:7 in acht?

13 Sinds 1914 is de Messiaanse Koning uitgetrokken om te midden van zijn vijanden te onderwerpen. Zijn heerschappij heeft de steun gekregen van gewillige menselijke volgelingen die tijd, energie en geld bijdragen om het wereldwijde predikingswerk alsook een internationaal bouwprogramma tot stand te brengen (Psalm 110:2, 3). Jehovah’s Getuigen verheugen zich erover dat er geldelijke bijdragen worden gedaan zodat deze activiteiten tot een goed einde gebracht kunnen worden, ook al wordt op hun vergaderingen hoogst zelden over geld gesproken.a (Vergelijk 1 Kronieken 29:9.) Ware christenen hoeven niet tot geven te worden aangepord; zij beschouwen het als een voorrecht hun Koning te ondersteunen naar de mate waarin hun omstandigheden dat toelaten, een ieder „zoals hij in zijn hart heeft besloten, niet met tegenzin of onder dwang”. — 2 Korinthiërs 9:7.

14. Welke toestand onder Gods volk is sinds 1919 duidelijk geworden, en welke reden tot verheuging geeft hun dat?

14 Het voorzegde herstel van de ware aanbidding onder Gods volk heeft ertoe geleid dat er een geestelijk paradijs is ontstaan. Sinds 1919 heeft het zijn grenzen voortdurend uitgebreid (Psalm 14:7; Jesaja 52:9, 10). Het resultaat? Ware christenen ervaren „uitbundige vreugde en verheuging” (Jesaja 51:11). De goede vruchten die hieruit voortspruiten, bewijzen wat Gods heilige geest door middel van onvolmaakte mensen tot stand kan brengen. Alle verdienste en eer komen Jehovah toe, maar is er een groter voorrecht denkbaar dan Gods medewerker te worden? (1 Korinthiërs 3:9) Jehovah is machtig genoeg om, indien dit nodig zou zijn, de waarheidsboodschap door de stenen te laten uitroepen. Niettemin heeft het hem goedgedacht zich niet van deze methode te bedienen, maar daarentegen gewillige, uit stof gemaakte schepselen ertoe te bewegen zijn wil te volbrengen. — Lukas 19:40.

15. (a) Welke hedendaagse gebeurtenissen volgen wij met belangstelling? (b) Naar welke gebeurtenis zien wij met verheuging uit?

15 Vol ontzag slaan Jehovah’s dienstknechten thans gade hoe de wereldgebeurtenissen verband houden met opmerkelijke bijbelse profetieën. De natiën doen alle mogelijke moeite — maar tevergeefs — om tot stabiele vrede te komen. De gebeurtenissen dwingen hen een beroep te doen op de organisatie der Verenigde Naties om overal in de wereld waar haarden van onrust zijn, op te treden (Openbaring 13:15-17). Intussen ziet Gods volk reeds vol verwachting uit naar een van de meest vreugdevolle gebeurtenissen die ooit zullen plaatsvinden, een gebeurtenis die met de dag dichterbij komt. „Laten wij ons verheugen en verrukt zijn, en laten wij hem de heerlijkheid geven, want de bruiloft van het Lam is aangebroken en zijn vrouw heeft zich gereedgemaakt.” — Openbaring 19:7.

Prediken — Een last of een vreugde?

16. Illustreer hoe een christen van zijn vreugde beroofd zou kunnen worden door na te laten in praktijk te brengen wat hij heeft geleerd.

16 „De dingen die gij zowel geleerd als aanvaard hebt en die gij in verband met mij gehoord en gezien hebt, brengt die in praktijk, en de God van vrede zal met u zijn” (Filippenzen 4:9). Wanneer christenen in praktijk brengen wat zij hebben geleerd, kunnen zij verwachten door God gezegend te worden. Een van de belangrijkste dingen die zij hebben geleerd, is de noodzaak het goede nieuws tot anderen te prediken. Ja, wie zou zich in vrede des geestes kunnen verheugen of vreugdevol kunnen zijn als hij inlichtingen zou onthouden aan rechtgeaarde mensen wier leven van het horen van zulke inlichtingen afhangt? — Ezechiël 3:17-21; 1 Korinthiërs 9:16; 1 Timotheüs 4:16.

17. Waarom dient onze predikingsactiviteit altijd een bron van vreugde te zijn?

17 Wat een vreugde is het met schapen te vergelijken mensen te vinden die bereid zijn meer over Jehovah te weten te komen! Ja, zij die met de juiste beweegreden dienen, zullen de dienst voor het Koninkrijk altijd een bron van vreugde vinden. Dat is zo omdat de voornaamste reden om een getuige van Jehovah te zijn, is Zijn naam te loven en Zijn positie als Soevereine Heerser hoog te houden (1 Kronieken 16:31). Wie dit feit onderkent, zal zich zelfs verheugen wanneer mensen zo onverstandig zijn het goede nieuws dat hij brengt te verwerpen. Hij weet dat de prediking tot ongelovigen op zekere dag zal eindigen; het loven van Jehovah’s naam zal eeuwig doorgaan.

18. Waardoor wordt een christen bewogen Jehovah’s wil te doen?

18 De ware religie beweegt degenen die haar beoefenen ertoe datgene te doen wat Jehovah verlangt, niet omdat zij het moeten, maar omdat zij het willen (Psalm 40:8; Johannes 4:34). Veel mensen vinden dit moeilijk te begrijpen. Een dame zei eens tegen een Getuige die haar bezocht: „Weet u, ik moet u een compliment maken. Ik zou beslist nooit van huis tot huis gaan om mijn religie te prediken zoals u doet.” Met een glimlach antwoordde de Getuige: „Ik kan uw gevoelens begrijpen. Voordat ik een van Jehovah’s Getuigen werd, had u mij er niet toe kunnen bewegen naar andere mensen toe te gaan om over religie te praten. Maar nu wíl ik het.” De dame dacht even na en concludeerde toen: „Kennelijk heeft uw religie iets te bieden wat de mijne niet heeft. Misschien moest ik daar eens achter zien te komen.”

19. Waarom is het nu als nooit tevoren de tijd om ons te verheugen?

19 De jaartekst voor 1994, die in onze Koninkrijkszalen duidelijk zichtbaar is aangebracht, herinnert ons geregeld aan het volgende: „Vertrouw op Jehovah met heel uw hart” (Spreuken 3:5). Is er een grotere reden tot verheuging denkbaar dan ons vertrouwen te kunnen stellen in Jehovah, onze vesting, tot wie wij onze toevlucht nemen? Psalm 64:10 verklaart: „De rechtvaardige zal zich verheugen in Jehovah en zal inderdaad zijn toevlucht tot hem nemen.” Het is nu niet de tijd om wankelmoedig te zijn of het op te geven. Elke maand die verstrijkt, brengt ons dichter bij de werkelijkheid van datgene waarnaar dienstknechten van Jehovah sinds de dagen van Abel reikhalzend hebben uitgezien. Het is nu de tijd om met heel ons hart op Jehovah te vertrouwen, wetend dat wij nooit tevoren zo veel redenen hebben gehad om ons te verheugen!

[Voetnoten]

a Op congressen en eenmaal per maand in de gemeenten wordt een kort verslag voorgelezen waarin het bedrag aan ontvangen vrijwillige bijdragen alsook de gedane uitgaven worden vermeld. Nu en dan worden er brieven uitgestuurd waarin wordt verteld hoe zulke schenkingen worden gebruikt. Aldus wordt iedereen ingelicht over de financiële situatie van het wereldomvattende werk van Jehovah’s Getuigen.

Wat zou u antwoorden?

◻ Waarom dienen wij ons volgens Nehemia 8:10 te verheugen?

◻ Hoe blijkt uit Deuteronomium 26:11 en 28:45-47 dat het belangrijk is zich te verheugen?

◻ Hoe kan Filippenzen 4:4-9 ons helpen altijd vreugdevol te zijn?

◻ Welke reden geeft de jaartekst voor 1994 ons om verheugd te zijn?

[Illustratie op blz. 16]

Russische en Duitse Getuigen zijn verheugd deel uit te maken van een internationale broederschap

[Illustratie op blz. 17]

De waarheid met anderen delen, is een reden tot verheuging

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen