Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w98 15/9 blz. 28-31
  • Een bijbelvertaling die de wereld veranderde

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Een bijbelvertaling die de wereld veranderde
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1998
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Een geïnspireerde vertaling?
  • Jafeth in de tenten van Sem?
  • Proselieten en godvrezenden
  • De Septuaginta droeg ertoe bij de weg te bereiden
  • De Septuaginta verliest zijn „inspiratie”
  • De „Septuaginta” — Nuttig in het verleden en in deze tijd
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2002
  • Septuaginta
    Verklarende woordenlijst
  • De eerste-eeuwse christenen in de Griekse wereld
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2008
  • Is het nodig Hebreeuws en Grieks te leren?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2009
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1998
w98 15/9 blz. 28-31

Een bijbelvertaling die de wereld veranderde

Toen Gods profeet Mozes meer dan 3500 jaar geleden met het schrijven van de bijbel begon, kon slechts één kleine natie die lezen (Deuteronomium 7:7). Dit was zo omdat de Schrift alleen in de oorspronkelijke Hebreeuwse taal van die natie beschikbaar was. Dat zou mettertijd echter veranderen.

DE VERBREIDING van de bijbelse boodschap en haar positieve invloed door de eeuwen heen is in niet geringe mate toe te schrijven aan de eerste vertaling ervan — de Septuaginta. Waarom werd deze vertaling gemaakt? En kan er terecht worden gezegd dat dit een bijbel was die de wereld veranderde?

Een geïnspireerde vertaling?

Na hun ballingschap in Babylon tijdens de zevende en zesde eeuw v.G.T. bleven veel joden buiten het land van het oude Israël en Juda wonen. Voor de in ballingschap geboren joden werd Hebreeuws een tweede taal. In de derde eeuw v.G.T. was er een joodse gemeenschap in Alexandrië (Egypte) — een belangrijk cultureel centrum van het Griekse Rijk. Die joden zagen er het nut van in de heilige geschriften in het Grieks te vertalen, dat toen hun moedertaal was.

Tot op die tijd was de geïnspireerde bijbelse boodschap opgetekend in het Hebreeuws, met kleine gedeelten in het nauw verwante Aramees. Zou het tot uitdrukking brengen van het Woord van God in een andere taal afbreuk doen aan het krachtige effect van goddelijke inspiratie en misschien zelfs tot verkeerde interpretaties leiden? Konden de joden, aan wie het geïnspireerde Woord was toevertrouwd, het zich veroorloven te riskeren dat die boodschap door vertaling verdraaid werd? — Psalm 147:19, 20; Romeinen 3:1, 2.

Deze gevoelige kwesties gaven aanleiding tot bezorgdheid. Maar de angst dat joden Gods Woord niet langer zouden begrijpen, woog ten slotte zwaarder dan alle andere overwegingen. Er werd besloten een Griekse vertaling voor te bereiden van de thora — de eerste vijf boeken van de bijbel, geschreven door Mozes. Hoe de feitelijke vertaling tot stand kwam, is in legenden gehuld. Volgens De brief van Aristeas wilde de Egyptische heerser Ptolemaeus II (285–246 v.G.T.) een in het Grieks vertaald exemplaar van de Pentateuch (of thora) hebben voor zijn koninklijke bibliotheek. Hij gaf hiervoor opdracht aan 72 joodse geleerden, die vanuit Israël naar Egypte kwamen en de vertaling in 72 dagen voltooiden. Deze vertaling werd vervolgens voorgelezen aan de joodse gemeenschap, die verklaarde dat ze zowel mooi als nauwkeurig was. Later werd dit verhaal opgesmukt en werd beweerd dat elke vertaler in een afzonderlijk vertrek werd geplaatst maar dat hun vertalingen toch letter voor letter identiek waren. Vanwege de overlevering omtrent 72 vertalers kwam deze Griekse bijbelvertaling bekend te staan als de Septuaginta, gebaseerd op een Latijns woord dat „Zeventig” betekent.

De meeste hedendaagse geleerden zijn het erover eens dat De brief van Aristeas een apocrief geschrift is. Zij geloven ook dat het initiatief voor de vertaling niet uitging van Ptolemaeus II, maar van de leiders van de Alexandrijnse joodse gemeenschap. De geschriften van de joodse Alexandrijnse filosoof Philo en de joodse geschiedschrijver Josephus alsook de talmoed laten echter alle uitkomen dat de eerste-eeuwse joden algemeen geloofden dat de Septuaginta net zo geïnspireerd was als de oorspronkelijke Geschriften. Zulke overleveringen waren ongetwijfeld toe te schrijven aan een poging de Septuaginta aanvaardbaar te maken voor de joodse gemeenschap wereldwijd.

Hoewel het bij de oorspronkelijke vertaling slechts om de vijf boeken van Mozes ging, werd de naam Septuaginta ten slotte op de complete in het Grieks vertaalde Hebreeuwse Geschriften toegepast. De overige boeken werden in de loop van de volgende honderd jaar vertaald. De hele Septuaginta was niet het resultaat van een gecoördineerde inspanning, maar kwam geleidelijk tot stand. De vertalers verschilden qua bekwaamheid en kennis van het Hebreeuws. De meeste boeken werden letterlijk vertaald, soms tot in het extreme, terwijl andere vertalingen heel vrij waren. Van enkele boeken bestaat er zowel een lange als een korte versie. Tegen het einde van de tweede eeuw v.G.T. konden alle boeken van de Hebreeuwse Geschriften in het Grieks gelezen worden. Ondanks inconsequente resultaten strekte de uitwerking van het vertalen van de Hebreeuwse Geschriften in het Grieks zich veel verder uit dan wat de vertalers hadden kunnen verwachten.

Jafeth in de tenten van Sem?

In een bespreking van de Septuaginta haalt de talmoed Genesis 9:27 aan: „Moge . . . Jafeth . . . verblijven in de tenten van Sem” (Megillah 9b, Babylonische talmoed). De talmoed impliceert, figuurlijk gesproken, dat Jafeth (de vader van Javan, van wie de Grieken afstammen) via de schoonheid van de Griekse taal van de Septuaginta in de tenten van Sem (de voorvader van de natie Israël) woonde. Er zou echter ook gezegd kunnen worden dat Sem via de Septuaginta in de tenten van Jafeth woonde. Hoe dat zo?

Na de veroveringen van Alexander de Grote, in de tweede helft van de vierde eeuw v.G.T., werd er een intensieve poging gedaan om de Griekse taal en cultuur overal in de veroverde landen te verbreiden. Deze gedragslijn werd hellenisering genoemd. De joden beseften dat zij aan een constante culturele aanval blootstonden. Als de Griekse cultuur en filosofie de overhand kregen, zou de religie van de joden ondermijnd worden. Wat kon het getij van deze aanval keren?

Betreffende één mogelijk motief van de joden om de Septuaginta te vertalen, merkt de joodse bijbelvertaler Max Margolis op: „Als wij de opzet helemaal bij de joodse gemeenschap moeten zoeken, zal er nog een motief hebben meegespeeld, namelijk de joodse Wet toegankelijk te maken voor de heidense bevolking en de wereld ervan te overtuigen dat de joden een cultuur bezaten die de wijsheid van Hellas [Griekenland] naar de kroon stak.” De Hebreeuwse Geschriften beschikbaar stellen voor de Griekssprekende wereld kan derhalve zowel een vorm van zelfverdediging als een tegenaanval zijn geweest.

Alexanders helleniseringsbeleid had Grieks tot de internationale taal van de wereld gemaakt. Zelfs toen zijn rijk door de Romeinen werd veroverd, bleef het algemene Grieks (of de Koinè) de handels- en communicatietaal onder de natiën. Of dit nu het gevolg was van een opzettelijke poging of een natuurlijke ontwikkeling was, de Septuaginta-vertaling van de Hebreeuwse Geschriften vond snel haar weg naar de huizen en harten van vele niet-joden die voorheen onbekend waren met God en de Wet van de joden. De resultaten waren verbazingwekkend.

Proselieten en godvrezenden

In de eerste eeuw G.T. kon Philo schrijven dat de „schoonheid en waardigheid van de wetgeving van Mozes niet alleen onder de joden, maar ook door alle andere natiën hoog aangeslagen [werd]”. Betreffende joden die in de eerste eeuw buiten Palestina woonden, zegt de joodse historicus Joseph Klausner: „Het is moeilijk te geloven dat al deze miljoenen joden enkel door emigratie vanuit het kleine Palestina waren bijeengebracht. Men is genoodzaakt te zeggen dat deze grote toename ook te danken was aan de opname van grote aantallen mannelijke en vrouwelijke proselieten.”

Deze indrukwekkende punten vertellen echter niet het volledige verhaal. De auteur Shaye J. D. Cohen, hoogleraar in de joodse geschiedenis, zegt: „Veel heidenen, zowel mannen als vrouwen, bekeerden zich in de laatste eeuwen v.G.T. en de eerste twee eeuwen G.T. tot het judaïsme. Nog talrijker echter waren de heidenen die bepaalde aspecten van het judaïsme aanvaardden maar zich er niet toe bekeerden.” Zowel Klausner als Cohen duidt deze niet-bekeerlingen aan als godvrezenden, een uitdrukking die veelvuldig in Griekse literatuur uit die tijd voorkomt.

Wat is het verschil tussen een proseliet en een godvrezende? Proselieten waren personen die zich volledig tot het judaïsme hadden bekeerd, die in elk opzicht als joden werden beschouwd omdat zij de God van Israël aanvaardden (en alle andere goden verwierpen), zich lieten besnijden en zich bij de natie Israël aansloten. In tegenstelling daarmee zegt Cohen over godvrezenden: „Hoewel deze heidenen allerlei joodse gebruiken in acht namen en op de een of andere manier de God van de joden vereerden, beschouwden zij zichzelf niet als joden en werden zij ook door anderen niet als joden beschouwd.” Klausner beschrijft hen als „een middenpositie innemend”, want zij aanvaardden het judaïsme en „namen een deel van de gebruiken in acht, maar . . . werden geen volwaardige joden”.

Misschien raakten sommigen geïnteresseerd in God als gevolg van gesprekken met joden die aan zendingsactiviteit deelnamen of door gade te slaan hoe zij anders waren in handelwijze, gedrag en gebruiken. Toch was de Septuaginta het voornaamste werktuig dat deze godvrezenden hielp Jehovah God te leren kennen. Hoewel het niet mogelijk is om achter het precieze aantal eerste-eeuwse godvrezenden te komen, heeft de Septuaginta ongetwijfeld enige kennis omtrent God in het hele Romeinse Rijk verbreid. Door middel van de Septuaginta werd er ook een belangrijke grondslag gelegd.

De Septuaginta droeg ertoe bij de weg te bereiden

De Septuaginta speelde een belangrijke rol in de verbreiding van de boodschap van het christendom. Er bevonden zich veel Griekssprekende joden onder degenen die aanwezig waren toen met Pinksteren 33 G.T. de christelijke gemeente werd gesticht. Er waren ook proselieten onder degenen die op dat vroege tijdstip Christus’ discipelen werden (Handelingen 2:5-11; 6:1-6; 8:26-38). Aangezien de geïnspireerde geschriften van Jezus’ apostelen en andere vroege discipelen voor zo’n uitgebreid mogelijk publiek bedoeld waren, werden ze in het Grieks opgetekend.a Daarom waren veel aanhalingen uit de Hebreeuwse Geschriften die in de christelijke Griekse Geschriften voorkwamen, op de Septuaginta gebaseerd.

Behalve natuurlijke joden en proselieten waren nog anderen bereid de Koninkrijksboodschap te aanvaarden. De niet-jood Cornelius was „een godvruchtig man en iemand die met zijn gehele huisgezin God vreesde, en hij schonk vele gaven van barmhartigheid aan het volk en zond voortdurend smekingen tot God op”. In 36 G.T. waren Cornelius, zijn gezin en anderen die in zijn huis waren bijeengekomen, de eerste heidenen die als Christus’ volgelingen werden gedoopt (Handelingen 10:1, 2, 24, 44-48; vergelijk Lukas 7:2-10). Toen de apostel Paulus door heel Klein-Azië en Griekenland reisde, predikte hij zowel tot veel heidenen die God reeds vreesden als tot „Grieken die God aanbaden” (Handelingen 13:16, 26; 17:4). Waarom waren Cornelius en die andere heidenen bereid het goede nieuws te aanvaarden? De Septuaginta had ertoe bijgedragen de weg te bereiden. Een geleerde vermoedt dat de Septuaginta „een boek van zo’n cruciaal belang is dat het een niet weg te denken element van zowel de christenheid als de westerse cultuur is”.

De Septuaginta verliest zijn „inspiratie”

Het uitgebreide gebruik van de Septuaginta bracht uiteindelijk een reactie onder de joden teweeg. In discussies met christenen bijvoorbeeld beweerden de joden dat de Septuaginta een onjuiste vertaling was. In de tweede eeuw G.T. had de joodse gemeenschap de vertaling die ze eens als geïnspireerd had geroemd, volledig de rug toegekeerd. De rabbi’s verwierpen de legende van de 72 vertalers door te zeggen: „Het gebeurde eens dat vijf ouderlingen de Thora voor koning Ptolemaeus in het Grieks vertaalden, en die dag was voor Israël net zo onheilspellend als de dag waarop het gouden kalf werd gemaakt, aangezien de Thora niet nauwkeurig vertaald kon worden.” Om een striktere overeenstemming met rabbijnse opvattingen te verzekeren, gaven de rabbi’s opdracht om een nieuwe vertaling in het Grieks te maken. Ze werd vervaardigd in de tweede eeuw G.T. door een joodse proseliet genaamd Aquila, een discipel van rabbi Akiba.

De Septuaginta werd niet langer door de joden gebruikt, maar ze werd het standaard „Oude Testament” van de opkomende Katholieke Kerk totdat ze werd verdrongen door de Latijnse Vulgaat van Hiëronymus. Hoewel een vertaling nooit de plaats kan innemen van het origineel, speelde de Septuaginta een belangrijke rol in het verbreiden van kennis omtrent Jehovah God en zijn koninkrijk in handen van Jezus Christus. De Septuaginta is inderdaad een bijbelvertaling die de wereld veranderde.

[Voetnoot]

a Het is mogelijk dat het Evangelie van Mattheüs eerst in het Hebreeuws is geschreven en dat er daarna een vertaling in het Grieks is verschaft.

[Illustratie op blz. 31]

De „Septuaginta” werd door veel mensen tot wie Paulus predikte, begrepen

[Illustratieverantwoording op blz. 29]

Courtesy of Israel Antiquities Authority

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen