Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • km 11/75 blz. 7
  • God als onze Eigenaar waarderen

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • God als onze Eigenaar waarderen
  • Koninkrijksdienst 1975
  • Vergelijkbare artikelen
  • De beslechting van het geschilpunt inzake het eigendomsrecht
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1975
  • Aan wie behoort u toe?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1975
  • We zijn van Jehovah
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk (studie-uitgave) 2018
  • De keus waardoor leven in ware vrede en zekerheid wordt gewaarborgd
    Ware vrede en zekerheid — Uit welke bron?
Meer weergeven
Koninkrijksdienst 1975
km 11/75 blz. 7

God als onze Eigenaar waarderen

1 „Aan Jehovah, uw God, behoren de hemel, ja, de hemel der hemelen, de aarde en alles wat daarop is” (Deut. 10:14). Deze verklaring doet duidelijk uitkomen dat God de Eigenaar van de mensheid is. Bovendien heeft Jehovah door middel van het offer van zijn Zoon Adams hele nageslacht losgekocht. Wanneer wij erkennen dat God onze Eigenaar is en volledig geloven in de zondenverzoenende waarde van het offer van Christus, worden wij geholpen ons ook nog ergens anders in te verheugen (Joh. 14:6). Waarin? In een wonderbaarlijke verhouding tot Jehovah en zijn Zoon. Onze opdracht en waterdoop brengen ons in die verhouding en wij ervaren dan vele vreugden en zegeningen, ja de hoop op eindeloos leven.

2 Geven wij door het leven dat wij van dag tot dag leiden te kennen dat God onze Eigenaar is? Tonen wij individueel dat wij werkelijk aan Jehovah toebehoren doordat wij ’eerst Gods koninkrijk en zijn rechtvaardigheid’ zoeken? (Matth. 6:33) Volgen wij Christus voortdurend en laten wij ons naar zijn levenspatroon modelleren? — Matth. 16:24, 25; 1 Petr. 2:21.

3 Terwijl wij begrijpen dat er vele dingen betrokken zijn bij het volgen van het model dat Christus heeft gegeven — zoals ons morele gedrag, onze neigingen, onze afgescheidenheid van de wereld, enz. — heeft Christus door het leven dat hij leidde toch op enkele dingen de nadruk gelegd. Wanneer wij bijvoorbeeld Matthéüs 28:19, 20 beschouwen, zien wij hoe krachtig hij de nadruk heeft gelegd op het prediken en onderwijzen van het goede nieuws van God. — Openb. 12:17.

4 Daarom heeft het erkennen van God als Eigenaar voor ons vele veranderingen meegebracht met betrekking tot de wijze waarop wij onze tijd besteden. Velen van Gods volk hebben op prijzenswaardige wijze wegen gevonden een eenvoudiger leven te leiden, door bijvoorbeeld kleiner te gaan wonen nadat hun kinderen waren opgegroeid, zodat zij meer tijd aan de Koninkrijksbelangen konden wijden. Anderen hebben veranderingen in hun wereldse werk aangebracht. Weer anderen zijn in de pioniersdienst gegaan. Al dezen hebben hun dienstgelegenheden groter gemaakt (Hebr. 12:1). Zij hebben dit gedaan omdat het dienen van Jehovah op zich een genoegen is en het vreugde schenkt iemand anders te helpen dit geluk te smaken (Hand. 20:35). Staat dit niet in schril contrast met de wegen der wereld, waarbij de mensen steeds meer tijd voor zichzelf willen besteden, steeds meer wereldse genoegens willen hebben, steeds langere vakanties, steeds meer weekeinden weg met de caravan? Deze houding heeft de mensen der wereld in Gods ogen veroordeeld aangezien zij „meer liefde voor genoegens dan liefde voor God” hebben. Jehovah’s Getuigen tonen echter steeds meer liefde voor God door zich in toenemende mate te ’verloochenen en zijn martelpaal dag aan dag op te nemen en [Jezus] voortdurend te volgen’. — Luk. 9:23.

5 Niet allen van ons verkeren in een positie de een of andere tak van de volle-tijddienst ter hand te nemen maar de vraag is of wij veranderingen in ons persoonlijke leven hebben aangebracht ten einde niet toe te laten dat werelds werk, ontspanning of andere belangen, van welke aard maar ook, een te grote belemmering vormen voor ons voortdurend volgen van Christus. Het bedenken van de dingen die met het vlees te maken hebben, vormen de grootste belemmering voor het voortdurend volgen van Christus en kan uiteindelijk zelfs tot de dood leiden (Rom. 8:6; 13:14) maar wanneer wij Jehovah exclusieve toewijding geven en dan datgene doen waartoe wij werkelijk in staat zijn, naargelang onze omstandigheden en levenssituatie, kunnen wij er verzekerd van zijn dat Jehovah blij is met ons, wij die zijn dienstknechten en zijn eigendom vormen. — Spr. 27:11.

6 Bij het trouw blijven aan de eigendomsrechten die God met betrekking tot ons heeft, is ons gehele leven betrokken — de wijze waarop wij ons leven leiden in gehoorzaamheid aan al Gods geboden, onze aanwezigheid op christelijke vergaderingen, onze geregelde gebeden tot God, onze hemelse Eigenaar, en het feit dat wij in navolging van Jezus Christus een zo volledig mogelijk aandeel aan het verbreiden van het goede nieuws van Gods koninkrijk hebben. — Joh. 3:16; 13:17.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen