Gastvrijheid — Een kenmerk van het ware christendom
1 Wij willen allemaal gastvrij zijn, hetgeen in werkelijkheid wil zeggen dat wij gasten en vreemdelingen hartelijk en gul ontvangen en bezighouden. Vooral degenen die trachten voor aanstelling als ouderling in aanmerking te komen, dienen deze wonderbare eigenschap, die zozeer tot het opbouwen van warmte en saamhorigheid in de gemeente bijdraagt, aan de dag te leggen (1 Tim. 3:1, 2; Tit. 1:7, 8). Een ieder van ons behoort evenwel vreemdelingen in de christelijke gemeente welkom te heten en zowel voor de nederigen als de welgestelden dezelfde belangstelling te tonen. — Rom. 12:13; Jak. 2:1-4, 9.
2 Wat zijn enkele manieren waarop wij gastvrijheid kunnen betonen? Aangezien gastvrijheid de gedachte in zich bergt van „ten zeerste gesteld [zijn] op vreemdelingen” (Kingdom Interlinear), dient deze hoedanigheid beslist in de Koninkrijkszaal aan de dag te treden. Niet alleen volwassenen, maar ook jongeren kunnen zich aan nieuwelingen voorstellen en hen verwelkomen. Onderbreek jij je bezigheden om anderen te begroeten? Leer je hun namen? Dit is vooral nodig wanneer wij een vergadering leiden. Tussen twee haakjes, wanneer heb jij, of je nu wel of geen officiële verantwoordelijkheden in de gemeente hebt, voor het laatst iemand uitgenodigd om in de gastvrijheid van je huis te delen? Vele nieuwelingen hebben vanwege de waarheid het contact met hun vroegere vrienden en familieleden verloren. Deze leemte dient beslist gevuld te worden. Zij dienen warm in ons huis en ons hart welkom geheten te worden, en aldus nieuwe vrienden te maken en nieuwe familiebetrekkingen op te bouwen. — Luk. 18:29, 30; Jak. 2:14-16.
3 Jegens iedereen in de gemeente gastvrijheid te betonen, is een heel karwei, maar als een ieder van ons er slechts enkele minuten aan besteedt om elke week al is het maar met één persoon te spreken, zullen wij weldra met onze broeders en zusters bekend raken en wij allen zullen van deze gastvrije uitwisseling profijt trekken. Als je in verlegenheid verkeert omdat je iemands naam vergeten bent, aarzel dan niet om er opnieuw naar te vragen. Vroeg of laat zullen wij allen elkaars naam kennen, en zo dient het ook te zijn, net als in ieder gezin. In één gemeente werd een pasgeïnteresseerde voor het eerst meegenomen naar een vergadering. Een van de dingen die de meeste indruk op haar maakten was dat de studieleider iedereen, zelfs kleine kinderen, bij naam kende. Wat droeg dit tot een warme familieband bij!
4 Natuurlijk dient gastvrijheid van twee kanten te komen. Niet alleen dienen degenen die reeds tot de gemeente behoren gastvrijheid jegens de nieuwelingen te betonen, maar misschien kunnen degenen van jullie die nieuw in de waarheid zijn het initiatief nemen om van tijd tot tijd enkelen bij jullie thuis uit te nodigen. Uitgebreide voorbereidingen zijn niet vereist, maar gesprekken over geestelijke onderwerpen zullen opbouwend zijn (Luk. 10:38-42; vergelijk Handelingen 16:15). Hoe belangrijk is gastvrijheid als wij bedenken dat wij Gods goedkeuring alleen kunnen verwerven wanneer we de geest van liefde die tot oprechte uitingen van gastvrijheid aanzet, aankweken en behouden. Dit is zo omdat liefde de grondslag van de ware aanbidding is. Christus zei: „Hieraan zullen allen weten dat gij mijn discipelen zijt, indien gij liefde onder elkaar hebt.” — Joh. 13:35.
5 Ja, warme, edelmoedige, openhartige gastvrijheid gebaseerd op een diepe liefde voor Jehovah en onze medemensen is een kenmerk van het ware christendom. Zelfs als wij weinig hebben, berooft dit ons niet van de mogelijkheid de geest van gastvrijheid — oprechte bezorgdheid voor andermans welzijn — te tonen.