’Hoe zullen zij horen . . .?’
1 De grootste wereldomvattende Koninkrijksbekendmaking die ooit is ondernomen, zal spoedig ten einde lopen (Matth. 24:3, 14; Mark. 13:10). Wij leven in opwindende tijden die worden gekenmerkt door een gevoel van dringendheid nu wij bezig zijn de opdracht die wij van God hebben ontvangen, te volbrengen. Onze bediening dient zowel progressief te zijn als expansie te vertonen, want wij kijken niet alleen naar de kwaliteit maar ook naar de kwantiteit van onze dienst. Waarom zeggen wij dit? Omdat er, verspreid over ons gehele gebied, nog steeds heel veel afzonderlijke personen en gezinnen zijn die nog niet de gelegenheid hebben gehad de boodschap van geloof te horen. Aangezien ’geloof volgt op hetgeen wordt gehoord’, kunnen wij terecht de vraag stellen: „Hoe zullen zij vervolgens horen zonder dat iemand predikt?” — Rom. 10:14, 17.
2 Een aantal gemeenten hebben toegewezen gebied dat niet vaak wordt bewerkt. Hierbij kan het gaan om verre plattelandsgebieden of dichtbijgelegen stadsgebied. Het bewerken van zulke gebieden vereist misschien niet alleen wat meer inspanning en tijd, maar kost wellicht ook meer geld. Indien jouw gemeente gebied bezit dat minder vaak wordt bewerkt dan wenselijk is, wat kan er dan worden gedaan om dit te verbeteren? Hoe kunnen andere gemeenten en reizende opzieners hulp bieden?
3 Nu de zomer is aangebroken, en er dus meer kans is op mooi weer dienen de gemeenten speciale aandacht te besteden aan al het gebied dat zeker in 1983 nog niet is bewerkt. Dit vereist een krachtig verlangen om hard te werken, alsook zorgvuldige voorbereiding (Neh. 4:6; 1 Tim. 4:10). Goede resultaten worden behaald wanneer er in de late middag of de vroege avond met tijdschriften wordt gewerkt. Ons doel dient te zijn, de Koninkrijksboodschap zo snel mogelijk in het gehele gebied te verkondigen. Degenen die belangstelling tonen, kunnen genoteerd worden om verdere aandacht te krijgen door middel van nabezoeken of brieven. Waarom zou je geen regelingen treffen om er met een groep auto’s op uit te gaan en hele dagen in de velddienst door te brengen misschien één weekend in de maand? Vertrek vroeg. De reistijd kan worden gebruikt om de dagtekst te bespreken en je kunt onderweg een paar toespraakjes oefenen. Neem een lunchpakket mee en maak een zo goed mogelijk gebruik van de tijd. Wellicht kunnen de kosten gezamenlijk worden gedragen, zodat niemand te zwaar belast zal worden. Wat is het voortreffelijk ’als een slaaf te dienen ter bevordering van het goede nieuws’! — Fil. 2:22.
4 Je kunt ook veel doen om gemeenten in je kring of buurgemeenten te helpen. De kringopziener heeft de verantwoordelijkheid de activiteiten te coördineren om zeker te zijn van een volledige bewerking van al het gebied. Indien je wilt helpen, licht hier dan de ouderlingen over in, en zij kunnen contact opnemen met de kringopziener om te weten te komen waar behoefte bestaat.
5 Wij allen kunnen aan dit uiterst belangrijke werk deelnemen. Gezinnen kunnen besluiten om hun vakantie of een weekend door te brengen in een streek waar het gebied bewerkt moet worden. Sommige groepen met auto’s zijn wellicht bereid verre gebieden te bewerken. Oudere verkondigers kunnen worden uitgenodigd, ook al kunnen zij slechts een paar huizen bewerken. Degenen die geen grote afstanden kunnen reizen, zouden wellicht in gebied dichtbij kunnen helpen dat om de een of andere reden lange tijd niet bewerkt, is. Bedenk een manier waarop ook jij anderen kunt helpen het goede nieuws te horen!
6 Zowel ervaren verkondigers als nieuwelingen kunnen zich verheugen in de uitdagingen waarmee de Koninkrijksprediking onder zulke unieke omstandigheden gepaard gaat. In sommige plattelandsgebieden kan het praktisch zijn een gedetailleerde landkaart mee te nemen waarop alle wegen en huizen staan aangegeven. Maak plannen om het gebied systematisch te bewerken, ten einde in de beschikbare tijd zoveel mogelijk tot stand te brengen. Samenwerking tussen gemeenten, ijver voor de dienst en goed georganiseerde krachtsinspanningen zullen ertoe bijdragen dat al het gemeentegebied op zijn minst eenmaal per jaar wordt bewerkt.
7 Wij allen hebben een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor het leven van mensen in ons gebied (Ezech. 33:6-9). Jouw bezoek is wellicht een van de laatste gelegenheden die wordt geboden aan ’degenen die de juiste gezindheid voor het eeuwige leven bezitten’ en misschien hun laatste kans om gelovigen te worden (Hand. 13:48). Wij zijn uitgezonden om te prediken tot allen die willen luisteren. Laten wij dit dus doen „als uit oprechtheid, ja, als van God gezonden, onder het oog van God, in gezelschap van Christus”. — 2 Kor. 2:17.