Breng afwisseling in je bediening
1 Men heeft wel eens gezegd dat variatie de specerij van het leven is. Vaak kan een onderwerp door een andere benadering interessanter worden. Dit geldt evenzeer voor onze bediening. Als wij niet oppassen, kunnen onze van-huis-tot-huistoespraakjes gemakkelijk stereotiep worden. Het steeds weer herhalen van dezelfde inleidingen kan zowel voor ons als voor de huisbewoners vervelend worden. Breng daarom afwisseling in je bediening. Maar hoe kun je dit bereiken?
2 Waarom bedenk je geen manieren om variatie te brengen in je inleidende woorden in plaats van iets te zeggen als: ’Goedemorgen. Wij bezoeken onze buren met het goede nieuws van het Koninkrijk’? Het Redeneren-boek bevat een schat aan inlichtingen over inleidingen. Op blz. 9-15 staan inleidingen voor achttien verschillende onderwerpen. En bij de meeste onderwerpen worden twee, drie of meer inleidingen als mogelijkheid genoemd.
3 Als je de brochure „Bekommert God zich werkelijk om ons?” gebruikt, kan de volgende inleiding uit het gedeelte „Leven/geluk” op blz. 12 worden gebruikt:
◼ „Wij spreken met mensen die zich werkelijk zorgen maken over de kwaliteit van het leven in deze tijd. Velen vragen zich af of een werkelijk gelukkig leven mogelijk is. In deze brochure wordt een aanmoedigend en tot nadenken stemmend gezichtspunt verschaft.” Open de brochure op blz. 25 en lees enkele hoofdpunten uit par. 15 en 16.
4 Sommige Koninkrijksverkondigers — vooral jongeren en nieuwelingen, maar ook wel ouderen — hebben bemerkt dat zij hun benadering aan de deur interessant kunnen maken door de traktaten te gebruiken.
Een jonge verkondiger zou het traktaat „Geniet van het gezinsleven” kunnen gebruiken en kunnen zeggen:
◼ „Ik heb een korte boodschap voor u over de wijze waarop God gezinnen in geluk kan verenigen. Ik zou u graag dit traktaat getiteld Geniet van het gezinsleven willen geven.” De oudere verkondiger die met de jongere samenwerkt, kan dan, afhankelijk van de reactie van de huisbewoner, beslissen er al dan niet wat gedachten of commentaren aan toe te voegen.
5 Als de huisbewoner belangstelling toont, zou de oudere verkondiger kunnen zeggen:
◼ „De bijbel verschaft richtlijnen over de juiste rol van de man, de vrouw en de kinderen binnen de gezinsregeling. Bent u het er niet mee eens dat God, aangezien hij de Insteller van het gezin is, het beste in staat is om ons te zeggen hoe het gezin dient te functioneren? Ik zou graag uw mening horen over de rechtstreekse raad uit de bijbel aan gezinsleden.” Lees dan Efeziërs 5:22, 23, 28-31.
6 Als je het Openbaring-boek onder de aandacht brengt, waarom belicht je dan niet de positieve kijk op de toekomst die in Openbaring 21:3, 4 wordt beschreven? Lees vervolgens par. 7 op blz. 303 van het boek. Vraag de huisbewoner of het realistisch is te geloven dat God deze beloften zal vervullen. Een korte bespreking van bijbelse profetieën die reeds in vervulling zijn gegaan, moet het vertrouwen van de huisbewoner in Gods vermogen om de mensheid te zegenen, kunnen versterken.
7 Alle Koninkrijksverkondigers willen een aandeel hebben aan het bevorderen van theocratische belangen, het waar maar mogelijk planten van waarheidszaden en het verder ontwikkelen van de getoonde belangstelling. Wanneer wij ons deel hebben gedaan, kunnen wij elke eventuele toekomstige groei met een gerust hart in Jehovah’s handen laten. Wij hebben het beste nieuws dat er is om met onze buren te delen. Door altijd voorbereid te zijn, kunnen wij afwisseling brengen in het presenteren van de Koninkrijksboodschap en onze publikaties met oordeel des onderscheids aanbieden.